Menselijke biologie Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is de basisbouwsteen van het menselijk lichaam?

A

De cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een prokaryote en een eukaryote cel?

A

Prokaryoten hebben geen celkern (zoals bacteriën).
Eukaryoten hebben een celkern en membraangebonden organellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van mitochondriën?

A

Ze produceren energie (ATP) via celademhaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van ribosomen?

A

Ze spelen een rol in de eiwitsynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem vier soorten weefsels in het menselijk lichaam.

A

Epitheelweefsel
Spierweefsel
Bindweefsel
Zenuwweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste functies van het bloed?

A

Transport van zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en afvalstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van rode bloedcellen?

A

Ze vervoeren zuurstof met behulp van hemoglobine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van witte bloedcellen?

A

Ze bestrijden ziekteverwekkers en maken deel uit van het immuunsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe stroomt bloed door het hart?

A

Zuurstofarm bloed → rechterboezem → rechterkamer → longslagader
Zuurstofrijk bloed → linkerboezem → linkerkamer → aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van de hartkleppen?

A

Ze voorkomen dat bloed terugstroomt in het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van de longen?

A

Gaswisseling: zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt zuurstof vervoerd in het bloed?

A

Gebonden aan hemoglobine in rode bloedcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van het middenrif bij ademhaling?

A

Het samentrekken en ontspannen van het middenrif zorgt voor in- en uitademing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is diffusie in de longen?

A

Het proces waarbij zuurstof en koolstofdioxide passief worden uitgewisseld tussen longblaasjes en bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van trilhaarepitheel in de luchtwegen?

A

Het filtert stof en ziekteverwekkers uit ingeademde lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van de spijsvertering?

A

Voedsel afbreken en voedingsstoffen opnemen in het bloed.

17
Q

Welke enzymen breken koolhydraten af?

A

Amylase (uit speeksel en alvleesklier).

18
Q

Welke functie heeft de maag?

A

Voedsel afbreken met maagzuur en enzymen (zoals pepsine).

19
Q

Wat is de functie van de dunne darm?

A

Opname van voedingsstoffen via darmvlokken

20
Q

Wat doet de lever in de spijsvertering?

A

Produceert gal (voor vetafbraak).
Ontgift het bloed.

21
Q

Wat is de functie van het zenuwstelsel?

A

Het coördineren van lichaamsfuncties via elektrische signalen.

22
Q

Wat is het verschil tussen het centrale en perifere zenuwstelsel?

A

Centraal: Hersenen en ruggenmerg.
Perifeer: Alle andere zenuwen in het lichaam.

23
Q

Wat is de functie van hormonen?

A

Chemische boodschappers die lichaamsprocessen reguleren (bijv. insuline regelt bloedsuiker).

24
Q

Wat is de functie van de hypofyse?

A

Het aansturen van andere hormoonklieren in het lichaam.

25
Wat is de vecht-of-vluchtrespons?
Een reactie op stress waarbij adrenaline vrijkomt, waardoor hartslag en energieproductie stijgen.