Begrippen H2 Flashcards

1
Q

Sociale media

A

Alle internetmedia waarop je zelf informatie kunt delen met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Data

A

Verzameling van gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Selectieve waarneming

A

Je kiest zelf wat je wilt zien of horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redactie

A

Een professionele groep mensen die bepaalt wat er in een krant, tijdschrift of progamma komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Doelgroep

A

Een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Digitale media

A
  1. Meer vrijheid als ontvanger.
  2. Perken vrijheid ongemerkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

On-demand economie

A

Een economie waarbij de wens can de klant of gebruiker direct of zo snel mogelijk vervuld word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Social influencers

A

Mensen met een grote invloed. Worden gezien als voorbeeld of rolmodel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algoritmes

A

Ingewikkelde Wiskundige berekeningen (gebruikt data om zo goed mogelijk te weten wat interessant is) om jou interesses te voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Filterbubbel

A

Je ontvangt alleen nog maar se informatie die jou mening bevestigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Landelijke dagbladen

A

Brengen nieuws uit binnen- buitenland zoals
De Telegraaf, Trouw, NRC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Regionale dagbladen

A

Nieuws van een bepaald deel van het land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Populaire kranten

A

Krijgen misdaad, rampen, ongelukken, sport, amusement en rond BN’ers veel aandacht. Richten zich op groot en breed publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kwaliteitskranten

A

Besteden vooral aandacht aan serieus nieuws, economie cultuur en de achtergrond gebeurtenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beeldvorming

A

De manier waarop een bepaald nieuwsfeit gebracht wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tijdschriften

A

Richten zich meestal op 1 bepaald doelgroep.

17
Q

Oplages

A

Het aantal bladen dat elke week gedrukt word

18
Q

Forum

A

Waar lezers en niet lezers ervaringen kunnen uitwisselen

19
Q

Publieke omroepen

A

Krijgen financiële steun van de overheid

20
Q

Culturele en informatieve progammas

A

Moeten publieke oproepen er aan doen

21
Q

NPO

A

Nederlandse Publieke Omroep

22
Q

Commerciële zender

A

Niet gebonden aan de overheid, doel is om winst te maken.
Kijken naar kijkcijfers