deel 1 Flashcards
(17 cards)
Wat zijn de kenmerken van dwarsgestreept spierweefsel?
- Snelle korte werking
- Snel vermoeid
- Rustperiode om afvalstoffen op te ruimen
- Willekeurige spieren zoals:
skelet, huid, tong, strottenhoofd, slokdarm, enkele spieren geslachtsorgaan
Dwarsgestreept spierweefsel is te vinden in spieren die onder invloed van de wil staan, zoals skeletspieren.
Wat zijn de kenmerken van gladde spieren?
- Contractie langzamer, duurt langer
- Minder O2 nodig
- Onder controle autonome Zenuwstelsel
- Vaak spierlagen in 2 richtingen op elkaar - dit heet peristaltiek
- Onwillekeurige spieren zoals:
bloed- en lymfevaten, maagdarmkanaal, urinewegen, blaas, baarmoeder, bronchiën, luchtpijp
Glad spierweefsel komt voor in organen en bloedvaten en is niet onderhevig aan bewuste controle.
Wat zijn de kenmerken van de hartspier?
- Glad en dwarsgestreept spierweefsel
- Deels versmolten tot syncytium
- Bevat parallel liggende myofibrillen als dwarsgestreept spierweefsel
- Centraal gelegen kern: uninucleair en multinucleair
- Spiervezels vertakken zich, ertussen losmazig bindweefsel
- Onwillekeurige spieren
- Werkt als dwarse spier, maar minder vermoeid
De hartspier is essentieel voor de bloedsomloop en heeft unieke eigenschappen die het functioneren ervan ondersteunen.
Wat zijn de kenmerken van een pees?
Pees wordt gevormd vanuit bindweefsel schedes in en om de spier.
Is verbonden met de spier, en vergroeid met beenvlies en bot.
Verantwoordelijk voor het overbrengen van spierkracht over een grote afstand
Pezen verbinden spieren met botten en zijn cruciaal voor beweging.
Pezen verbinden spieren met botten en zijn cruciaal voor beweging.
Wat is een syncitium?
Een cel met meerdere kernen
Syncitium komt voor in de hartspier en is belangrijk voor de coördinatie van spiercontracties.
Wat zijn de kenmerken van een sarcomeer?
- Kleinste functionele eenheid van spierweefsel
- Bestaat uit actine en myosine filamenten
- Zorgt dat een spier kan samentrekken
Sarcomeren zijn cruciaal voor de spiercontractie en zijn de basisstructuren in spiervezels.
Wat is een motorische eenheid?
Het is een zenuwvezel die met behulp van een impuls alle spiervezels doet samentrekken
Meerdere sarcomeren achter elkaar is een myofibril
Op myosin zitten handjes die aan de actine kunnen trekken zodat het sarcomeer korter wordt. Hiervoor is calcium en atp nodig. ATP zorgt dat dat het handje van de myosine wil koppelen aan de actine en wil buigen. Calcium zorgt dat actine wil koppelen aan myosine.
Wat zijn de kenmerken van multi-unitair spierweefsel?
- Iedere spiercel/spiervezel krijgt individuele zenuwstimulatie
- Maakt zeer nauwkeurige bewegingen, bijvoorbeeld iris
Multi-unitair spierweefsel is te vinden in structuren die fijne controle vereisen.
Wat zijn de kenmerken van syncytair spierweefsel?
- Zenuw is verbonden met bundel spiercellen
- Beweging is minder precies, bijvoorbeeld maagdarmkanaal
Syncytair spierweefsel zorgt voor gecoördineerde, maar minder precieze bewegingen.
Hoe werkt een neurotransmitter?
- Komt vrij in synaps of contactplaats tussen pre- en postsynaptische cel
- Gaat naar de blaasjes in de celuiteinden van de presynaptische cel
- zorgt voor overdracht naar de post synaptische cel die receptoren bevat.
Neurotransmitters zijn cruciaal voor de overdracht van signalen in het zenuwstelsel.
Wat is de invloed van de neurotransmitter op acetylcholine?
- Remming van de ach-esterase -> ach neemt toe, gevolg is spier spasmen/krampen - vb tetanustoxine, antivlooienmiddel, insecticiden, zenuwgassen
- Binding aan receptoren, ach kan werk niet doen. gevolg is verlamming - curare
- Bepaalde stof blokkeert vrijkomen Ach, gevolg is geen stimulus van de spier – verlamming vb botulismetoxine
Voorbeelden van stoffen die de werking van acetylcholine beïnvloeden zijn tetanustoxine, zenuwgassen, insecticiden, en botulismetoxine.
Wat doet calcium in spierweefsel?
Zorgt voor vrijmaking van myosinebindplaatsen op actine
Calciumionen zijn essentieel voor de spiercontractie en het samentrekken van spiervezels.
Wat is zuurstofschuld?
Ontstaat wanneer de O2 nog niet is aangepast aan de behoefte
Zuurstofschuld kan leiden tot anaerobe metabolisme en melkzuurproductie.
Hoe ontstaat melkzuur?
Bij anaerobe afbraak van glucose ontstaat melkzuur, een ophoping van melkzuur veroorzaakt spierpijn
Melkzuur wordt verbrand wanneer er weer voldoende O2 beschikbaar is.
Wat is de opbouw van de skelet spier dwars gestreept
Myofilamenten ( samentrekkingseiwit)
Myofibril (cel)
Spiervezel ( versmolten spiercellen)
Spierbundel ( meerdere spiervezels)
Spier ( meerdere spierbundels)
Ieder onderdeel is omgeven door bindweefsel schedes . In het bindweefselschede zit bloedvaten, zenuwen en vetcellen
Overdracht prikkel tussen cellen neurotransmissie:
Door neurotransmitter = signaalstof die wordt vrijgegeven in de synaps of contactplaats tussen de pre (voor) en post (na)synaptische cel. Die signaal stof zit in blaasjes van de celuiteinde van de presynaptische cel en zorgt voor overdracht naar de postsynaptische cel die receptoren bevat.
Het elektrisch signaal (actiepotentiaal) zorgt ervoor dat de neurotransmitter zich lost door middel van exoscytose ( een cel geeft een stof af door het op te nemen in het celmembraan en zo naar buiten te brengen)
De neurotransmitter die vrijkomt in de synaptische spleet die zorgt voor een volgend actiepotentiaal. Gaat naar binnen via de T tubuli naar het sarcoplasmatisch reticulum (omgeeft de myofibrillen) en die bevat Ca2+ geeft dit dan vrij en zorgt dat myofibrillen kunnen samentrekken.
De CA2+ bind zich aan de actine en de actine en myosine kruipen in elkaar. De sacromeer verkort. In rust is de myosine bindplaats geblokkeerd.
Kenmerken spieren
- Spieren zijn erg actief,
- voortdurende verbranding om ATP te maken
- veel zuurstof nodig,
- spieren zijn erg doorbloed,
- O2 wordt aangevoerd door het bloed
- er zit een kleine voorraad o2 in de spieren,
- in de spiervezels O2 gebonden aan myoglobine (zuurstofbindend eiwit) zorgt dus voor zuurstofvoorraad.