dermato Flashcards

(66 cards)

1
Q

Wat komt er niet voor bij atrofische dermatose?
- atrofie dermis
- atrofie haarfollikel
- hyperkeratose
- hypopigmentatie

A

hypopigmentatie => HYPERpigmentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ichthyose

A

abnormale vorming epidermis = harder, dikker met kloven
- Kalf verliest veel vocht en is gevoelig aan secundaire infecties
- door: mutatie in genen
- hyper- en parakeratose
- gele kleur is NIET typisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

epidermolysis bullosa

A

bullae ontstaan na mild trauma door verlies structurele huidcomponenten
- Bullae ruptureren tot ulcera
- dermis komt vrij te liggen
- ontstaat door verlies aan structurele componenten huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

epitheliogenesis imperfecta

A

epitheel van huid of mondmucosa is landkaartvormig aanwezig -> onderliggende hyperemische dermis is zichtbaar
- geen epidermis
- vnl kop, ledematen en mucosa
- gevoelig voor secundaire infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hypotrichose

A

ontbreken van haar
- vaak gepaard met andere congenitale aandoeningen
- aangeboren of door virale intra-uteriene infecties
- thermoregulatie verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

collageen dysplasie

A

dermatosparaxie = huid is makkelijk scheurbaar + meer rekbaar, er ontstaan grote wonden die bijna niet bloeden -> collageen is dunner met meer dermale fibroblasten
- kan ook verworven zijn bij cushing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

macule/patch

A

primair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

papule

A

primair (klein verheven rode zone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nodule

A

primair (niet-tumorale massa in dermis/subcutis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cyste

A

primair (gevuld met keratine/vocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vesikel

A

primair (met vocht gevuld blaasje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pustule

A

primair (accumulatie purulent materiaal = wit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

urticaria

A

primair (rode verheven zone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

comedo

A

primair (plug van keratine en talg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

roos

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

korst

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

alopecie

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

erytheem

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hyperpigmentatie

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hypopigmentatie

A

primair + secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

collarette

A

secundair (rode vlek omgeven door schilfers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

erosie

A

secundair (opengebarsten follikel -> rood en glanzend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ulcers

A

secundair (bm aangetast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

excoration

A

secundair (lineaire barst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
fissuur
secundair (kloof tot in dermis)
26
litteken
secundair
27
lichenificatie
secundair (diffuus verdikte epidermis)
28
callus
secundair (dikke harde zone)
29
verschil orthokeratotisch en parakeratotisch
- orthokeratotisch: GEEN kernen str corneum = hyperkeratose - parakeratotisch: WEL kernen in str corneum = parakeratose
30
acanthose
spinocellulaire laag is verdikt -> toename keratinocyten
31
psoriasiform
uitstulpingen vervloeien aan basis =breder
32
pseudocarcinomateus
in onderliggende dermis is chronisch proces gaande waardoor bovenliggende epithelia niet meer worden gestimuleerd -> epidermis uitlopers naar dermis toe
33
hoe zien apoptotische keratinocyten eruit?
kleine eosinofiel afgeronde cellen met pyknotische kern
34
dyskeratosis
abnormaal vroegtijdige en gestoorde keratinisatie van individuele cellen
35
hoe zien necrotische cellen eruit?
rond, verliezen intracellulair contact, matig vergroot, eosinofiel cytoplasma, pyknotische kernen
36
spongiose
opstapeling vocht tussen keratinocyten = intercellulair oedeem
37
hydropische degeneratie vs ballonerende degeneratie
hydropisch: intracellulair oedeem keratinocyten in str basale ballonerend: intracellulair oedeem in spinocellulaire laag
38
acantholyse
loskomen keratinocyten in vesikel
39
hoe kunnen vesikels/bullae ontstaan?
- acantholyse - epidermaal oedeem - cellulaire degeneratie - aantasting BM - beschadiging intercellulaire verbindingen
40
pigment incontinentia
beschadiging van basaallaag waardoor melanine korrels uit melanocyten en/of keratinocyten worden opgenomen door macrofagen -> melanine in oppervlakkige laag dermis
41
perifolliculitis
ontsteking weefsel rond haarfollikel - murale folliculitis: ontsteking in wand follikel - luminale folliculitis: ontsteking treedt in lumen follikel - furunculosis: openbreken haarfollikel - bulbitis: haarbulbus aangetast door auto-immune aanval -> alopecie - talgklieradenitis: inflammatie talgklier met alopecie en hyperketaose
42
furunculose
follikelwand ruptureert -> keratine komt vrij in dermis -> granulomateuze ontsteking <-> furunculitis = ontsteking follikel
43
bulbitis
haarbulbus aangetast door auto-immuniteit => alopecea arreata
44
panniculitis oorzaken
ontsteking vetweefsel - infectieus - immuungemedieerd - trauma - vit E tekort - pancreatitis -> geen goede vetvertering
45
callus/ligger
vorm van epidermale hyperplasie = hyperkeratose door neerliggen op harde vloer - elleboog, hak, laterale teen, sternum
46
hygroma
holte in huid gevuld met vocht -> meestal sereus met beetje proteoglycanen - niet afgelijnd door mesotheel, wel door bw
47
ligulcus
decubituswond = focale ulceratie van huid door focale ischemische necrose - graad 1: epidermis intact -> rood - graad 2: tot subcutis - graad 3: tot in vetweefsel/fascie - graad 4: tot aan botweefsel
48
intertrigo
lokale dermatitis thv huidvlooien -> epidermis wordt hyperplastische en spongiotisch met pustules en pigmentincontinentie
49
injectieplaats reactie
vreemde voorwerpreacties -> lymfocyten rondom caseus necrotisch materiaal
50
pyotraumatische dermatitis
hot-spot = erythemateuze exsudatieve plaques door reglematig krabben
51
psychogene huidbeschadiging
door voortdurend likken en bijten op dezelfde plaats ontstaat lekdermatitis -> huid verlies haren, wordt dikker en hyperpigmentatie Likdermatitis ontstaat typisch bij huidallergie
52
vrieswonde
cellyse door invriezen en vasculaire schade met anoxie/ischemie initieel spongiose en necrose van epidermis -> epidermis komt los
53
brandwonden
- door droge hitte -> verkoling = zwart - door vochtige hitte -> eiwitcoagulatie = wit 1. erytheem + oedeem, geen necrose 2. coagulatienecrose keratinocyten met bullae tot diep in folliculair weefsel 3. coagulatienecrose epidermis - dermis - adnexa met littekenvorming -> niet pijnlijk 4. coagulatienecrose van huid - subcutis - onderliggend weefsel
54
elektrocutie/verblikseming
- lineaire coagulatienecrose - 'gekookte' organen - gras in mond - verschroeide haren
55
solar dermatitis
zonnebrand van dunbehaarde en niet-gepigmenteerde zones acuut: hyperemie, chronisch: korstige haarloze letsels -> ev. squameus cel carcinoma
56
solar elastosis - solar keratosis
elastosis = veel elastine door veranderingen fibroblasten keratotis = epidermale hyperplasie -> plaque op huid
57
fotosensibiliserende dermatitis
zuurstofradicalen zullen schade aan DNA, eiwitten, celmembranen veroorzaken. Primair: opname fotosensitiserende stoffen en congenitale porfyrie. Secundair: chronische leverschade waardoor phylloerythrine niet gemetaboliseerd wordt. -> erytheem, oedeem, vesikels, pruritus, exsudatie en uitgebreide necrose
58
welke is secundair? Lichenificatie – fissuren – litteken – macula Papule – vesikel – plaque – comedonen Callus – ulceratie – litteken – fissuren Vesikel – cyste – lichenificatie – litteken
Callus – ulceratie – litteken – fissuren
59
Acute perivasculaire dermatitis wordt niet gekenmerkt door: Hyperemie Endotheel hypertrofie Wandstelling rode bloedcellen Oedeem
wandstelling rbc
60
Welke stelling over intra-epidermale vesiculaire dermatitis is fout? - Pemphigus vulgaris vindt men vooral thv de muil en mucocutane regio en zorgt typisch voor ulcererende letsels - Pemphigus vulgaris is een aandoening die de desmogleine 3 aantast. Deze bevindt zich tussen de basaalmembraan en basale laag waardoor delen van de huid volledig loskomen te zitten - Pemphigus foliaceus komt frequenter voor zeker thv de neus, kop en kan dan veralgemenen - Pemphigus foliaceus is een aandoening die desmogleine 1 aantast. Deze bevindt zich subcorneaal en vormt hierdoor dan ook subcorneale vesikels door het loslaten van de cornea van de huid
Pemphigus vulgaris is een aandoening die de desmogleine 3 aantast. Deze bevindt zich tussen de basaalmembraan en basale laag waardoor delen van de huid volledig loskomen te zitten
61
Welke stelling over atrofische dermatose is fout? - We zien geen inflammatoir patroon. - Het is een frequent voorkomende aandoening, waarbij we microscopisch o.a. folliculaire atrofie en epidermale atrofie zijn. Deze moeten beide aanwezig zijn zodat we van atrofische dermatose kunnen spreken. - Het is vaak endocrien gemedieerd. We zien het bij o.a. cushing. Hierbij kunnen we calcinosus cutis (verkalking van collageen in de cutis) zien. - Het is vaak endocrien gemedieerd. We zien het bij o.a. hypothyroïdie, waarbij de epidermis niet atrofisch is.
Het is een frequent voorkomende aandoening, waarbij we microscopisch o.a. folliculaire atrofie en epidermale atrofie zijn. Deze moeten beide aanwezig zijn zodat we van atrofische dermatose kunnen spreken.
62
welke stelling is juist? I. Fotosensitiserende dermatitis kan primair ontstaan door een lever insufficiëntie. II. Fotosensitiserende dermatitis kan primair ontstaan door congenitale porfyrie. III. Bij fotosensitiserende dermatitis wordt phylloerythrine in de pens omgezet tot chlorofyl bij het rund.
Fotosensitiserende dermatitis kan primair ontstaan door congenitale porfyrie.
63
welk huidletsel kan zowel primair als secundair zijn? Schilfers Vesikels Macula Papel
schilfers
64
Fluctuerend letsel op de elleboog hond met vocht gevulde massa wat is waarschijnlijk diagnose Hygroma Likdermatitis Callus Doorlig ulcer
hygroma
65
hond met wit amorfe letsel op de huid met rode rand welk type van brandwond type 1 Type 2 Type 3 Type 4
type 3
66
Wat past niet in het rijtje bij vlooienallergie dermatitis: Hyperkeratose – caudale rug, dij en buik – hyperkeratose – talgklieratrofie – lichenificatie – eytheem - papulae A. Papulae B. Talgklieratrofie C. Lichenificatie D. Hyperkeratose
B. Talgklieratrofie