Défi 2 (NE-FR) Flashcards

(92 cards)

1
Q

een voeding

A

une alimentation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een bokaal

A

un bocal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een eierdoos

A

une boite à oeufs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een verbuik, een consumptie

A

une consomation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afval

A

des déchets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een tandpasta

A

un dentrifrice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de ecologie, het milieu

A

l’ecologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een verpakking

A

un emballage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het milieu

A

l’environnement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een bedreigde diersoort

A

une espèce menacée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een wasmiddel

A

une lessive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de zuurstof

A

l’oxygène

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de planeet, de aarde

A

la planète

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de vervuiling

A

la pollution

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een vuilnisbak

A

une poubelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een producent

A

un producteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een onderhoudsproduct

A

un produit d’entretien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een seizoensproduct

A

un produit de saison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een vooruitgang

A

un progrès

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de opwarming van de aarde

A

le réchauffement climatique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de aarde

A

la Terre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

goedkoop

A

bon marché

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

milieubewust

A

écologiste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

lokaal, uit de mogeving

A

local, locale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
vervuild
pollué, polluée
26
recycleerbaar
recyclable
27
herbruikbaar
réutilisable
28
(ver)bannen
bannir
29
verbuiken, consumeren
consummer
30
verminderen, verlagen
diminuer
31
delen
partager
32
beschermen
protéger
33
verminderen
réduire
34
zich zorgen maken
s'inquiéter
35
sorteren
trier
36
zijn steentje bijdragen
apporter sa pierre (à l'édifice)
37
(iemand) bang maken
faire peur (a quelqu'un)
38
huisgemaakt
fait masion, faite maison
39
op de grond gooien
jeter par terre
40
het water laten lopen
laisser couler l'eau
41
door, ten gevolge van, omwille van
à cause de
42
aangezien, omdat
vu que
43
een voedingsmiddel
un aliment
44
een advies, een mening
un avis
45
een bloedonderzoek
un bilan sanguin
46
een (voedings)tekort
une carence
47
het vlees
la chair
48
een overtuiging
une conviction
49
de spijsvertering
la digestion
50
de dierenrechten
les droits des animoux
51
een voedingsgewoonte
une habitude alimentaire
52
een (omnivoor) dieet
un régime (omnivore)
53
een watervoorraad
une ressource en eau
54
een vegetariër
un végétarien, une végétarienne
55
het vegetarisme
la végétarisme
56
evenwichtig
équilibré, équilibrée
57
aankondigen
annoncer
58
strijden (voor/tegen)
lutter (pour/contre)
59
voorstellen
proposer
60
zich voeden met
se nourir de
61
missen, het zonder doen
se passer de
62
meevoelen met
avoir de l'empathie pour
63
aankomen (in gewicht)
prendre du poids
64
plots, van de ene dag op de andere
du jour au lendemain
65
de sprong wagen
sauter le pas
66
een kruidenierszaak
une épicerie
67
een winkeluitbater, een winkeluitbaatster
un gérant, une gérante
68
een supermarkt
une grande surface
69
een LED-lamp
une lampe LED
70
deegwaren, pasta
des pâtes
71
het gewicht
le poids
72
een verzorgingsproduct
un produit d'hygiène
73
een kom, een bokaal
un récipient
74
een (water)kraan
un robinet
75
een papieren zak
un sachet en papier
76
het sorteren
le tri
77
hoog, verhoogd
élevé, élevée
78
buitensporig
exorbitant, exorbitante
79
voorverpakt
préemballé, préemballée
80
in vaste vorm
solide
81
splinternieuw
vierge
82
aanraden
conseiller
83
uitschakelen
éteindre
84
verspillen
gaspiller
85
maken
rendre
86
scheiden
séparer
87
aan groothandel doen
vendre en gros
88
de stroom uitschakelen
couper le courant
89
de afwas doen
faire la vaisselle
90
sorteren
faire le tri
91
de kraan dichtdraaien
fermer le robinet
92
vroeger
autrefois