College 3, stoornissen met somatisch symptomen Flashcards

(14 cards)

1
Q

Ziekte

A

Cluster van symptomen en tekenen: specifieke oorzaak, gedefinieerd beloop en specifieke uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Disease

A

Lichamelijke ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Disorder

A

Stoornis, aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Illness

A

Ziektegevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sickness

A

Valt uit reguliere sociale rol, meldt zich ziek, vermindering van functioneren, ziekterol (gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychische stoornis, syndroom

A

Cluster van symptomen dat meer voorkomt dan op basis van toeval. De symptomen horen bij elkaar zonder dat er een duidelijke gemeenschappelijke veroorzaker te benoemen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Factoren van een psychische stoornis

A

Prediponerend (waarom u?), Luxerend (waarom nu?), Onderhoudend (waarom nog?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Somatisch-symptoomstoornis

A

Een of meer lichamelijke klachten waar de betrokkene onder lijdt, of die het dagelijks leven in significante mate verstoren. Excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen samenhangend met de lichamelijke klachten of de hiermee gepaard gaande zorgen over de gezondheid, tot uiting komend in minstens één van de volgende kenmerken: Disproportionele en persisterende gedachten over de ernst van de klachten (cognities), persisterende hoge mate van ongerustheid over de gezondheid of de klachten (affect), excessief veel tijd en energie besteden aan deze klachten of aan de zorgen over de gezondheid (gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ziekteangststoornis

A

Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte (geen lichamelijke klachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee types van ziekteangst stoornis?

A

Zorgzoekend en zorgvermijdend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Conversiestoornis (FNS)

A

Veranderingen in willekeurige motorische of sensorische functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nagebootste stoornis

A

Voorwenden van lichamelijke of psychische klachten of verschijnselen (doelbewust opwekken van verwonding of ziekte), kan door zelf of ander gedaan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mentaliseren

A

Begrijpen van overt gedrag en hoe anderen dit begrijpen (afleiden van emoties vanuit lichamelijke sensaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie emotiesregulaties systemen?

A

Motivatie, bedreiging, rustgevend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly