Economie examen C Flashcards

(15 cards)

1
Q

wat doet de speltheorie?

A

analyseert menselijk gedrag in situatties waarin beslissingen moeten worden genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

centrale aanname van speltheorie

A

mensen rationeel handelen en altijd proberen om hun uitkomst te maximaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten speltheorien

A
  • sequentieel spel, spelers beslissen om de beurt
  • simultaan spel, spelers beslissen tergelijke tijd zonder kennis van de actie van de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in de … staan de opties van beide spelers

A

opbrengstenmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eerste getal is altijd voor de …
tweede getal is altijd voor de…

A
  • rijspeler
  • kolomspeler
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dominante strategie;

A

de beste strategie die iemand kan kiezen, onafhankelijk van wat de ander doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is er anders bij een herhaald simultaan spel?

A

nu krijgen de spelers de kans om te overleggen, waardoor ze andere keuzes kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een variant van een sequenteel spel is het…

A

ultimatum spel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg het ultimatum spel uit;

A

speler 1 krijgt een geldbedrag, en mag deze verdelen. Speler 2 moet of dit bod accepteren, maar dit bod kan niet eerlijk zijn, en beide spelers krijgen het bedrag. Of afweizen en beide spelers krijgen 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rationeel handelen

A

het bod accepteren, beter iets dan niets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

er kunnen ook meerdere evenwichten zijn.

A

beide spelers willen het beste voor hun zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

meeliftgedrag;

A

mensen profiteren van een bepaalde uitkomst zonder hier moeite voor hebben gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zelfbinding;

A

als een speler zich bindt aan een bepaalde keuze door iets te zeggen of te doen om daarmee het gedrag van de andere speler te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

om marktfalen bij speltheorie tegen te gaan zijn er een aantal oplossringen die de overheid kan doen;

A
  • collectieve dwang, bijv belastingheffing
    -contracten, onderlinge samenwerking tussen landen te regelen
  • boetes, als iemand een bepaalde keuze maakt boet hij voor zijn gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verzonken kosten;

A

kosten die voorafgaand aan de onderhandelingen zijn gemaakt en die niet kunnen worden teruggedraaid. kan helpen uit de opbrengstenmatrix te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly