deel 2 Flashcards
(23 cards)
Hoe ontstaat melkzuur?
Melkzuur ontstaat bij anaerobe afbraak van glucose
Een ophoping van melkzuur veroorzaakt spierpijn. Wanneer er weer voldoende O2 is, wordt het melkzuur verbrand.
Wat is Rigor Mortis?
Rigor Mortis ontstaat doordat calcium zonder ATP productie uitstroomt
Bij te weinig ATP blijft de spier in contractie toestand. Rigor Mortis ontstaat na 1 a 2 uur en verdwijnt na 4 a 5 dagen.
Wat zijn de kenmerken van willekeurige spieren?
- Dwarse spieren
- Skeletspieren
- Beweging is te reguleren
Wat zijn de kenmerken van onwillekeurige spieren?
- Gladde spieren
- Min of meer autonoom
- Vb: maag, blaas, darmen (NIET slokdarm of het hart)
Wat zijn de kenmerken van half willekeurige spieren?
- Tot op zekere hoogte beheersbaar
- Vb: anus, hart, blaashals
Wat is de indeling van de anatomische spierindeling?
- Skeletspieren: Alle uiteinden van een skelet
- Huidspieren: Tussen skelet en huid (voorhoofdsspier)
- Kringspieren: Tussen andere weefsels en rond opening (pylorus, blaas/anus, ogen/mond)
- Holle spieren: Om holte die kan verkleinen (hart, maag, darmen, baarmoeder, blaas)
Wat is de origo?
Aanhechtingsplaats die niet beweegt bij contractie en vaak dichter bij de romp.
Wat is de spierbuik?
Grootste en dikste deel van de spier.
Wat is de insertie?
Aangrijpingspunt dat wel beweegt bij contractie.
Wat betekent meerkoppig?
Meerdere origo’s, zoals de biceps brachii.
Wat is meerbuikig?
Meerdere spierbuiken tussen origo en insertie, zoals rectus abdominis (6 pack).
Hoeveel paar spieren heeft het lichaam?
300 paar spieren
Symmetrisch – links en rechts. Eenparig zoals tong en middenrif.
Symmetrisch – links en rechts. Eenparig zoals tong en middenrif.
Wat is de spiertonus?
De basale spanning van een spier.
Hoe werkt de spiertonus?
- Motorische eenheden zijn afwisselend aan het werk
- Spier losgemaakt aan 1 kant verkort zich
- Verantwoordelijk voor intact zijn van lichaamsvormen en gewrichten
Bij vermoeidheid neemt de tonus af, de spieren worden slapper, dit voelt alsof ze zwaarder worden
Wat is het spiergevoel?
Het spiergevoel is de proprioceptie – ‘waar ben ik’
Dit omvat de stand in de ruimte aanvoelen door spierspanning en tonus.
Wat is proprioceptie?
Spiergevoel zorgt samen met evenwichtsorgaan dat je goed weet waar je bent.
Hoe werkt een prikkelgeleiding over een zenuwcel?
- Rustpotentiaal
- Depolarisatie (ladingsverschil kleiner, Na naar binnen)
- Drempelwaarde overschreden -55
- Actiepotentiaal met gevolgen
- Repolarisatie (verschil weer groter)
- Refractaire periode /herstelfase
Actiepotentiaal:
1. Rustfase Natrium en Kalium poorten zijn gesloten er is wel wat diffusie maar poorten zijn dicht er is een potentiaalverschil van ongeveer -70 mV
2. Depolarisatie: Door stimulatie (prikkel) worden er enkele natrium poorten geopend wanneer er genoeg geopend worden ontstaat er een drempel waarde van ongeveer 55 mV en openen alle poorten als de drempel waarde niet bereikt wordt gaan ze weer dicht. Het is dus een alles of niets reactie.
3. Stijging van het actiepotentiaal Alle natrium kanalen worden geopend, de binnen kant van de cel wordt positief t.o.v. de buitenkant van de cel. En gaat naar ongeveer +35 mV nu wordt er een signaal doorgegeven
4. Repolarisatie (daling van het actiepotentiaal) Natrium kanalen gaan dicht waardoor er geen natrium de cel meer in kan en Kalium poorten gaan open waardoor de kalium uit de cel kan. Nartrium pompen, pompen natrium de cel uit. Membraan potentiaal daalt weer, want er moet niet continue een signaaldoor gegeven worden
5. Hyperpolarisatie (refractieperiode = herstelfase) alle natrium kanalen zijn dicht en kalium kanalen staan nog open waardoor de membraanpotentiaal net iets negatiever wordt dan normaal. De cel kan geen prikkel krijgen en kan zich zo herstellen hij gaat dan weer langzaam terug naar normaal waarden.
Een actie potentiaal duurt ongeveer 2 mlisec een cel kan ongeveer max 500 actie potentialen hebben per sec.
Bij zenuwcel schuift het actiepotentiaal over de uitlopers heen als een soort estafette.
Wat gebeurt er bij te weinig ATP bij rigor mortis
Bij te weinig ATP blijft de spier in contractie toestand.
Waardoor verdwijnt Rigor Mortis
Enzymen tasten de Z lijnen aan
Wat is de indeling van spieren obv aansturing zenuwstelsel?
Willekeurig: altijd dwars, altijd is de beweging te reguleren. Skeletspieren
2. Onwillekeurig: min of meer autonoom, meestal glad. Maag, blaas en darmen. Uitzondering hart en slokdarm deze zijn niet glad
3. Half- willekeurig: tot op zekere hoogte beheersbaar; gaan uiteindelijk hun eigen gang, Ademspieren, anus, hart en blaashals.
wat gebeurt er bij het spiergevoel
- er wordt constante spanning doorgegeven vanuit de spieren
- overspanning, uitstrekking, stand in de ruimte
- steeds aanpassingen
- daardoor evenwicht en niet vallen
Actiepotentialen en impulsgeleiding.
Alle cellen hebben een membraanpotentiaal. Verschil in lading tussen de buitenkant en de binnenkant van de cel. In rust is de binnenzijden van de cel negatief geladen ten opzichte van de buitenzijde -70 mV = milivolt. Alle potentialen worden gescheiden door een celmembraam vandaar de naam membraanpotentiaal. 2 compartimenten die gescheiden zijn door het celmembraam. Intracellulair (in de cel) en extracellulair(buiten de cel). In beide compartimenten zit een andere concentratie van ionen zoals Na+ en K+.
Intracellulair zijn de concentraties van K+ ongeveer 28 x hoger dan extracellulair. Extracellulair zijn de concentraties Na+ ongeveer 14 x hoger dan intracellulair. Door middel van diffusie of kanaaltjes gaat Natrium de cel in en Kalium de cel uit. Door middel van een Na/K pompjes kan de Kalium (K+) weer de cel in en Natrium weer de cel uit. Dit proces met pompjes kost energie en is actief transport en kost dus ATP.
Alleen spier, klier en zenuwstellen kunnen hun membraanpotentiaal veranderen en dus een actiepotentiaal hebben waardoor er een impuls wordt door gegeven
2 voorwaarden:
1. Natrium moet op een gegeven moment de drempelwaarde bereiken waardoor deze super snel de cel in kan. En net iets later start de Kalium die gaat de cel uit.
2. alles of niets principe.
Hoe verbreek je de verbinding tussen actine en myosine
Wordt verbroken door antagonisten- spieren die in tegengestelde richtingen een beweging maken