Ethologie Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat betekenen de begrippen genotype en fenotype?

A

Genotype: genetische eigenschappen vastgelegd in het DNA. Fenotype: waarneembare eigenschappen door interactie tussen genen en omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent L.E.G.S. in gedrag van een hond?

A

L: Learning (ervaring en opvoeding), E: Environment (omgeving), G: Genetics (erfelijke aanleg), S: Self (individuele eigenschappen zoals gezondheid en leeftijd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ontdekte Skinner over gedrag?

A

Gedrag kan gestuurd worden via leerprincipes, zoals operante conditionering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat merkten Breland en Keller op bij dierentraining?

A

Instinctief gedrag kan het aangeleerde gedrag overschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn fixed en modal action patterns?

A

Aangeboren gedragssequenties die soortspecifiek zijn, licht veranderbaar door ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk percentage van gedragsverschillen tussen hondenrassen is verklaarbaar door genetica volgens recente studies?

A

Slechts 9%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de impact van rasselectie volgens de studie?

A

Uiterlijk werd sterker geselecteerd dan gedrag; ras is geen sterke voorspeller van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een typisch gedragskenmerk van oerrassen?

A

Sterk intact prooigedrag en meer behoud van wolfgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is typerend aan windhonden in gedrag?

A

Sterk ontwikkeld prooigedrag, snel, zelfstandig, minder gericht op samenwerking met mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kenmerkt waakhonden zoals kuddebewakingshonden?

A

Zelfstandig beslissen, afstand houden, sterke territoriumbescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van gedragsproblemen bij rashonden?

A

Mismatch tussen genetische aanleg (bijv. drijfinstinct) en omgeving (bijv. leven in een stad).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met gedragssequentie in prooigedrag?

A

De opeenvolging van gedragingen: scan → oriënteren → fixeren → stalken → achtervolgen → grijpen → doden → ontleden → consumeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is typisch gedrag bij herdershonden?

A

Sterke drijf- en fixatie-instincten, samenwerken met de mens, gericht op controle van beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kenmerkt retrievers in hun gedrag?

A

Sterk ontwikkeld apporteren, zacht in de mond bij het brengen van wild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke gedragskenmerken zijn typerend voor terriërs?

A

Sterk ontwikkeld vastgrijpen en doden van prooien, hoge zelfstandigheid en doorzettingsvermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een gedragskenmerk van speurhonden?

A

Sterk ontwikkeld reukvermogen en motivatie om geursporen te volgen.

17
Q

Wat kenmerkt gezelschapshonden zoals toy breeds?

A

Verkorte puppy-achtige gedragingen, sterk gericht op nabijheid en gezelschap van mensen.

18
Q

Wat is het verschil tussen natuurlijk gedrag, ongewenst gedrag en probleemgedrag?

A

Natuurlijk gedrag: soortspecifiek gedrag. Ongewenst gedrag: storend voor eigenaar. Probleemgedrag: gedrag dat welzijn of veiligheid schaadt.

19
Q

Wat zijn de vier basisbehoeften van de hond?

A

Voortplanting, voeding/jacht, sociale structuur, territorium/veiligheid.

20
Q

Wat kan een oorzaak zijn van het ontstaan van gedragsproblemen buiten genetica om?

A

Mismatching eigenaar-hond, socialisatiefouten, conditioneringsfouten, traumatische ervaringen, verkeerde voeding, medische oorzaken.