Colloquial 2 - Part 2 Flashcards
(37 cards)
Variable
Afwisselend
Keep in mind, remember, retain
Onthouden / onthield / onthouden
To produce, result
Opleveren / opgeleverd
Surprised
Verbaasd
To surprise
Verbazen / verbaasd
As many as
Maar liefst
To encounter problems
Tegen problemen aanlopen
To represent the interests of
Opkomen voor de belangen van
To come under threat
In het gedrang komen
To worry
Piekeren / gepiekerd
Nutrient, food
Het voedsel
Heavy, hefty
Zwaar
To be involved with
Gemoeid zijn met
To place an order with
Een bestelling doen bij
To attach
Aanhechten
To deliver
Bezorgen
Blessing
De zegen
To take up space
Ruimte in beslag nemen
To the irritation of many
Tot veler ergenis
To contain, imply
Inhouden
To agree that
Het erover eens zijn dat
Because, for
Want
Unless
Tenzij
Provided that
Mits