Chapter 3 Flashcards
(21 cards)
Structuurdefinitie van een theorie
‘Hoe een theorie is opgebouwd’
“Een theorie is een systeem van logisch samenhangende, niet strijdige beweringen, opvattingen en begrippen betreffende een werkelijkheidsgebied, met als doel beschrijving, verklaring en voorspelling.”
Kenmerken:
- geeft aan waaruit een theorie is opgebouwd.
- Elementen, vorm, onderdelen zijn belangrijk
Doeldefinitie van een theorie
“Een theorie is een conceptueel systeem dat voor een bepaald doel is uitgedacht”
Kenmerken:
- Theorie is pas zinvol als je er iets mee kan doen
- Richt zich op de consequenties van een theorie
Voorlopigheidsdefinitie van een theorie
“Een theorie is een bewering die probeert een bepaald verschijnsel te beschrijven of verklaren.”
Kenmerken:
- Theorieën zijn steeds in ontwikkeling en dus voorlopig.
Onderzoeksdefinitie van een theorie
“A theory is a set of interrelated constructs (concepts, definitions, and propositions) that present a systematic view of phenomena by specifying relations among variables with the purpose of explaining and predicting phenomena”
Kenmerken:
- Dmv onderzoek wil je verklaren en voorspellingen doen
Definitie van een verpleegkundige theorie
“A set of interrelated propositions and definitons, which present a systematic view of one of the essential units of nursing - person, environment, health, nursing - by specifying relations among relevant variables”
Kenmerken:
- Geheel van begrippen en concepten die verpleegkundige activiteiten beschrijven, verklaren, voorspellen
- Leunt aan bij structuur- en onderzoeksdefinitie
- Integreert verpleegkundig metaparadigma
Meta-paradigma
- Meest abstracte niveau van kennis
- Overstijgt alle specifieke filosofische en paradigmatische oriëntaties
- Beschrijft de belangrijkste concepten van de discipline
Verpleegkundig meta-paradigma (4 kernwoorden)
Gezondheid
Persoon
Omgeving
Verpleegkunde
Philosophy (filosofie)
- Geven de meningen, waarden, ‘mindset’, wereldbeeld weer
- Filosofieën zijn het gevolg van reflecties op kwesties die belangrijk worden beschouwd door filosofen
- Geven aan hoe een situatie ‘zou moeten zijn’, niet zoals ze nu is
Verpleegkundige filosofie
De manier waarop men de 4 onderdelen van het meta-paradigma bekijkt (= bepalend voor de filosofie die je ontwikkelt)
Blijft abstract
Visie Florence Nightingale op verpleegkunde
Sterke focus op omgevingsfactoren!
Visie Hildegrad E. Peplau op verpleegkunde
Sterke focus op relaties tussen verpleegkundige en patiënt
Visie Ida J. Orlando
Ook hier focus op de relatie onderling
King’s visie op verpleegkunde
Interactie met omgeving zorgt voor verbetering.
Conceptueel model
+- ‘begrippenkader’
- Raamwerken van aan elkaar gerelateerde concepten die belangrijke fenomenen beschrijven
- Concepten en hun proposities (relaties)
- Geeft de specificiteit van de discipline aan op een iets concreter niveau
Conceptueel model binnen verpleegkunde
Hebben als raamwerk gediend om verpleegkundige opleiding vorm te geven
Kritiek: conceptuele modellen misschien niet nodig in theorievorming? Kan bv. ook gewoon door waarnemingen etc.
Te abstract, te subjectief, te rigide, te veel vakjargon, …
Theorieën
- Bestaat uit concepten en proposities
- Geven aan hoe situatie is
Concept(en)
Een symbolisch statement dat een fenomeen beschrijft
Een mentale weergave van een fenomeen, idee
Proposities
Relaties tussen 2 of meer concepten
Grand theory
- Hele veld van verpleegkunde, verpleegkunde in zijn geheel
- Omvatten de eigenheid, opdracht en doelstellingen van verpleegkunde
- Eerder iets om over na te denken dan te gebruiken, nog altijd abstract
Middle range theories
- Tussen werkhypothese (praktijktheorie) en de allesomvattende volledige (grand) theorie
- Tov grand theory:
minder abstract
beter toepasbaar
minder concepten en proposities
‘iets tussenin’
Practice theory (praktijktheorie)
- concreetste niveau van een theorie
- situatiespecifiek
- hypothese testen