DANSEN OP DE VULKAAN BEGRIPPEN DEEL 2 Flashcards

(17 cards)

1
Q

is het aantal adembewegingen per minuut.

A

de ademfrequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is de hoeveelheid lucht die je in- en uitademt.

A

het ademvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

is een adembeweging waarbij het volume van de borstkas verandert als gevolg van de samentrekking en ontspanning van de tussenribspieren.

A

de borstademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is een adembeweging waarbij het volume van de borstkas verandert als gevolg van de samentrekking en ontspanning van het middenrif.

A

de buikademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is een beschermend vlies tegen de buitenzijde van de longen.

A

het longvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

is een vloeistof tussen borst- en longvlies, die beide vliezen samenhoudt, maar schuivende bewegingen wel mogelijk maakt.

A

het pleuravocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

is een beschermend vlies aan de binnenzijde van de borstkas.

A

het borstvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is een dun, sponsachtig stukje bot in de menselijke neus dat bedekt is met een slijmvlies en trilharen. De neusschelpen verwarmen, bevochtigen en filteren de ingeademde lucht.

A

de neusschelp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is een dun laagje cellen dat slijm produceert. Het slijmvlies beschermt tegen ziekteverwekkers en transporteert afvalstoffen uit het lichaam.

A

het slijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zijn microscopisch kleine haartjes die stoffen in een bepaalde richting bewegen.

A

de trilharen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zijn de vertakkingen onderaan de luchtpijp. Ze vormen de verbinding tussen de luchtpijp en de longen.

A

de luchtpijptakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is een grotere vertakking van een luchtpijptak binnenin de long.

A

de longtak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

is een kleinere vertakking van een longtak binnenin de long.

A

het longtakje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

is een blaasje aan het uiteinde van een longtakje. Longblaasjes liggen gegroepeerd in trosjes. In de longblaasjes gebeurt er een gasuitwisseling met de omringende bloedvaatjes.

A

het longblaasje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

is de hoeveelheid lucht die in je longen achterblijft, zelfs na maximaal uitademen.

A

de restlucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

is een uitwisseling van gasvormige stoffen: zuurstofgas, koolstofdioxide en waterdamp worden uitgewisseld tussen de longlucht en het bloed ter hoogte van de longblaasjes.

A

de gasuitwisseling

17
Q

zijn ademhalingsorganen die ervoor zorgen dat organismen in staat zijn om zuurstofgas uit het water op te nemen en koolstofdioxide af te staan. Vooral vissen en (onvolwassen) amfibieën hebben kieuwen