Chapter 3 Flashcards
(98 cards)
1
Q
nice, friendly
A
aardig
2
Q
always
A
altijd
3
Q
beard, the
A
baard, de
4
Q
profession, the
A
beroep, het
5
Q
to describe
A
beschrijven
6
Q
for example
A
bijvoorbeeld
7
Q
blond
A
blond
8
Q
glasses, the
A
bril, de
9
Q
brother, the
A
broer, de
10
Q
to think
A
denken
11
Q
the same
A
dezelfde
12
Q
thief, the
A
dief, de
13
Q
thick
A
dik
14
Q
daughter, the
A
dochter, de
15
Q
stupid
A
dom
16
Q
dead
A
dood
17
Q
busy
A
druk
18
Q
thin
A
dun
19
Q
each other
A
elkaar
20
Q
emotional
A
emotioneel
21
Q
family, the
A
familie, de
22
Q
bicycle, the
A
fiets, de
23
Q
patient
A
geduldig
24
Q
luckily/ happy
A
gelukkig
25
mean
gemeen
26
divorced
gescheiden
27
muscular
gespierd
28
stolen
gestolen
29
married
getrouwd
30
funny
grappig
31
green
groen
32
hair, the
haar, het
33
totally
helemaal
34
to repeat
herhalen
35
somebody
iemand
36
diligent
ijverig
37
unfortunately/ a pity
jammer
38
young
jong
39
child, the
kind, het
40
small
klein
41
short
kort
42
curly
krullend
43
long
lang
44
slow(ly)
langzaam
45
to live
leven
46
to resemble
lijken op
47
to stay over
logeren
48
lazy
lui
49
people, the
mensen, de
50
of course
natuurlijk
51
nephew, the/ cousin, the
neef, de
52
decent
netjes
53
niece, the
nicht, de
54
yet / still / further
nog
55
normal
normaal
56
down-to-earth
nuchter
57
or
of
58
grandmother, the
oma, de
59
impatient
ongeduldig
60
approximately
ongeveer
61
uncertain
onzeker
62
eye, the
oog, het
63
uncle, the
oom, de
64
grandfather, the
opa, de
65
optimistic
optimistisch
66
old
oud
67
deceased
overleden
68
pessimistic
pessimistisch
69
posture, the
postuur, het
70
precise, exactly
precies
71
realistic
realistisch
72
romantic
romantisch
73
quiet
rustig
74
sister-in-law, the
schoonzus, de
75
secretary, the
secretaresse, de
76
slender
slank
77
smart / intelligent
slim
78
sloppy
slordig
79
fast/ quickly
snel
80
moustache, the
snor, de
81
miserable
somber
82
sporty
sportief
83
aunt, the
tante, de
84
opposite, the
tegenovergestelde, het
85
family tree, the
stamboom, de
86
strong
sterk
87
professional athlete, the
topsporter, de
88
appearance, the
uiterlijk, het
89
pronunciation, the
uitspraak, de
90
father, the
vader, de
91
cheerful
vrolijk
92
because
want
93
to change
wisselen
94
confident
zelfverzekerd
95
son, the
zoon, de
96
sister, the
zus, de
97
brother-in-law, the
zwager, de
98
black
zwart
