Chapter 3 syst rev Flashcards
(10 cards)
Welk probleem wordt in dit artikel behandeld?
Probleem is dat er veel onderzoek is naar het effect van licht op negatief welbevinden, zoals lichttherapie en depressie. Er is echter weinig bekend over het effect van licht op welbevinden. Dit artikel laat zien dat hoewel er overlap is tussen depressie en welbevinden, beide condities unieke factoren hebben. Daarom is het goed om welbevinden apart te bestuderen.
Waarom is dit probleem belangrijk?
Het is belangrijk vanuit de interesse in individuele verschillen in welbevinden. Het team doet onderzoek naar verschillende invalshoeken zoals genetica, levensstijl en omgevingsfactoren. Als licht een positief effect heeft op welbevinden voor sommige mensen, kan dit worden ingezet. Ook is de vraag interessant of gelukkige mensen meer licht opzoeken.
Wat zijn de key studies die dit werk hebben geïnformeerd?
Van Maan en Pjerk deden systematische reviews en vonden kleine effecten met kleine steekproeven.
Waarom heb je deze methode of dit model gekozen?
De zoekmethode had als nadeel dat preprints niet waren inbegrepen, maar er waren wel twee golven van papers. Er zijn maten verwijderd zoals setting, maand en melatonopic lux. Er is gekeken naar publicatiebias door funnel plots en P-waarden.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen?
Er is een positief effect gevonden, maar er is ook weinig context gerapporteerd, zoals het seizoen. Vaak zijn er geen voormetingen van licht gedaan en zijn de steekproeven klein. Er is geen correctie voor meervoudig testen uitgevoerd.
Hoe interpreteer je deze resultaten?
De heterogeniteit kan verklaard worden door grote verschillen in hoe welbevinden is gemeten, variërend van één item tot grote schalen met verschillende focus.
Heb je gevoeligheidsanalyses of robuustheidscontroles uitgevoerd?
Ja, door heterogene studies en studies met risico op bias eruit te halen, bleef er nog steeds een effect over.
Wat zijn de theoretische of praktische implicaties?
De belangrijkste praktische implicatie is een lijst met aanbevelingen voor lichtstudies, zoals meer details over het design en de baseline conditie, en het rapporteren van niet-significante bevindingen.
Wat zijn mogelijke alternatieve verklaringen?
Er kan geen publicatiebias zijn, maar de Egger’s test kon mogelijk niet detecteren door kleine steekproefgroottes. Ook kan het zijn dat deelname aan een studie effect heeft op welbevinden.
Wat zijn de beperkingen van deze studie?
Niet alle papers zijn opgenomen in de meta-analyse vanwege ontbrekende resultaten. Meestal zijn alleen kortetermijneffecten gemeten, en preprints zijn erbij inbegrepen.
