Economie examen D Flashcards

(15 cards)

1
Q

risico =

A

kans op een gebeurtenis x de schade van die gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

risico aversie =

A

als men gedrag vertoont waaruit blijkt dat deze persoon risico’s vermijd. Zei laten zich goed verzekeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in de verzekeringspolis van de verzekeraar kun je zien;

A
  • welke schade de polis dekt
  • hoeveel premie je moet betalen
  • hoeveel geld je terug kunt krijgen bij bijv. diefstal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eigen risico;

A

het gedeelte van de schade dat niet door de verzekeraar word vergoed, maar dat je zelf moet betalen. Hoe groter je eigen risico, hoe lager je primie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de vraag naar verzekering hangt af van;

A
  • de hoogte van de premie
  • de waarde van het verzekerde product / de eventuele schade (opbrengst)
  • de hoogte van de risico-aversie van een consument;
  • de hoeveelheid financiële middelen die iemand tot zijn beschrikking heeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sommige verzekeringen…

A

zijn verplicht, denk aan de zorgverzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het systheem van verzekeringen is gebasseerd op….

A

solidariteit, de personen die geen schade ondervinden betalen vooor de personen die wel schade ondervinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doordat je een vrijwillige verzekring afsluit, moet je een juiste afweging maken door jezelf de volgende vragen te stellen;

A
  • wat is de kans dat er iets misgaat?
  • hoe groot is de schade als het misgaat?
  • wat is de premie? Is dit duurder of goedkoper dan mijn risico?
  • Hoe hoog is het eigen risico van de verzerking?
  • Zou ik de eventuele schade makkelijk zelf kunnen betalen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

asymetrische informatie;

A

er is een informaiteachterstand of informatievoorsprong van de ene partij ten opzichte van de andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

door asymetrische informatie ontstaan er 2 problemen voor de verzekraar.

A
  • averechtse selectie; alleen mensen die vanzichzelf weten dat ze slordig zijn, sluiten een verzekering af.
  • risico op moreel wangedrag (moral hazzard); mensen gaan minder zorgvuldig met hun spullen om want ze zijn toch wel verzekerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

er zijn wel oplossingen voor de 2 groote problemen

A
  • informatie verzamelen over verzekeringsnemers kan men asymetrische informatie tegengaan.
  • het risico op averrechtse selectie kan worden beperkt door premiedifferentiatie; verschillende premies rekenen voor verschillende doelgroepen
  • het risico op moreel wangedrag kan worden beperkt met een bonus-malussytheem. verzekerden die voorzichtig zijn een een aantal jaren geen schadeclaims hebben worden beloon dmet een lagere premie.
  • invoeren van een eigen risico kan het risico op moreel wangedrag tegengaan; een deel zelf betalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de overheid kan bepaalde verzekeringen verplicht stellen om ervoor te zorgen dat iedereen verzekerd is, dit noemen we… en deze verplichte verzekering noemen we een…

A
  • collectieve dwang
  • volksverzekeringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

door een volksverzekering is er een… doordat iedereen hier premie voor betaald, dit is…

A
  • risicospreiding
  • verplichte solidariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rente op een lening ook een vergoeding voor het lopen van bepaalde risio’s;

A
  • voor het lopen op inflatierisico
  • voor het risico op wanbetaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

als je een hypotheek afsluit, krijgt de bank …

A

een onderpand op het gebouw, zou je dan je schuld niet afbetalen verkoopt de bank het band, waardoor de bank geld terugverdient en het risico voor de bank lager is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly