FILOSOFIE - Sokrates Flashcards

(40 cards)

1
Q

Welke bronnen hebben we over Sokrates in de Attische komedie?

A

Νεφελαι / Nubes (Wolken) van Aristophanes
= enige bron tijdens zijn leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

τί δῆτ᾽ ἐκεῖνος εἶπε περὶ τῆς ἐμπίδος;

A

Voorwaar, en wat heeft hij in verband met de mug dan gezegd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ἰδὼν δὲ ὁ Κρίτων συνέλαβε τὸ στόμα καὶ τοὺς ὀφθαλμούς.

A

Toen Kritoon het zag sloot hij zijn mond en zijn ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ἔφασκεν εἶναι τοὔντερον τῆς ἐμπίδος
στενόν: διὰ λεπτοῦ δ᾽ ὄντος αὐτοῦ τὴν πνοὴν
βίᾳ βαδίζειν εὐθὺ τοὐρροπυγίου:

A

Hij zei dat het ingewand van de mug nauw is en dat de lucht door dat nauwe zijnde ding met geweld naar buiten vliegt, recht naar zijn gat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ποιήσαντος δὲ δὴ ταῦτα ἐμοῦ οὗτος τοσοῦτον περιεγένετό τε καὶ κατεφρόνησεν καὶ κατεγέλασεν τῆς ἐμῆς ὥρας καὶ ὕβρισεν—καὶ περὶ ἐκεῖνό γε ᾤμην τὶ εἶναι, ὦ ἄνδρες δικασταί: δικασταὶ γάρ ἐστε τῆς Σωκράτους ὑπερηφανίας—εὖ γὰρ ἴστε μὰ θεούς, μὰ θεάς, οὐδὲν περιττότερον καταδεδαρθηκὼς ἀνέστην μετὰ Σωκράτους, ἢ εἰ μετὰ πατρὸς καθηῦδον ἢ ἀδελφοῦ πρεσβυτέρου.

A

Toen ik nu dat had gedaan zette hij zich zozeer boven en verachtte en bespotte en beledigde hij zozeer mijn schoonheid –en ik meende nog dat ik op dat punt echt iets voorstelde, heren rechters: rechters zijn jullie immers van Sokrates’ overmoed – weet namelijk goed, bij de goden, bij de godinnen: zonder dat er iets bijzonders gebeurde heb ik met hem de nacht doorgebracht en ben ik weer opgestaan naast Sokrates dan wanneer ik geslapen had naast een vader of een oudere broer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke bronnen hebben we over Sokrates van Plato?

A

enkel dialogen in 3 fases
1) Sokratische dialogen: Kritoon, Apologia, Sumposion, Eutuphroon en Phaidoon
(dichtst bij echte Sokrates)
2) Middendialogen
3) Platonische dialogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

καὶ ἀναστάς γε, οὐδ᾽ ἐπιτρέψας τούτῳ εἰπεῖν οὐδὲν ἔτι, ἀμφιέσας τὸ ἱμάτιον τὸ ἐμαυτοῦ τοῦτον—καὶ γὰρ ἦν χειμών—ὑπὸ τὸν τρίβωνα κατακλινεὶς τὸν τουτουί, περιβαλὼν τὼ χεῖρε τούτῳ τῷ δαιμονίῳ ὡς ἀληθῶς καὶ θαυμαστῷ, κατεκείμην τὴν νύκτα ὅλην.

A

Ik stond op en zonder hem de kans te geven om nog iets te zeggen, bedekte ik hem met mijn eigen mantel – het was immers winter - en ging liggen onder zijn versleten mantel, sloeg mijn armen om deze waarlijk bovenmenselijke en wonderbaarlijke man en (zo) lag ik de hele nacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ἀνήρετ᾽ αὐτὸν Χαιρεφῶν ὁ Σφήττιος
ὁπότερα τὴν γνώμην ἔχοι, τὰς ἐμπίδας
κατὰ τὸ στόμ᾽ ᾁδειν ἢ κατὰ τοὐρροπύγιον.

A

Chairephoon uit Sphettos vroeg hem welk van beide meningen hij had: dat muggen zoemen door hun snuit of door hun achterwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent rationaliteit volgens Sokrates?

A
  • geluk (εὐδαιμονία) is het doel van een goed leven
  • genot of gewoonte zijn géén betrouwbare maatstaf
  • alleen rationeel denken (λόγος) kan bepalen wat goed of slecht is
  • goed handelen = deugdzaam handelen (ἀρετή)
  • deugd = verstandelijk inzicht (φρόνησις)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ἐγὼ γοῦν, ὦ ἄνδρες, εἰ μὴ ἔμελλον κομιδῇ δόξειν μεθύειν, εἶπον ὀμόσας ἂν ὑμῖν οἷα δὴ πέπονθα αὐτὸς ὑπὸ τῶν τούτου λόγων καὶ πάσχω ἔτι καὶ νυνί.

A

Ik zou, heren, indien ik (jullie) niet volledig dronken zou lijken te zijn, een eed zweren en hullie vertellen wat ik allemaal zelf door de woorden van die man heb ervaren en nog ervaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe dacht Sokrates verder?

A
  • deugd is kennis → deugd kan onderwezen worden
  • politiek: alleen wie inzicht heeft mag leiden (geen aristocratie / plutocratie / democratie)
  • religie: kritisch maar oprecht gelovig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

καὶ ἡμεῖς ἀκούσαντες ᾐσχύνθημέν τε καὶ ἐπέσχομεν τοῦ δακρύειν.

A

En nadat wij dit gehoord hadden, schaamden we ons en hielden we op met wenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ἐλεήσας δὲ ὁ Ζεὺς ἄλλην μηχανὴν πορίζεται, καὶ μετατίθησιν αὐτῶν τὰ αἰδοῖα εἰς τὸ πρόσθεν—τέως γὰρ καὶ ταῦτα ἐκτὸς εἶχον, καὶ ἐγέννων καὶ ἔτικτον οὐκ εἰς ἀλλήλους ἀλλ᾽ εἰς γῆν, ὥσπερ οἱ τέττιγες

A

Zeus echter kreeg medelijden en bedacht/deed een ander middel van de hand: hij verplaatste hun schaamdelen naar de voorkant – want tot dan hadden ze die ook aan de buitenkant (zitten), en ze bevruchtten elkaar niet en brachten niet voort in elkaar, maar in de grond, zoals cicades.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

μετέθηκέ τε οὖν οὕτω αὐτῶν εἰς τὸ πρόσθεν καὶ διὰ τούτων τὴν γένεσιν ἐν ἀλλήλοις ἐποίησεν, διὰ τοῦ ἄρρενος ἐν τῷ θήλει, τῶνδε ἕνεκα, ἵνα ἐν τῇ συμπλοκῇ ἅμα μὲν εἰ ἀνὴρ γυναικὶ ἐντύχοι, γεννῷεν καὶ γίγνοιτο τὸ γένος, ἅμα δ᾽ εἰ καὶ ἄρρην ἄρρενι, πλησμονὴ γοῦν γίγνοιτο τῆς συνουσίας καὶ διαπαύοιντο καὶ ἐπὶ τὰ ἔργα τρέποιντο καὶ τοῦ ἄλλου βίου ἐπιμελοῖντο.

A

Hij heeft ze dus verplaatst op die manier naar hun voorkant en daardoor maakte hij dat hun voortplanting bij elkaar plaatsvond, door het mannelijke in het vrouwelijke en dit om de volgende redenen: opdat bij een omstrengeling tegelijk, als een man een vrouw trof, ze zich zouden voortplanten, en nageslacht zou ontstaan, en tegelijk als een man een man trof, er tenminste bevrediging zou ontstaan uit hun samenzijn en zij tot rust zouden komen en zich tot hun werk wenden en zich bekommeren om hun andere levensbehoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het domein van de filosofie van Sokrates?

A

de gedragingen van de mens en wat zij met hun handelen proberen te bereiken (ethiek)
-> definieert daarvoor begrippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Sokratisch intellectualisme?

A
  • goed gedrag = gevolg van kennis
  • slecht gedrag = gevolg van onwetendheid (-> criminelen heropvoeden)
  • αρετη brengt altijd ook
    1. Zelfbeheersing (σωφροσύνη)
    2. Rechtvaardigheid (δικαιοσύνη)
    3. Moed (ἀνδρεία)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat weten we over het leven van Sokrates?

