Politiek begrippen H6 Flashcards

1
Q

Tweede Kamer:

A

heeft 150 leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eerste Kamer

A

: heeft 75 leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fractie

A

een groep vertegenwoordigers van één politieke partij in een gekozen orgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fractievoorzitter

A

de belangrijkste woordvoerder van de fractie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Coalitiepartijen

A

: de partijen die de in de regering zitten. Zij steunen het regeringsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Compromis

A

afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oppositiepartijen

A

: de partijen die niet in de regering zitten. Zij zijn vaak tegen het regeringsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wetgevende taak

A

: het maken van wetsvoorstellen en erover stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Controlerende taak:

A

alles wat de ministers doen kritisch volgen en bespreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stemrecht:

A

het recht van de Eerste en Tweede Kamer om een wetsvoorstel te aanvaarden of te verwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Recht van initiatief

A

: het recht van Tweede Kamerleden om wetsvoorstellen in te dienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Recht van amendement

A

het recht van de Tweede Kamer om wetsvoorstellen te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Recht van interpellatie

A

het recht van de Eerste en Tweede Kamer om ministers ter verantwoording te roepen over zijn/haar beleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vragenrecht

A

het recht van Tweede Kamerleden om aan ministers en staatssecretarissen mondelinge of schriftelijke vragen te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Recht van enquête

A

het recht van de Eerste en Tweede Kamer om een zaak grondig te onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Budgetrecht

A

het recht van de Eerste en Tweede Kamer om de jaarlijkse begrotingen van de ministeries wel of niet goed te keuren.

16
Q

Recht van motie

A

het recht van de Eerste en Tweede Kamer om een schriftelijke mening te geven over het beleid van een minister.

17
Q

Ministeriële verantwoordelijkheid

A

ministers zijn verantwoordelijk voor hun beleid en zijn verplicht om zich in de Tweede Kamer voor hun beleid te verantwoorden.