SCHRIFTELIJK EXAMEN Flashcards
(54 cards)
Εὐρώπης τὸ φίλημα, καὶ ἢν ἄχρι χείλεος ἔλθῃ,
ἡδύ γε, κἂν ψαύσῃ μοῦνον ἄκρου στόματος:
ψαύει δ᾽ οὐκ ἄκροις τοῖς χείλεσιν, ἀλλ᾽ ἐρίσασα
τὸ στόμα τὴν ψυχὴν ἐξ ὀνύχων ἀνάγει.
De zoen van Europa, zelfs als ze even langs de lip loopt, is heerlijk, zelfs als ze enkel langs de mond streelt. Ze strijkt niet met de top van haar lipjes, maar ze drukt haar mond en ze zuigt zelfs je ziel uit de top van je nagels.
ποιεῖς πάντα, Μέλισσα, φιλανθέος ἔργα μελίσσης:
οἶδα καὶ ἐς κραδίην τοῦτο, γύναι, τίθεμαι.
καὶ μέλι μὲν στάζεις ὑπὸ χείλεσιν ἡδὺ φιλεῦσα:
ἢν δ᾽ αἰτῇς, κέντρῳ τύμμα φέρεις ἄδικον.
Bieke, jij doet alle werken van een bloembeminnende bij; ik weet het en ik neem het ter harte, vrouw. Wanneer je zoent doe je zoete honing onder je lippen druppelen; maar als je geld begint te vragen, dan steek je me onrechtvaardig met je angel.
τὴν ψυχήν, Ἀγάθωνα φιλῶν, ἐπὶ χείλεσιν ἔσχον
ἦλθε γὰρ ἡ τλήμων ὡς διαβησομένη.
Toen ik Agathon zoende , hield ik mijn ziel op mijn lippen: ze fladderde immers weg om over te steken.
ὄμματ᾽ ἔχεις Ἥρης, Μελίτη, τὰς χεῖρας Ἀθήνης,
τοὺς μαζοὺς Παφίης, τὰ σφυρὰ τῆς Θέτιδος.
εὐδαίμων ὁ βλέπων σε: ;τρισόλβιος ὅστις ἀκούει:
ἡμίθεος δ᾽ ὁ φιλῶν ἀθάνατος δ᾽ ὁ γαμῶν.
Ogen heb je van Hera, Melita, de handen van Athena, de borstjes van de Paphische, de enkels van Thetis. Gelukkig is hij die jou ziet, driemaal al wie jou hoort, halfgoddelijk is hij die jou kust, maar onsterfelijk is degene die met jou naar bed mag gaan.
ἰξὸν ἔχεις τὸ φίλημα, τὰ δ᾽ ὄμματα, Τιμάριον, πῦρ:
ἢν ἐσίδῃς, καίεις: ἢν δὲ θίγῃς, δέδεκας.
Je hebt een zoen als vogellijm, Timootje, en ogen als vuur; als je me aankijkt, verbrand je me, maar als je me aanraakt bind je me vast.
στέρνα περὶ στέρνοις, μαστῷ δ᾽ ἔπι μαστὸν ἐρείσας,
χείλεά τε γλυκεροῖς χείλεσι συμπιέσας
Ἀντιγόνης, καὶ χρῶτα λαβὼν πρὸς χρῶτα, τὰ λοιπὰ
σιγῶ, μάρτυς ἐφ᾽ οἷς λύχνος ἐπεγράφετο.
Ik drukte mijn boezem op haar boezem, ik drukte mijn borst op haar borst, ik drukte mijn lippen op de zoete lippen van Antigone, ik drukte mijn lijf tegen haar lijf; ik zwijg over de rest, waarvan de lamp als getuige werd opgeschreven.
μαλθακὰ μὲν Σαπφοῦς τὰ φιλήματα, μαλθακὰ γυίων
πλέγματα χιονέων, μαλθακὰ πάντα μέλη:
ψυχὴ δ᾽ ἐξ ἀδάμαντος ἀπειθέος: ἄχρι γὰρ οἴων
ἔστιν ἔρως στομάτων, τἆλλα δὲ παρθενίης.
καὶ τίς ὑποτλαίη; τάχα τις τάχα τοῦτο ταλάσσας
δίψαν Τανταλέην τλήσεται εὐμαρέως.
Zacht zijn de zoenen van Sappho, zacht is de omarming van haar sneeuwblanke armen, zacht is heel haar lichaam, maar haar hart is van onbuigbaar staal: want haar liefde loopt enkel langs haar lippen, en de rest is van een maagd. Wie zou dat nu kunnen verdragen? Snel snel zal iemand die daar tegen kan, Tantalos’ dorst dulden.
οὔτε με παρθενικῆς τέρπει γάμος, οὔτε γεραιῆς:
τὴν μὲν ἐποικτείρω, τὴν δὲ καταιδέομαι.
εἴη μήτ᾽ ὄμφαξ, μήτ᾽ ἀσταφίς: ἡ δὲ πέπειρος
ἐς Κύπριδος θαλάμους ὥρια καλλοσύνη
Seks met een maagd pleziert me niet, of met een oude sok; ik heb medelijden met die ene en ik schaam me voor de andere. Laat haar geen zure druif of rozijn zijn; een rijpe schoonheid is goed getimed voor het bruidsbed van Cyprus.
Δωρίδα τὴν ῥοδόπυγον ὑπὲρ λεχέων διατείνας
ἅψεσιν ἐν χλοερῖς ἀθάνατος γέγονα. ἡ γὰρ ὑπερφυέεσσι μέσον διαβᾶσά με ποσσίν,
ἤνυσεν ἀκλινέως τὸν Κύπριδος δόλιχον; ὄμμασι νωθρὰ βλέπουσα: τὰ δ᾽ ἠύτε πνεύματι φύλλα,
ἀμφισαλευομένης, ἔτρεμε πορφύρεα,
μέχρις ἀπεσπείσθη λευκὸν μένος ἀμφοτέροισιν,
καὶ Δωρὶς παρέτοις ἐξεχύθη μέλεσι.
Toen ik Doris, met het rozige kontje, had uiteen gespreid op mijn bed, werd ik onsterfelijk in haar sappige weide. Want nadat ze met haar slanke benen om mijn middel ging zitten, voltooide zonder zwenken de wedloop van Cyprus, zwoel kijkend met haar ogen; haar rozige delen trilden zoals blaadjes in de wind terwijl ze heen en weer deinde, totdat een witte kracht werd geplengd voor ons beiden, en Doris met haar ontspannen leden uitgestrekt lag.
τῶν δή πρώτων φιλοσοφησάντων οι πλείστοι τὰς ἐν ὕλης είδει μόνας ψήθησαν ἀρχὰς είναι πάντων·
Van degenen nu die zich als eersten met filosofie bezighielden beschouwden de meesten de beginselen in de vorm van materie als de enige (beginselen) van alles.
ἐξ οὐ γὰρ ἔστιν ἅπαντα τὰ ὄντα καὶ ἐξ οὐ γίγνεται πρώτου καὶ εἰς ὃ φθείρεται τελευταῖον, τῆς μὲν ουσίας ὑπομενούσης τοῖς δε πάθεσι μεταβαλλούσης, τοῦτο στοιχεῖον και ταύτην ἀρχὴν φασιν εἶναι τῶν ὄντων,
Immers, datgene waaruit alle zijnden bestaan en waaruit ze het eerste ontstaan en waartoe ze uiteindelijk weer vergaan –waarbij de essentie blijft maar in zijn verschijningsvormen wisselt- wel dàt is naar ze zeggen het grondbeginsel en dàt is de archè van alles wat is.
καὶ διὰ τοῦτο οὔτε γίγνεσθαι ουθεν οιονται οὔτε ἀπόλλυσθαι… δεὶ γὰρ εἶναι τινα φύσιν ἢ μίαν ἢ πλείους μιᾶς ἐξ ὧν γίγνεται τάλλα σωζομένης ἐκείνης.
En ze menen dat daarom niets ontstaat of vergaat … want er moèt een bepaalde natuur zijn, één of meer dan één, waaruit de andere dingen ontstaan, terwijl díe (archè) bewaard blijft.
τὸ μέντοι πλῆθος καὶ τὸ εἶδος τῆς τοιαύτης ἀρχῆς
οὺ τὸ αὐτὸ πάντες λέγουσιν,
Wat betreft het aantal en de verschijningsvorm van deze archè zeggen ze echter niet allemaal hetzelfde.
ἀλλὰ Θαλής μὲν ὁ τῆς τοιαύτης ἀρχηγός φιλοσοφίας ὕδωρ φησὶν εἶναι διὸ καὶ τὴν γῆν ἐφ᾽ ὕδατος ἀπεφήνατο είναι, λαβὼν ἴσως τὴν ὑπόληψιν ταύτην ἐκ τοῦ πάντων ὁρᾶν τὴν τροφὴν ὑγρὰν οὖσαν καὶ αὐτὸ τὸ θερμὸν ἐκ τούτου γιγνόμενον καὶ τούτῳ ζῶν το δ’ ἐξ οὐ γίγνεται, τοῦτ᾽ ἐστὶν ἀρχὴ πάντων - διά τε δὴ τοῦτο τὴν ὑπόληψιν λαβών ταύτην καὶ διὰ τὸ πάντων τὰ σπέρματα τὴν φύσιν ὑγρὰν ἔχειν, τὸ δ᾽ ὕδωρ ἀρχὴν τῆς φύσεως είναι τοῖς ὑγροῖς.
Maar Thales, de stichter van dit type filosofie, zegt dat het water is (daardoor verkondigde hij ook dat de aarde op water rust), en nam wellicht deze veronderstelling aan doordat hij zag dat het voedsel van alles vocht is en dat het warme zelf hieruit voortkomt en hierdoor in leven blijft (dat waaruit (iets) voortkomt, dat is (immers) de archè van alles) en daardoor nam hij die mening aan én door het feit dat de zaden van alles een vochtige aard hebben: en het water is van nature de archè voor de vochtige zaken.
πόλεμος πάντων μὲν πατήρ έστι, πάντων δε βασιλεύς, καὶ τοὺς μὲν θεοὺς ἔδειξε τοὺς δὲ ἀνθρώπους, τοὺς μὲν δούλους ἐποίησε τοὺς δὲ ἐλευθέρους.
Oorlog is de vader van alles, de koning van alles. Aan de ene groep wijst hij hun plaats toe als goden, aan de anderen als mensen; sommigen maakt hij slaaf, anderen vrij.
πιθηκων ο καλλιστος αισχρος ανθρωπων γενει συμβαλλειν.
Onder de apen is de mooiste nog lelijk in vergelijking met de menselijke soort.
ἀνθρώπων ὁ σοφώτατος πρὸς θεὸν πίθηκος φανεῖται καὶ σοφίῃ καὶ κάλλει και τοῖς ἄλλοις πάσιν.
Onder de mensen zal de meest wijze, met de god vergeleken, een aap blijken te zijn in wijsheid, schoonheid en al het andere.
φησὶν δ ᾿ Αριστοτέλης ἐν τῷ περὶ τῶν Πυθαγορείων παραγγέλλειν αὐτὸν ἀπέχεσθαι τῶν κυάμων ήτοι ὅτι αἰδοίοις εἰσὶν ὅμοιοι ἢ ὅτι Αιδου πύλαις,
Aristoteles zegt in zijn werk “over de Puthagoreeërs dat Puthagoras aanbeval zich te onthouden van bonen, hetzij omdat ze lijken op schaamdelen, hetzij op de poorten van Hades … ”
ἀλλ’ ει χεῖρας έχον βόες ἵπποι τ’ ηε λέοντες ἢ γράψαι χείρεσσι και ἔργα τελεῖν ἅπερ ἄνδρες, ἵπποι μέν θ’ ἵπποισι βόες δε τε βουσιν ομοίας και κε θεῶν ἰδέας ἔγραφον και σώματ’ ἐποίουν τοιαῦθ οῖον περ καὐτοὶ δέμας εἶχον ἔκάστοι.
Maar als koeien en paarden of leeuwen handen hadden of met hun handen konden schrijven en werken brengen zoals mensen, wel, dan zouden paarden de beelden van hun goden tekenen, gelijkend op paarden, en koeien op koeien en ze zouden hun lichamen zó maken precies zoals ze ook elk zelf een lichaam hadden.
πῦρ καὶ ὕδωρ καὶ γαῖα καὶ αἰθέρος ἄπλετον ὕψος· Νεϊκός τ’ οὐλόμενον δίχα τῶν, ἀτάλαντον ἁπάντῃ, καὶ φιλότης ἐν τοῖσιν, ἴση μῆκός τε πλάτος τε
Vuur en water en aarde en eindeloze hoogte van ’t hemelgewelf: en, van hen gescheiden, maar tegen elk opwegend: verderfelijke Haat, en ín hen Liefde, in lengte en breedte aan hen gelijk.
την σὺ νόῳ δέρκευ, μηδ’ ὄμμασι ήσο τεθηπώς.
Kijk jij haar aan met je geest en zit daar niet zo verbluft in je blik.
᾿Επίκουρος, Δημόκριτος καὶ τὸ θήλυ προίεσθαι σπέρμα· ἔχει γὰρ παραστάτας ἀπεστραμμένους· διὰ τοῦτο καὶ ὄρεξιν ἔχει περὶ τὰς χρήσεις.
Epikouros en Demokritos (leren) dat ook wijfjes zaad uitstoten; ze hebben namelijk testikels die naar binnen gevouwen zijn; daarom hebben ze ook het verlangen om te paren.
ξυνουσίη ἀποπληξίη σμικρή· ἐξέσσυται γὰρ ἄνθρωπος ἐξ ἀνθρώπου καὶ ἀποσπᾶται πληγή τινι μεριζόμενος.
De coïtus is een kleine epilepsie-aanval; dan stort namelijk een mens uit een mens en wordt eruit weggerukt, doordat hij er door een soort klap van wordt gescheiden.
Δημόκριτος γοῦν αὐτός, ὡς φασιν, έλεγε βούλεσθαι μᾶλλον μίαν εὑρεῖν αἰτιολογίαν ἢ τὴν Περσῶν οι βασιλείαν γενέσθαι.
Demokritos beweerde dus, zoals ze zeggen, dat hij liever één oorzakelijke verklaring wilde vinden dan dat hij het koningschap van Perzië zou krijgen.