A
  • geboren ca. 470/469 v.Chr.
  • vader was beeldhouwer, moeder vroedvrouw
  • trad in het huwelijk met Xanthippe
  • verliet bijna nooit Athene
  • aangeklaag door Anute wegens goddeloosheid (echte reden: was tegen democratie bij bewind van de Dertig Tirannen)
  • dronk de gifbeker
18
Q

κατεκλίνη ὕπτιος—οὕτω γὰρ ἐκέλευεν ὁ ἄνθρωπος— καὶ ἅμα ἐφαπτόμενος αὐτοῦ οὗτος ὁ δοὺς τὸ φάρμακον, διαλιπὼν χρόνον ἐπεσκόπει τοὺς πόδας καὶ τὰ σκέλη, κἄπειτα σφόδρα πιέσας αὐτοῦ τὸν πόδα ἤρετο εἰ αἰσθάνοιτο, ὁ δ᾽ οὐκ ἔφη.

A

Hij ging op zijn rug liggen –want zo had de man bevolen- terwijl degene die het gif had gegeven hem aanraakte, controleerde hij na wat tijd te laten verlopen zijn voeten en benen, en nadat hij hard in zijn voet had geknepen vroeg hij hem vervolgens of hij het voelde. Hij zei van niet.

19
Q

καὶ οὐδὲ ταῦτα αὖ, ὦ Σώκρατες, ἐρεῖς ὅτι ψεύδομαι.

A

En ook in verband met deze dingen, Sokrates, zul je opnieuw niet (kunnen) zeggen dat ik lieg.

20
Q

ἐγὼ μὲν δὴ ταῦτα ἀκούσας τε καὶ εἰπών, καὶ ἀφεὶς ὥσπερ βέλη, τετρῶσθαι αὐτὸν ᾤμην:

A

Ik nu had dit aangehoord en gesproken, en ik had als het ware pijlen afgeschoten en meende dat hij gewond was.

21
Q

καὶ αὐτὸς ἥπτετο καὶ εἶπεν ὅτι, ἐπειδὰν πρὸς τῇ καρδίᾳ γένηται αὐτῷ, τότε οἰχήσεται.

A

En ook zelf raakte hij zich aan en zei dat, wanneer het bij zijn hart kwam, hij dan zou sterven.

22
Q

ἀλλὰ ταῦτα, ἔφη, ἔσται, ὁ Κρίτων: ἀλλ᾽ ὅρα εἴ τι ἄλλο λέγεις.

A

“Neen, dat,” zei Kritoon, “zal (zo) zijn. Maar kijk of je nog iets anders wil zeggen.”

23
Q

καὶ ὁ Κρίτων, ἀλλ᾽ οἶμαι, ἔφη, ἔγωγε, ὦ Σώκρατες, ἔτι ἥλιον εἶναι ἐπὶ τοῖς ὄρεσιν καὶ οὔπω δεδυκέναι. καὶ ἅμα ἐγὼ οἶδα καὶ ἄλλους πάνυ ὀψὲ πίνοντας, ἐπειδὰν παραγγελθῇ αὐτοῖς, δειπνήσαντάς τε καὶ πιόντας εὖ μάλα, καὶ συγγενομένους γ᾽ ἐνίους ὧν ἂν τύχωσιν ἐπιθυμοῦντες. ἀλλὰ μηδὲν ἐπείγου: ἔτι γὰρ ἐγχωρεῖ.

A

En Kritoon zei: “Maar ik meen, Sokrates, dat er nog zon op de bergen is en dat hij nog niet onder is gegaan. En bovendien weet ik dat ook anderen zeer laat drinken, wanneer het hun is opgedragen, nadat ze zeer goed hebben gedineerd en gedronken en nadat sommigen zelfs seks hebben gehad met wie zij toevallig verlangden. Neen, haast je niet: er is immers nog tijd.”

24
Q

Welke bronnen hebben we over Sokrates van Xenophon?

A

bewondering voor Sokrates, stelt hem heilig (te braaf?) voor:
- Memorabilia
- Sumposion
- Oikonomikos
- Apologia

25
ἥδε ἡ τελευτή, ὦ Ἐχέκρατες, τοῦ ἑταίρου ἡμῖν ἐγένετο, ἀνδρός, ὡς ἡμεῖς φαῖμεν ἄν, τῶν τότε ὧν ἐπειράθημεν ἀρίστου καὶ ἄλλως φρονιμωτάτου καὶ δικαιοτάτου.
Dit, Echekrates, was het einde van onze vriend, van de beste en de verstandigste en de meest rechtschapen man, zoals wij zouden (kunnen) zeggen, van de mensen die wij toen hebben leren kennen.
26
καὶ μετὰ τοῦτο αὖθις τὰς κνήμας:
En daarna (deed hij) dat opnieuw (bij) zijn scheenbenen.
27
καὶ ἐπανιὼν οὕτως ἡμῖν ἐπεδείκνυτο ὅτι ψύχοιτό τε καὶ πήγνυτο.
En terwijl hij zo omhoog ging, toonde hij ons dat hij koud werd en hij werd stijf.
28
ταῦτα ἐρομένου αὐτοῦ οὐδὲν ἔτι ἀπεκρίνατο, ἀλλ᾽ ὀλίγον χρόνον διαλιπὼν ἐκινήθη τε καὶ ὁ ἄνθρωπος ἐξεκάλυψεν αὐτόν, καὶ ὃς τὰ ὄμματα ἔστησεν:
Nadat hij dat had gevraagd antwoordde hij niets meer, maar weinig tijd ertussen latend bewoog hij zich en de man nam hem de doek weg van het gezicht, en zijn ogen stonden verstard.
29
Beschrijf het karakter en optreden van Sokrates.
- lelijk en onverzorgd - wijdt zijn leven aan zoeken naar waarheid - oneens met sofisten - ἓν οἶδα ὅτι οὐδὲν οἶδα (één iets weet ik: dat ik niets weet) - geloofd in een bijzonder 'goddelijk teken' of δαιμονιον σημειον dat hem voor bepaalde daden waarschuwde wanneer ze verkeerd konden aflopen - omgang met figuren zoals Alkibiades
30
Wat was de methode van Sokrates?
- zoekt via **gesprekken** de definitie van begrippen - gebruikt **inductie**: van voorbeelden naar het algemene - hanteert de **dialectiek**: vraag-en-antwoordgesprek - laat de gesprekspartner stap voor stap instemmen of bezwaar maken - gelooft dat waarheid al in de mens zelf zit (**maieutiek**); vroetvrouwtechniek - past **ελεγχος** toe: toont tegenstrijdigheden in iemands denken - doet alsof hij niets weet (**ειρωνια**) - brengt de ander tot **απορια**: beseft dat zijn oude mening fout was, maar weet het juiste antwoord nog niet
31
Περικλέους δὲ ἀκούων καὶ ἄλλων ἀγαθῶν ῥητόρων εὖ μὲν ἡγούμην λέγειν, τοιοῦτον δ᾽ οὐδὲν ἔπασχον, οὐδ᾽ ἐτεθορύβητό μου ἡ ψυχὴ οὐδ᾽ ἠγανάκτει ὡς ἀνδραποδωδῶς διακειμένου,
Wanneer ik Perikles hoorde en andere uitstekende redenaars, meende ik wel dat ze goed spraken, maar ik had geen dergelijke ervaring, en niet was mijn geest in verwarring of ergerde zich niet zoals bij iemand die er als een slaaf aan toe is.
32
ὁ δὲ περιελθών, ἐπειδή οἱ βαρύνεσθαι ἔφη τὰ σκέλη,
Nadat hij rondgewandeld had, zei hij dat zijn benen zwaar werden.
33
καὶ ὁπότε τι ἀποθάνοι τῶν ἡμίσεων, τὸ δὲ λειφθείη, τὸ λειφθὲν ἄλλο ἐζήτει καὶ συνεπλέκετο, εἴτε γυναικὸς τῆς ὅλης ἐντύχοι ἡμίσει—ὃ δὴ νῦν γυναῖκα καλοῦμεν—εἴτε ἀνδρός: καὶ οὕτως ἀπώλλυντο.
En telkens wanneer één van de helften stierf en de andere achterbleef, zocht de overgebleven helft een andere helft en omstrengelde het, of hij nu een helft ontmoette van een vrouwelijk geheel – dat wij nu vrouw noemen – of van een (hele) man: en zo kwamen ze om.
34
ἐπιθυμοῦντες συμφῦναι, ἀπέθνῃσκον ὑπὸ λιμοῦ καὶ τῆς ἄλλης ἀργίας διὰ τὸ μηδὲν ἐθέλειν χωρὶς ἀλλήλων ποιεῖν.
Vol verlangen samen te groeien stierven ze door de honger en de algehele inertie, omdat ze niets wilden doen zonder elkaar.
35
καὶ ὁ Σωκράτης, εἰκότως γε, ἔφη, ὦ Κρίτων, ἐκεῖνοί τε ταῦτα ποιοῦσιν, οὓς σὺ λέγεις—οἴονται γὰρ κερδαίνειν ταῦτα ποιήσαντες—καὶ ἔγωγε ταῦτα εἰκότως οὐ ποιήσω: οὐδὲν γὰρ οἶμαι κερδανεῖν ὀλίγον ὕστερον πιὼν ἄλλο γε ἢ γέλωτα ὀφλήσειν παρ᾽ ἐμαυτῷ, γλιχόμενος τοῦ ζῆν καὶ φειδόμενος οὐδενὸς ἔτι ἐνόντος. ἀλλ᾽ ἴθι, ἔφη, πείθου καὶ μὴ ἄλλως ποίει.
En Sokrates zei: “Natuurlijk, Kritoon, doen zij die jij bedoelt die dingen –want zij denken er voordeel mee te doen als ze dat doen – en ík zal dat natuurlijk niet doen. Ik ben immers van mening door iets later te drinken geen enkel ander voordeel te zullen hebben dan dat ik mij belachelijk zal maken in mijn ogen, als ik mij vastklamp aan het leven en spaar terwijl er niets meer inzit. Maar vooruit, zei hij, gehoorzaam en doe niet anders.”
36
ἤδη οὖν σχεδόν τι αὐτοῦ ἦν τὰ περὶ τὸ ἦτρον ψυχόμενα, καὶ ἐκκαλυψάμενος—ἐνεκεκάλυπτο γάρ—εἶπεν—ὃ δὴ τελευταῖον ἐφθέγξατο—‘ὦ Κρίτων, ἔφη, τῷ Ἀσκληπιῷ ὀφείλομεν ἀλεκτρυόνα: ἀλλὰ ἀπόδοτε καὶ μὴ ἀμελήσητε.’
Het gedeelte rond zijn buik was dus bijna koud geworden, en nadat hij de doek van zijn gezicht had weggenomen –want hij had zich met een doek bedekt- zie hij wat hij als laatste heeft gezegd: “Kritoon”, zei hij, “wij zijn Asklepios een haan verschuldigd: geef hem dat (waar hij recht op heeft) en laat het niet na.”
37
ὅταν γὰρ ἀκούω, πολύ μοι μᾶλλον ἢ τῶν κορυβαντιώντων ἥ τε καρδία πηδᾷ καὶ δάκρυα ἐκχεῖται ὑπὸ τῶν λόγων τῶν τούτου, ὁρῶ δὲ καὶ ἄλλους παμπόλλους τὰ αὐτὰ πάσχοντας:
Telkens als ik naar hem luister, bonst mijn hart meer nog dan bij mensen in Korybantische trance en tranen springen in mijn ogen door zijn woorden, en ik zie dat vele anderen hetzelfde ervaren.
38
ἔπειτα κοῖλον πρὸς στενῷ προσκείμενον τὸν πρωκτὸν ἠχεῖν ὑπὸ βίας τοῦ πνεύματος.
En dat vervolgens de holle aars, die na de engte ligt, door het geweld van de wind gaat knallen.
39
ἐπειδὴ οὖν ἡ φύσις δίχα ἐτμήθη, ποθοῦν ἕκαστον τὸ ἥμισυ τὸ αὑτοῦ συνῄει, καὶ περιβάλλοντες τὰς χεῖρας καὶ συμπλεκόμενοι ἀλλήλοις,
Toen dus het oorspronkelijke lichaam in tweeën was gesneden, verlangde iedere helft hevig naar zijn (weder)helft en kwam ermee samen, en ze sloegen hun armen om elkaar heen en omstrengelden elkaar.
40
Welke bronnen hebben we van Sokrates?
enkel secundair materiaal: - Attische komedie - Xenophon - Plato