Celbiologie Flashcards
(25 cards)
Volledige verbranding
De afbraak van een organische stof (zoals glucose) met voldoende zuurstof, waarbij CO₂ en H₂O vrijkomen en veel energie wordt geproduceerd.
Onvolledige verbranding
Verbranding met te weinig zuurstof, waarbij naast CO₂ en H₂O ook koolstofmonoxide (CO) of zelfs roet (C) ontstaat.
Dissimilatie
De afbraak van organische stoffen waarbij energie vrijkomt, zoals bij de verbranding van glucose in cellen.
Assimilatie
Het opbouwen van organische stoffen uit kleinere anorganische stoffen, zoals bij fotosynthese.
Anaeroob
Processen die zonder zuurstof plaatsvinden, zoals gisting.
Aeroob
Processen die zuurstof vereisen, zoals de volledige verbranding van glucose in cellen.
Fotosynthese
Het proces waarbij planten, algen en sommige bacteriën zonlicht omzetten in chemische energie (glucose), met CO₂ en H₂O als grondstoffen.
Organische stoffen
Stoffen die koolstof bevatten en meestal afkomstig zijn van levende organismen, zoals glucose, eiwitten en vetten.
Anorganische stoffen
Stoffen zonder koolstof (of met een simpele koolstofstructuur), zoals water (H₂O), zuurstof (O₂) en koolstofdioxide (CO₂).
Producenten
Organismen, zoals planten en algen, die organische stoffen produceren uit anorganische stoffen (bijvoorbeeld door fotosynthese).
Consumenten
Organismen die organische stoffen opnemen door andere organismen te eten (zoals dieren en mensen).
ATP (Adenosinetrifosfaat)
De energiedragende molecule in cellen, die energie levert voor veel biologische processen.
ADP (Adenosinedifosfaat)
De molecule die ontstaat wanneer ATP een fosfaatgroep afstaat, waarbij energie vrijkomt.
Glycolyse
De eerste stap van de afbraak van glucose, waarbij glucose wordt omgezet in pyrodruivenzuur en een kleine hoeveelheid ATP vrijkomt.
Citroenzuurcyclus (Krebs-cyclus)
Een serie reacties in de mitochondriën waarbij energierijke elektronen worden geproduceerd voor de oxidatieve fosforylering.
Oxidatieve fosforylering
Het proces waarbij ATP wordt gevormd in de mitochondriën met behulp van zuurstof en de elektronen die in eerdere stappen zijn vrijgekomen.
Gisting
Een anaerobe vorm van dissimilatie waarbij glucose wordt afgebroken zonder zuurstof, bijvoorbeeld tot melkzuur of alcohol.
Lichtreactie
Het deel van de fotosynthese waarbij lichtenergie wordt omgezet in chemische energie (ATP en NADPH).
Calvin-cyclus
Het deel van de fotosynthese waarbij CO₂ wordt omgezet in glucose met behulp van de energie uit de lichtreactie.
Niet-cyclische en cyclische fotofosforylering
Twee routes in de lichtreactie van fotosynthese waarbij ATP en NADPH worden geproduceerd. De niet-cyclische variant levert zowel ATP als NADPH, terwijl de cyclische alleen ATP produceert.
In welke organismen vindt dissimilatie plaats
Dissimilatie vindt plaats in alle organismen (planten, dieren, schimmels en bacteriën), omdat het een proces is waarbij energie vrijkomt door de afbraak van organische stoffen.
In welke organismen vindt assimilatie plaats
Assimilatie vindt vooral plaats in producenten (planten, algen en sommige bacteriën), omdat zij organische stoffen kunnen opbouwen uit anorganische stoffen via processen zoals fotosynthese.
Waar vindt fotosynthese plaats
Fotosynthese vindt plaats in de chloroplasten van planten en sommige bacteriën
Beschrijf wat er gebeurt tijdens de lichtreactie?
-Lichtenergie wordt opgevangen door chlorofyl.
-Water (H₂O) wordt gesplitst → O₂ komt vrij.
-ATP en NADPH worden gevormd voor de volgende stap.
-Dit kan via cyclische of niet-cyclische fotofosforylering.