Cognitieve processen Flashcards

kennisclip 4 (17 cards)

1
Q

Cognitieve emotiemodel van Magda Arnold en Richard Lazarus

A

gebeurtenis –appraisal–> persoon (emotie) –expressie–> symptoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Appraisal

A

Hoe kijk je tegen de situatie aan? Hoe belangrijk is het? Vind ik het positief of negatief? Is het een bedreiging? Wie acht ik verantwoordelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitgangspunt model Arnols en Lazarus

A

De gebeurtenis veroorzaakt de emotie NIET opzich, maar de appraisal is van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Primaire appraisal

A

Automatisch en onbewust; je beslist of je de stimulus wil vermijden of toenaderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Secundaire appraisal

A

In relatie tot doelen en waarden. 2 soorten: Discrete benaderingen en Dimensionele benaderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Discrete benaderingen

A

Elk component van appraisal hangt met één emotie samen. Zoals Core relational theme van Lazarus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dimensionele benaderingen

A

Zijn flexibeler, het is niet zo dat elke component an appraisal met één emotie samenhangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Core relational theme (Lazarus)

A

Overzicht van verschillende categorieën gebeurtenissen die emoties opwekken. Die cruciaal zijn geweest voor de evolutie van de mens, zoals overleven en voortplanten. Wel beperkend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeelden Core relational theme

A

Schaamte: niet gelsaagd een ego-ideaal waar te maken.
Hoop: vrezen naar het ergste maar hunkeren naar het beste
Boosheid: over een vernederende belediging tegen mij en de mijne
Walging: onverteerbare voorwerp innemen of er dichtbij staan
Afgunst: je wilt hebben wat iemand anders heeft.
En nog veel meer….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dimensionele benaderingen Smith en Ellsworth

A

Aangenaamheid (goed -slecht)
Aandachtsactiviteit (trekt aandacht - niet)
Controle (zelf - anderen)
Zekerheid (zeker - onzeker
Doel-pad obstakel (obstakel - geen)
Rechtmatigheid (eerlijk - oneerlijk)
Verantwoordelijkheid (zelf - ander)
Geanticipeerde inspanning (niet - veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dimensionele benadering Scherer

A

Evaluatiechecks in vaste volgorde:
1. Verwachting
2. Aangenaamheid
3. Doelgerichtheid
4. Eerlijkheid
5. Oorzaak
6. Copingvaardigheid
7. Moraliteit
8. Zelfconsistentie

Hij gaat mij aanvallen (V), dat vind ik niet leuk (A), doel is niet pijn hebben (D), ik heb net hem uitgescholden (E), dat zou wel de oorzaak zijn, Coping wegrennen, Moraliteit miss sorry zeggen en zelfconsistentie: echt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Derde fase van appraisal

A

Social sharing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Social sharing

A

Als je een (sterke) emotie ervaren hebt dan hebben we de neiging om daarover te oraten met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Motieven social sharing

A
  • Repeteren: opnieuw beleven
  • Ventileren: opgekropte emoties te uiten.
  • Hulp, steun en comfort krijgen
  • Rechtvaardigen
  • Verduidelijking en betekenis
  • Advies
  • Bonding
  • Empathie
  • Aandacht trekken
  • Entertainen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reacties van Targets

A

Sociale steun: tonen empathie, troosten
Fysieke gebaren: knuffelen, aanraken
Concrete acties: praten erover of afleiden
De-dramatisering: situatie in perspectief plaatsen
Vragen stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Interactie tussen emotie-deler en emotie-ontvanger

A

Eind van het delen vind zowel de target als de sharer de andere leuker.

17
Q

Gaat appraisal altijd vooraf aan emotie?

A

Nee, bijvoorbeeld walging niet. Volgens het cognitief emotiemodel wel.