Emoties Flashcards

(36 cards)

1
Q

Basisemoties theorie

A

Er is een set van basisemoties die universeel zijn
Emoties zijn multimodaal: boos zijn is altijd een bepaald gevoel, emoties uiten zich altijd hetzelfde
Altijd bepaalde zenuwstelsel veranderingen bij bepaalde emoties (bv. hoge hartslag bij boos)
Iedere emotie heeft een andere gelaatsuitdrukking
Elke emotie heeft andere plaats in hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Display rules

A

Emoties onderdrukken door bv externe druk
Verklaart dat mensen dezelfde basisemoties hebben, maar ze toch anders uitdrukken
Emoties worden voor andere mensen in andere gebeurtenissen opgeroepen: we uiten emoties op andere momenten maar ze zijn wel hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderzoek naar basisemoties

A

Gezichten laten zien van emoties aan mensen uit verschillende culturen, moeten kiezen uit rij emoties welke past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beperkingen in het onderzoek naar basisemoties

A

Mensen kunnen kiezen tussen antwoorden dus het gaat niet over spontaan emoties herkennen
Er wordt geen lichaamstaal gegeven
Zien een foto en geen echte persoon (statisch)
Bewijst niet dat emoties hetzelfde zijn, maar bewijst dat iedereen een emotie kan herkennen uit een rijtje emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderzoek naar basisemoties in kleinschalige samenlevingen

A

Geïsoleerde niet westerse culturen een verhaal en drie gezichten tonen, ze moesten het gezicht aan het verhaal linken en ook zelf een gezicht trekken bij het horen van een verhaal
In de niet geletterde en niet westerse culturen werden de emoties amper herkent → emoties zijn niet echt universeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Basisemoties: onderzoek naar mondelinge rapportering van emoties

A

Ze gaven één gezicht en de mensen moesten zeggen wat de persoon voelde
VS: zeggen woorden die je kan verbinden met de gezichten
Hadza (stam in Afrika): enkel boosheid en blijdschap werden deels herkent
→ Als je mensen zelf een woord laat zeggen, komen we niet tot basisemoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Basisemoties: onderzoek naar stapels van dezelfde informatie

A

Grote stapel foto’s waarvan de deelnemers stapels moesten maken van dezelfde emotie, daarna moest hij deze stapel benoemen (dus zeggen wat ze gemeen hebben)
VS: benoemen stapel met emotiewoord
Himba (stam): benoemen stapel met actiewoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zien stammen minder emoties in de gezichten?

A

Mensen in geïsoleerde culturen kunnen beschrijven hoe iemand zich gedraagt, wij leiden af wat mensen voelen uit acties
→ Mine and ours

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Happy central person ratings

A

Figuur met een persoon in het midden (Jan) en mensen er rond, Jan en andere mensen toonde aparte emoties
Amerikanen: maakt niet uit wat achtergrondfiguren voelen, Jan was altijd even blij
Japanners: gelaat van mensen op achtergrond maakt wel uit: als de andere boos keken, was Jan ook minder blij (onthielden itt Amerikanen welke emoties de achtergrondfiguren hadden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Inside Out (film)

A

Komt overeen met ideeën van Freud
Emoties moeten er uit
Emoties zijn authentiek en maken wie je bent
Emotieonderdrukking is ongezond: zorgt voor meer emotionele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderzoek: is onderdrukking van emoties of het afstemmen van emoties volgens de normen iets slecht?

A

Vergelijking tussen Europese Amerikanen (EA) en Aziatische Amerikanen (AA) die video te zien kregen
EA vinden dat je emoties niet mag onderdrukken, AA vinden dat je dit wel moet doen
AA: hoe meer ze hun emoties onderdrukken, hoe minder boosheid ze voelen
EA: voelden meer zelf-gerapporteerde boosheid
Resultaten werden ook fysiologisch gevonden, niet alleen met zelf-repportage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Conflict: Amerikanen vs Japanners

A

Amerikanen: richten zich vooral op negatieve aspecten van anderen en zijn assertief
Japanners: bewaren harmonie en proberen te zien van waar de andere komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderzoek: emotie arbeid

