deel 1 Flashcards

(30 cards)

1
Q

Wat is de definitie van psychologie?

A

Psychologie is de wetenschap van gedrag en mentale processen

Dit omvat zowel interne geestelijke processen als externe waarneembare gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn interne geestelijke processen?

A
  • Denken
  • Voelen
  • Onthouden
  • Motivatie
  • Afkeer voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn externe waarneembare gedragingen?

A
  • Spreken
  • Handelen
  • Interacties met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verschilt psychologie van psychiatrie?

A

Psychologie is geen medische discipline en schrijft geen medicijnen voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is psychiatrie?

A

Medische specialisme in de behandeling van geestelijke en gedragsproblemen, meestal met behulp van geneesmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem drie toepassingen van psychologie.

A
  • Onderwijs
  • Bedrijfsleven
  • Gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is pseudopsychologie?

A

Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden worden gerepresenteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn belangrijke vragen voor kritisch denken?

A
  • Wat is de bron van informatie?
  • Hoe extreem is de bewering?
  • Wat is het bewijsmateriaal?
  • Kan de bewering beïnvloed zijn door vooroordelen of denkfouten?
  • Kan de bewering vanuit alternatieve invalshoeken beschouwd worden?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het biologische perspectief in de psychologie?

A

Gedrag wordt bepaald door hersenen, zenuwstelsel, hormonen en genen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef een voorbeeld van het biologische perspectief.

A

Slaaptekort beïnvloedt beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het cognitieve perspectief?

A

Focus op mentale processen zoals waarneming, geheugen en denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een voorbeeld van het cognitieve perspectief?

A

fMRI-onderzoek toont gelijke hersenactiviteit bij bepaalde emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het behavioristische perspectief?

A

Gedrag is aangeleerd door prikkels en gevolgen van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een voorbeeld van het behavioristische perspectief.

A

Werknemers presteren beter na salarisverhoging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het gehele persoon perspectief?

A

Gedrag wordt bepaald door processen in het onbewuste, aangeboren behoefte om te groeien en unieke persoonlijkheidskenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het ontwikkelingsperspectief?

A

Gedrag is resultaat van interactie tussen erfelijkheid (nature) en omgeving (nurture).

17
Q

Geef een voorbeeld van het ontwikkelingsperspectief.

A

Effect van lockdown op cognitieve ontwikkeling bij kinderen.

18
Q

Wat is het sociocultureel perspectief?

A

Gedrag wordt beïnvloed door cultuur en sociale omgeving.

19
Q

Wat is een holistische benadering in de psychologie?

A

Psychologisch gedrag wordt vaak beïnvloed door meerdere perspectieven tegelijk.

20
Q

Wat zijn de vier stappen van de wetenschappelijke methode in de psychologie?

A
  • Hypothese formuleren
  • Objectieve data verzamelen
  • Resultaten analyseren
  • Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
21
Q

Wat is een hypothese?

A

Voorspelling van de uitkomst van een onderzoek.

22
Q

Wat is het verschil tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen?

A
  • Onafhankelijke variabele: wordt gemanipuleerd
  • Afhankelijke variabele: wordt gemeten
23
Q

Wat is correlatieonderzoek?

A

De relatie tussen twee variabelen wordt bestudeerd zonder experimentele manipulatie.

24
Q

Wat zijn de nadelen van gevalstudies?

A
  • Niet veralgemeenbaar
  • Kleine steekproef
  • Geen controle
25
Wat is een theorie in de psychologie?
Een denkkader dat door empirische data gestaafd wordt.
26
Wat zijn de effecten van verwachtingsbias in onderzoek?
Onderzoekers beïnvloeden onbewust de resultaten.
27
Wat is het doel van dubbelblindonderzoek?
Om vertekening in onderzoek te beperken.
28
Hoe overlappen psychologie en bedrijfskunde?
* Micro-economie * Macro-economie * HRM * Marketing
29
Wat is de wet van het effect?
Een goede theorie heeft voorspellingswaarde in vele gebieden.
30
Wat is de conclusie over psychologie?
Psychologie is een wetenschappelijke discipline die gedrag en mentale processen onderzoekt.