College 11, persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

(17 cards)

1
Q

Persoonlijkheidsstoornis

A

Lange termijn, rigide en breed patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die leiden tot disfuncties in minstens twee van de volgende: cognitie, emotie, sociale interacties, impulsiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie clusters van persoonlijkheidsstoornissen?

A

Vreemd, Dramatisch, Angstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vreemde persoonlijkheidsstoornis

A

Extreme achterdochtigheid, sociale terugtrekking, bepaalde manier van denken, bepaalde manier van dingen opvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de drie stoornissen die behoren tot Vreemde persoonlijkheidsstoornissen?

A

Paranoïde, Schizoïde, Schizotypsich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Geen vertrouwen voor anderen, achterdochtigheid, geloven dat iedereen schade wil aanbrengen, weinig tot geen hechte relaties, herkennen hun eigen fouten niet, zijn ongevoelig voor kritiek (meer mannen dan vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Vermijden en worden verwijderd van sociale relaties, tonen weinig emotie, geen hecht contact met anderen, dit is omdat zij graag alleen zijn, individuen focussen op zichzelf en zijn over het algemeen niet geraakt door kritiek of lof (meer mannen dan vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Interpersoonlijke problemen die extreme discomfort geven in hechte relaties, rare patronen van denken en waarnemen, excentriek gedrag, angstig rondom anderen, zoeken isolatie, hebben weinig vrienden, sommige voelen zich wel eenzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vier Dramatische persoonlijkheidstrekken?

A

Antisociaal, Borderline, Histrionisch, Narcistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dramatische persoonlijkheidsstoornissen

A

Dramatisch, emotionele en erratische gedragingen, maakt het moeilijk om relaties te hebben die daadwerkelijk bevredigend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

A

Negeren en overschrijden van grenzen van anderen, veel liegen, vaak geen baan vasthouden en weinig komen opdagen, kunnen niet goed met geld omgaan, impulsief (Meer mannen dan vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Borderline persoonlijkheidsstoornis

A

Grote instabiliteit, grote veranderingen in gemoedstoestand, onstabiel zelfbeeld, impulsiviteit (meer kans op middelenmisbruik, onveilige seks, roekeloos rijden), meer vrouwen dan mannen en hoge suïcide cijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

Extreem emotioneel, willen middelpunt van aandacht zijn, willen dat mensen trots op hen zijn, zelfmoordpogingen om te manipuleren, doelen halen door seksueel gedragen, overdrijven persoonlijke relaties met anderen (mannen en vrouwen gelijk, maar wel een gender bias bij diagnoses)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

A

Grandioos, veel lof nodig, voelen geen empathie, constant aandacht en lof, self-importance, goede eerste indruk, maar kan geen relaties vasthouden, geen interesse in gevoelens van anderen, kunnen soms ook geen empathie voelen (meer man dan vrouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie Angstige persoonlijkheidsstoornissen?

A

Vermijdend, afhankelijk, obsessief-compulsief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A

Oncomfortabel in sociale situaties, bang voor afwijzing, weinig sociale skills, overdrijven mogelijke moeilijkheden van nieuwe situaties, weinig vrienden, vaak depressief of alleen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

Buitensporige behoefte dat anderen voor hen zorgen, hebben verlatingsangst, vertrouwen te veel op anderen, maken zelf geen beslissingen, weinig vertrouwen in hunzelf, veel stress, eenzaamheid en verdriet

17
Q

Obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

A

Overmatige bezigheid met volgorde, controle, perfectionisme, geen flexibiliteit, openheid en effectiviteit, onmogelijk hoge standaarden voor zichzelf en anderen, bang om fouten te maken