A

= Bepaalde emotie tonen in je job
Kost aan het terugdringen van emoties: grote hoeveelheid burn-out
Vragen aan mensen hoe vaak ze emoties onderdrukken en hoe vaak ze doen alsof
Chinezen: geen verschil: probeerden hun gevoelens te veranderen ipv te onderdrukken (depersonalisatie en kost moeite) → kost minder energie dus beter voor welzijn
Amerikanen: emoties onderdrukken leidt vaker tot burn-out

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mine vs Ours

A

Mine: emoties zijn mentale toestanden binnen de persoon, ze zijn altijd hetzelfde en gaan van binnen naar buiten
Ours: emoties zijn buiten een persoon en tussen mensen, emoties zijn relationele gedragingen binnen een relatie en worden bepaald door de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zelfbeeld Amerikanen vs Japanners

A

Amerikanen: meer onafhankelijkheid, autonoom en zelfverzekerd individu → beïnvloeden is belangrijk
Japanners: individuen zijn meer gerelateerd aan elkaar en worden gedefinieerd door hun relaties met anderen en rollen die ze opnemen → aanpassen is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beïnvloeden vs aanpassen

A

Beïnvloeden: situatie waarin je iets veranderd in je omgeving
Westers: andere mensen beïnvloeden uit eigenbelang
Japan: persoonlijke dingen beïnvloeden

Aanpassen: zich aanpassen aan de situatie
Westers: niet met volle goesting
Japan: doen het omdat het moet voor sociale redenen, niet echt tegen hun goesting

17
Q

Blijdschap in Amerikanen vs Japanners

A

Amerikanen: willen opwinding en entertainment om gelukkig te zijn → hogere opwinding en hogere activatie
Japanners: ideale staat is rustig, gelukkig en positief → lagere opwinding en minder activatie
Beide willen wel positieve emoties (ideaalbeeld)
Oosterse culturen zien opwinding minder als een ideale emotie dan Westerse
Kalme emoties zijn belangrijker in Oosterse culturen

18
Q

Doel: beïnvloeding of aanpassen

A

Als mensen in de rol van beïnvloeden zitten, willen ze liever opgewonden zijn
Als mensen zich moeten aanpassen, willen ze liever kalm zijn

19
Q

Opgewonden emoties vs kalme emoties bij kinderen

A

Kinderen keken naar opgewonden emotie (grote lach) en kalme emotie (neutrale lach)
Amerikaanse kinderen: willen grote glimlach zijn + geloofde dat deze gelukkiger is
Aziatische kinderen:: willen neutrale emotie zijn
Verklaring: verschil in boeken voor kinderen: Amerikaanse boeken hadden karakters met grotere glimlachen en meer opwinding

20
Q

Ideale emoties in kinderen: Afrika vs Duitsland

A

Kinderen bij Afrikaanse moeders moeten rustig zijn zodat de moeder andere dingen kan doen: ideaal kind = rustig kind
Als kind onrustig is gaan ze het gedrag afkeuren en zeggen dat ze zich moeten aanpassen

Duitse moeders vinden dat als een kind veel lacht, het gezond is en vol zelfvertrouwen zit: ideaal kind = kind dat vrolijk is en andere emoties kan uiten
Als kind ongelukkig is, gaan ze het ruimte geven en proberen achter te komen wat er mis is → kind leert om emotie te hebben zodat het invloed kan uitoefenen op de omgeving

21
Q

Is geluk een universeel doel?

A

In sommige culturen stellen ze andere emoties voorop
Westen: streven naar geluk
Oosten: hele positieve en hele negatieve emoties vermijden, rust en balans is het beste

22
Q

Geluk bij Amerikanen vs Japanners

A

Amerikanen: iets heel uitgelaten, positief en persoonlijk
Japanners: de afwezigheid van negatieve dingen en zien negatieve aspecten van geluk (bv. andere njalores maken) → het is geen doel, maar iets dat je ervaart als het weg is

23
Q

Boosheid

A

Een emotie van beïnvloeding: je probeert de andere te overtuigen van jouw gelijk
Mensen hebben meer respect voor een boze politieker want geloven dat deze meer kan beïnvloeden → boosheid wordt geassocieerd met competentie en leiderschapskwaliteiten
Boze mensen krijgen minder warmte toegekend
! Effect is minder zichtbaar bij vrouwen en minderheden

