Défi 4 (NE-FR) Flashcards
(80 cards)
1
Q
een app
A
un appli(cation)
2
Q
een inbox
A
une boite e-mail
3
Q
een pakje
A
un colis
4
Q
een commentaar, een comment
A
un commentaire
5
Q
het cyberpesten
A
le cyber-harcèlement
6
Q
een gevaar
A
un danger
7
Q
een influencer (2)
A
un influencer, une influenceuse
8
Q
een paswoord
A
un mot de passe
9
Q
een zoekmachine
A
un moteur de rechercher
10
Q
het internet (2)
A
le Net, la Toile
11
Q
een profiel
A
un profil
12
Q
een pseudoniem, een schuilnaam
A
un pseudonyme
13
Q
een zoekopdracht
A
une requête
14
Q
een sociaal netwerk
A
un réseau social
15
Q
een bijnaam
A
un surnom
16
Q
een tendens, een trend
A
une tendance
17
Q
verbonden
A
connecté, connectée
18
Q
carrière maken
A
faire carrière
19
Q
posten, publiceren
A
poster
20
Q
nadenken over
A
réfléchir à
21
Q
surfen
A
surfer
22
Q
typen
A
taper
23
Q
downloaden
A
télécharger
24
Q
op gelijk welk moment
A
à n’importe quel moment
25
online
en ligne
26
veilig, in veiligheid
en sécurité
27
op de hoogte zijn (van)
être au courant de
28
een abonnement
un abonnement
29
de angst
l'angoisse
30
een fototoestel
un appareil photo
31
een prepaidkaart
une carte prépayée
32
een leerling (college) (2)
un collégien, une collégienne
33
een knuffel
un doudou
34
een vijand
un ennimi
35
een kind (fam.) (2)
un gosse, une gosse
36
een GSM (2)
un mobile, un portable
37
een toestel, een instrument
un outil
38
een reclamefilmpje
une pub
39
een SMS (2)
un SMS, un texto
40
de slaap
le sommeil
41
efficiënt, doeltreffend
efficace
42
opdringerig, storend
envahissant, envahissante
43
gewend (aan)
habitué à, habituée à
44
onafscheidelijk
inséparable
45
kostbaar
précieux, précieuse
46
nuttig
utile
47
commentaar geven
commenter
48
raadplegen
consulter
49
afzetten, uitzetten
débrancher
50
storen
déranger
51
liken
liker
52
bewijzen
prouver
53
missen
rater
54
iemand wakker maken
réveiller quelqu'un
55
niet meer verbonden zijn
se débrancher
56
zich vermaken, zich amuseren
se divertir
57
zich ongerust maken over
s'inquiéter de/pour
58
tweeten
tweeter
59
een platte batterij hebben
n'avoir plus de batterie
60
gemiddeld
en moyenne
61
een verslaving
une addiction
62
de competitie
la compétition
63
een spelconsole
une console de jeu
64
een digitale detox
une détox digitale
65
een ploeg
une équipe
66
een gewoonte
ne habitude
67
een gezelschapsspel
un jeu de société
68
een videospel
un jeu vidéo
69
een tekort (aan)
un manque (de)
70
een inkomen, een loon, een opbrengst
un revenu
71
een toernooi
un tournoi
72
vertrouwelijk
confidentiel, confidentielle
73
profesioneel
professionnel, professionnelle
74
aanzetten
allumer
75
ontwikkelen
développer
76
beheren
gérer
77
een spel spelen
jouer à un jeu
78
inslapen
s'endormir
79
te hulp roepen
appeler à l'aide
80
dankzij
grâce à