Criminaliteit begrippen H5 Flashcards

1
Q

Wetboek van Strafrecht

A

hierin staan de meeste strafbare feiten omschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Strafrecht:

A

alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noodweer:

A

iemand doet iets strafbaars uit zelfverdediging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overmacht

A

iemand doet iets strafbaars omdat het niet anders kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Toerekeningsvatbaar:

A

op het moment van de daad wist of had de dader moeten weten dat hij iets strafbaars deed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Jeugdstrafrecht

A

geldt in Nederland voor kinderen van 12 tot 18 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ondertoezichtstelling

A

een speciale maatregel (van de kinderrechter) waarbij er een gezinsvoogd wordt aangewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PIJ-maatregel

A

Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen, bedoeld voor jongeren met een lage ontwikkeling of ziekelijke stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wetboek van Strafvordering:

A

hierin staan alle regels over het strafproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verdachte

A

iemand van wie een redelijk vermoeden bestaat dat hij schuldig is aan een strafbaar feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vrijspraak:

A

oordeel van de rechter dat de verdachte niet schuldig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In hoger beroep gaan

A

de verdachte of het OM vraagt een hogere rechtbank de rechtszaak opnieuw te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verjaren

A

een verdachte kan niet meer vervolgd worden omdat het misdrijf te lang geleden heeft plaatsgevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inverzekeringstelling:

A

de periode van tweemaal drie dagen waarin een verdachte na zijn arrestatie op het politiebureau vastgehouden mag worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorlopige hechtenis

A

de periode na de inverzekeringstelling waarin een verdachte tot maximaal 104 dagen kan worden vastgehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Huis van Bewaring

A

een soort gevangenis voor verdachten in (voorlopige) hechtenis of personen die vastzitten voor een overtreding.