DANSEN OP DE VULKAAN BEGRIPPEN Flashcards
(8 cards)
1
Q
de vaste buitenste gesteentelaag van de aarde
A
de aardkorst
2
Q
een groot stuk van de aardkorst
A
de aardplaat
3
Q
de gebieden waar de aardplaten tegen elkaar liggen
A
de breuklijn
4
Q
het punt aan het aardoppervlak boven de plaats in de aardkorst waar een aardbeving plaatsvindt
A
het epicentrum
5
Q
het bewegen van aardplaten ten opzichte van elkaar
A
de platentektoniek
6
Q
een meetschaal waarop de energie die bij een aardbeving vrijkomt met een getal wordt uitgedrukt
A
de schaal van Richter
7
Q
een toestel waarmee men aardbevingen kan registreren
A
de seismograaf
8
Q
een zeer hoge golf uit de zee die de kuststrook onverwacht overspoelt, vaak veroorzaakt door een aardbeving onder de zeebodem
A
de tsunami