Chapter 5 retirement Flashcards
(30 cards)
Vraag
Antwoord
[Chapter 5] Welk probleem wordt in dit artikel behandeld?,
Ons slaapritme wordt bepaald door bioligsche klok en onze sociale klok/activiteiten. Ons vraag was of er meer ruimte komt voor ons bioligsche slaap ritme op het moment dat we met pension gaan en meer vrij kunnen kiezen wanneer we slapen. En zien we dan ook dat de relatieve erfelijkheid van het CR toeneemt vanaf het pension?
[Chapter 5] Waarom is dit probleem belangrijk?,
geeft aan in hoeverre onze biolosche ritme onderdrukt wordt - als dit zo is kan dat reden zijn om iets in onze sociale klok aan te passen.
[Chapter 5] Wat is je hypothese en waarom?,
hypothese: relatief grotere bij drage van PGS in retiremd people vs werkende mensen
[Chapter 5] What are the key studies that informed this work?,
Chronotyp x age = inrsed-U shape (ealry when baby and old). Heritability is inversed-ushape (high H2 when baby en old).
[Chapter 5] Heb je voortgebouwd op of een bestaande theorie uitgedaagd?,
Paper Koreman 2020: tijdens de lockdown = minder slaaptekort en minder social jetlag, dus social klok = slaap tekort. Chronotype bleef nagenoeg stabiel. Kleinste verandering in slaap was in ouderen, want 50% was a retired.
[Chapter 5] Waarom heb je deze methode of dit model gekozen?,
we wilde een tweeling model doen en dan een model met wekende vs model met gepensioneerden. En dan de erfelijkheid van het chronotype schatten in deze twee modellen, en dan zou de erfelijkheid hoger moeten zijn in de retired sample. Te weinig complete retired twin paires. Gekozen voor PRS, maar daar eigenlijk ook relatief weinig mensen voor.
[Chapter 5] Welke alternatieven heb je overwogen en waarom heb je die verworpen?,
De groep werkende was tussen 55-75 jaar vs retired. 55-75 want dan zou het verschil het meest echt door de retiremnt komen, en niet door verschil in leeftijd en leeftijd van 30 jaar vs 80 jaar. GEE hypo 1,3,5 gecorrigeerd voor relatedness, 2 en 4 niet ivm lmer.
[Chapter 5] Hoe heb je de degelijkheid gewaarborgd (bv. validiteit, betrouwbaarheid, robuustheid)?,
[Chapter 5] Zou deze methode gerepliceerd kunnen worden?,
[Chapter 5] Wat zijn de belangrijkste bevindingen?,
hypo 1 en 2 zijn in lijn met de literatuur. 3=minder extreme eraly risters omdat dat na retirement dat niet meer nodig hoeft te zijn, dus minder early chronotypes? = niet waar = stabiel. 4 = gepensioneerd staan later op op werkdagen (wat zijn werkdagen - mag hij bepalen) . staan op vrije dagen even laat of vroeg op. 5 = geen verschil in pgs predicting morning ness in werkrend vs gepeniso.
[Chapter 5] Hoe interpreteer je deze resultaten?,
wake up time on free days verschilt, chronotype niet en is meer stabiel. Geen grotr relatief effect van genen tijdens retirement dan tijdens werkende leven.
[Chapter 5] Were the results expected?,
[Chapter 5] Heb je gevoeligheidsanalyses of robuustheidscontroles uitgevoerd?,
sensitiviteits analyse gedaan voor de shirtworkers - zelfde patroon slaap working svs non working days, dus erin gehouden. Wat voor de power wel goed was.
[Chapter 5] Hoe zou iemand anders je bevindingen kunnen verifiëren?,
[Chapter 5] Wat zijn de theoretische of praktische implicaties?,
Gepensioneerden: verschil in wakkerwordt, maar niet in chronotype, bekend dat ze eerder naar bed gaan. = in line met literatuur. Wake up time zonder alamr = closest to bio sleep time (like Korman et al 2020)
[Chapter 5] Wat zijn mogelijke alternatieve verklaringen?,
geen predicted effect van Morningness pgs op Chronotype = misschien omdat het niet dezelfde maten zijn (morning = subjectief gevoel, chronotype is berekend opb slaapschema). MCTC slaapschema vragen zijn vaag + ambiguiteit in workdays voor gepensioneerde.
[Chapter 5] Wat zijn de beperkingen van deze studie?,
mean wake up time = biased want geeft zelfde gewicht aan werkdagen als aan vrijd gage, terwijl vaak 5/2 is, maar weighted kan ook niet want iedereen heeft andere werkdagen en de werkdagen van gepensioneerde mochten ze zelf bedenkne. Cross sectionneel ipv longitudineel effect bekijken. Te kleine gepenisoneerde groep tov werkende groep, zeker icm pgs.
[Chapter 5] Hoe kunnen deze beperkingen je conclusies beïnvloeden?,
[Chapter 5] What would you do differently next time?,
[Chapter 5] Wat zijn de belangrijkste conclusies?,
[Chapter 5 Hoe draagt dit artikel bij aan het bredere vakgebied?,
sluit aan bij literatuur van Koreman. Garefelt 2021 vonden wel een klein effect in chornotype, dus misschien is onze effect gemaskeerd door leeftijd + of door cohort design.
[Chapter 5] Wat zijn de volgende stappen of openstaande vragen?,
objectieve of andere maat voor MCTQ. Longitudinaal incl transitie van werkende naar gepensioneerd. In de tussentijd: tweelinge model met h2 doen in UKB.
[Chapter 5] Kan dit leiden tot een nieuwe onderzoekslijn of toepassing?,
