deel 2 Flashcards

(23 cards)

1
Q

Wat is sensatie?

A

Het ontvangen van een stimulus via een receptor creëert een boodschap in de hersenen

Voorbeeld: licht ontvangen door het oog of geluid door het oor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is perceptie?

A

De interpretatie van een sensatie, beïnvloed door ervaring, emotie en motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom reageren mensen op basis van perceptie?

A

Mensen reageren op basis van hun perceptie en niet op basis van objectieve realiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is transductie?

A

Omzetting van fysieke prikkels in neurale signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de absolute drempel?

A

Minimale stimulus die waarneembaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de verschil drempel volgens de Wet van Weber?

A

Kleinste verschil dat merkbaar is tussen twee stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stelt de signaaldetectietheorie voor?

A

Sensatie is afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, achtergrondinformatie en de waarnemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is sensorische adaptatie?

A

Vermindering van gevoeligheid bij constante stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke hersengebieden worden geactiveerd door de visuele zintuigen?

A

Visuele cortex, occipitale kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke cellen in de retina zijn verantwoordelijk voor kleurwaarneming?

A

Kegeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat veroorzaakt de sensatie van helderheid?

A

De intensiteit van lichtgolven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de trichromatische theorie?

A

Idee dat kleuren worden waargenomen door 3 typen kegeltjes gevoelig voor rood, blauw of groen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een nabeeld?

A

Sensatie die blijft hangen als de stimulus niet langer aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de fysische kenmerken van geluidsgolven?

A
  • Frequentie
  • Amplitude
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bepaalt de toonhoogte van geluid?

A

Frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de poorttheorie?

A

Pijn kan worden geblokkeerd in de ruggengraat

17
Q

Wat zijn de twee visuele banen in de hersenen?

A
  • Wat-route
  • Waar-route
18
Q

Wat is blindzicht?

A

Mensen met schade aan de wat-route kunnen voorwerpen onbewust lokaliseren zonder ze te zien

19
Q

Wat zijn perceptuele constanties?

A

We herkennen objecten onder verschillende omstandigheden (kleur-, grootte- en vormconstantie)

20
Q

Wat is perceptuele blindheid?

A

Niet opmerken van onverwachte stimuli door selectieve aandacht

21
Q

Wat zijn illusies in de context van perceptie?

A

Aantoonbaar verkeerde percepties van een stimuluspatroon

22
Q

Wat zijn de toepassingen van perceptie in marketing?

A

Productveranderingen moeten boven de waarnemingsdrempel liggen

23
Q

Wat is de conclusie over perceptie?

A

Mensen reageren op basis van hun perceptie, niet op de objectieve realiteit