24
Q

Boosheid als ontwikkeling van een kind

A

Peuters hebben driftbuien en pubers maken ruzie met hun ouders → omgeving beïnvloeden
Teken van autonomie (Westerse ouders geven hier veel ruimte voor)
Ruimte geven aan boosheid voor ontwikkeling van het kind

25
Onderzoek: boosheid in Amerikaanse vs Nepalese kinderen
Kinderen in moeilijke situatie: je vader geeft commentaar op je Amerikaanse kinderen: worden boos, gebruiken boosheid om probleem aan te pakken en vader te beïnvloeden Nepalese kinderen: geven zichzelf de schuld, passen zich aan om onderlinge harmonie behouden
26
Hoe omgaan met boosheid (Afro-Amerikaanse moeders)
Geen watje zijn: je kunnen verdedigen als je onrecht wordt aangedaan → 'terugvechten' en 'weerbaarheid' in buitenwereld (beïnvloeden) Niet verwend zijn: maar geen invloed uitoefenen waar het je niet toekomt → je plaats kennen, niet onredelijk zijn tegenover leeftijdsgenoten en moeder (aanpassen) → Boosheid wordt gestuurd door de situatie
27
Emoties in het ours model
Emoties doen dingen in een relatie We kiezen emoties die wenselijk zijn voor een interactie (kiezen de danspas naarmate de muziek) We verwachten dat anderen reageren op dezelfde manier (verwachten dat mensen dezelfde stappen gaan doen op dezelfde muziek) Als het misgaat: andere ideeën over hoe interactie zou moeten verlopen (dansen een andere dans dan onze partner)
28
Twee manieren om interculturele relaties te laten werken
1. We leren elkaars dans = emotionele acculturatie 2. We maken een nieuwe dans
29
Emotionele acculturatie
Alle veranderingen in emoties die het gevolg zijn van contact tussen mensen uit verschillende culturen (hoe lang je al in land woont en leeftijd tijdens immigratie spelen ook rol) Minderheidsgroep neemt normen over van meerderheid, omdat deze vaak de macht heeft Verschillende emoties kunnen ervoor zorgen dat je naar verschillende doelen nastreeft
30
Onderzoek: hebben mensen in gelijke situaties dezelfde of andere emoties
Vragenlijst: situaties geven van emotionele momenten Amerikaan: respons lijkt het meeste op de meerderheid Turk: geen verschil meer vanaf derde generatie
31
Vier acculturatiestrategieën van Berry
Integratie: beide culturen behouden Assimilatie: nieuwe cultuur behouden Separatie: eigen cultuur behouden Marginalisatie: beide culturen weg
32
Verbanden emotionele acculturatie
Geen verband tussen hoe graag mensen zich willen aanpassen aan cultuur en emotionele acculturatie Wel verband tussen contact met de nieuwe cultuur en acculturatie: als je emotionele fit beter wordt, krijg je meer vrienden van de meerderheidsgroep en raak je meer geïntegreerd (feedback loop)
33
Kan je tegelijkertijd verschillende manieren van emoties hebben? (Verleer je de oude dans als je een nieuwe leert?)
Als dit niet het geval is, betekent het dat wanneer je fit van de emoties in de vestigingscultuur toeneemt, je fit van de oorspronkelijke cultuur minder wordt (het kan ook dat deze apart van elkaar leven zodat je kan wisselen)
34
Onderzoek: tegelijkertijd verschillende manieren van emoties
1ste generatie van Turkse immigranten passen even goed bij Turkse norm dan de Turken in Turkije 2de generatie immigranten passen beter bij het Belgisch model Vier emotionele situaties beschrijven (2 op school, 2 thuis) en vragen naar taal en cultuur van interactie: immigranten tonen meer minderheidscultuur thuis dan op school, meer emoties van Belgisch cultuur in interacties met Belgische cultuur
35
Frame switching
Je hebt Turkse emotionele waarden in een Turkse omgeving en past je meer aan aan de Belgische emoties in Vlaamse situaties → Afhankelijk van de situatie komt er meer van het ene en minder van het andere naar boven
36
Omgaan met andere dansen
De verschillen tussen mensen ontrafelen, het idee dat onze emoties de norm zijn loslaten