flashcards AB

Question 1

Voorbeelden van aminoglycosiden? + kenmerken

+ hoe gebruikt?

Answer 1

Gentamycine, amikacine –> polykationen, wateroplosbaar & polaire structuur

Aminoglycosiden worden lokaal (verneveling, oogdruppels, oogzalf) of systemisch (IV of IM) gebruikt.

Question 2

ADE aminoglycosiden

Answer 2

absorptie: GEEN vanuit GI-stelsel
distributie: polair dus niet gemakkelijk in cellen & verdelen niet goed in oogvocht & CSV
na parenterale toediening –> plasmaspiegel = enkel hoog in niercortex
excretie: renaal

Question 3

Wat zijn de bijwerkingen van aminoglycosiden?

Answer 3

Nefrotoxiciteit, ototoxiciteit, NMJ blokkade

Question 4

CI van aminoglycosiden?

+ cave?

Answer 4

Myasthenia gravis, zwangerschap

Nauw therapeutisch venster (TDM) + gaan weinig intracellulair

Question 5

Voorbeelden van tetracyclines

+ waarvoor gebruikt?

Answer 5

Minocycline, doxycycline

Tetracyclines worden vaak gebruikt voor de behandeling van acne.

Question 6

Wat is een belangrijke interactie van tetracyclines?

Answer 6

Melkproducten, kationen (Al, Ca, Mg, Fe)

Deze interacties leiden tot chelatie.

Question 7

Wat zijn de bijwerkingen van tetracyclines?

+ CI?

Answer 7

GI, tanden, groeikraakbeenschijven, fotosensitiviteit, vertigo, nefrotoxiciteit, hepatotoxiciteit, thromboflebitis, benigne intracraniële hypertensie

zwangerschap in het 2-3e trimester, lactatie, en bij kinderen onder de 8 jaar

Question 8

AD van tetracyclines

Answer 8

absorptie: onvolledig GI (behalve mino- & doxycycline), groter in gevaste toestand
distributie: goede weefselpenetratie + door placenta

Question 9

Wat is een indicatie voor chloramfenicol?

Answer 9

CZS, CSV, niet-banale infecties

quasi volledig verlaten

Question 10

Wat zijn de bijwerkingen van chloramfenicol?

Answer 10

Aplastische anemie, gestoorde RBC rijping, grey baby syndroom

quasi volledig verlaten

Question 11

AD van chloramfenicol

Answer 11

absorptie: snel & volledig na PO
distributie: goede verdeling + penetratie in CZS & CSV

quasi volledig verlaten

Question 12

Voorbeelden van macroliden

Answer 12

Azithromycine, erythromycine, clarithromycine

Question 13

Wat zijn de bijwerkingen van macroliden?

Answer 13

GI, torsades de pointes

risico stijgt bij nog CYP3A4 inhibitoren of QT verlengde farmaca gegeven

Question 14

interacties macroliden

Answer 14

inhibitie van CYP3A4 (erythro- & clarithro-) & P-gp (azithro- & clarithro-)

Question 15

clindamycine

+ behandeling?

Answer 15

°ernstige enterocolitis door overgroei C. difficile –> deze prod necrotiserend toxine: °pseudomembraneuze colitis

metronidazole PO of vancomycine PO

Question 16

Wat is de werking van linezolide?

+ interacties?

Answer 16

Tegen gram+ micro-organismen (oa VRE, MRSA)

met tyramine, NA- of S-Ag (zwakke niet-specifieke MAO-I)

Question 17

Wat zijn de bijwerkingen van linezolide?

Answer 17

Thrombocytopenie, hypertensieve crisis & serotonine syndroom, risico perifere of optische neuropathie, verlaging convulsiedrempel

Question 18

FK linezolid

Answer 18

biologische beschikbaarheid PO ~ 100%

Question 19

interacties sulfamiden

in combi met?

Answer 19

Kruisallergie met KZA-I, lisdiuretica, thiaziden, bep orale AB

trimethoprim –> co-trimoxazol

Question 20

Wat is co-trimoxazol?

Answer 20

Sulfamide + trimethoprim

Het beïnvloedt het foliumzuurmetabolisme.

Question 21

Wat zijn de bijwerkingen van co-trimoxazol?

CI?

Answer 21

Allergie, DRESS-syndroom, Stevens-Johnson- & Lyellsyndroom, hyperkalemie, hematologische afwijkingen

zwangerschap

Question 22

Wat zijn chinolonen?

Answer 22

Moxifloxacine, ciprofloxacine, levofloxacine, norfloxacine, ofloxacine

Ze hebben strikte indicaties en moeten verantwoord worden gebruikt.

Question 23

ADE chinolonen

Answer 23

absorptie: goed na PO
distributie: goed in lichaamsvochten & weefsels (groot distributieV)
excretie: tubulaire secretie & glomerulaire filtratie

Question 24

interacties chinolonen

Answer 24

melkproducten, kationen (Al, Ca, Mg, Fe) & inhibitie van CYP1A2

Question 25

Wat zijn de bijwerkingen van chinolonen? | CI?

Answer 25

GI, CZS (verlaagde convulsiedrempel, depressie, hoofdpijn), long QT, groeikraakbeen, achillespeesruptuur, resistentie | zwanger, BV, kinderen (<18j) levertox, topsport, risicofact long QT

Question 26

werking penicillinen?

Answer 26

inhibitie celwandsynthese | met clavulaanzuur om AB te beschermen tegen inactivatie ## Footnote clavulaanzuur = irreversiebele inhibitor van bèta-lactamasen (bijwerking: toxische hepatitis)

Question 27

ADE penicilinnen

Answer 27

absorptie: variabel voor ≠ penicilinnen (afh van zuur-weerstandigheid & mate van eiwitbinding) distributie: goede verdeling behalve in hersenen eliminatie: renaal

Question 28

bijwerkingen penicilinnen

Answer 28

IgE allergie (acuut --> R/ A IM) + kruisallergie cefalosporine | toxiciteit heel laag

Question 29

Wat is vancomycine gebruikt voor?

Answer 29

C. difficile pseudomembraneuze colitis (PO)

Question 30

bijwerkingen vancomycine

Answer 30

nefro- & ototoxiciteit + red man/red neck syndrome

Question 31

AE vancomycine

Answer 31

absorptie: beperkt na PO | IV als systemisch effect gewenst eliminatie: renaal

Question 32

Wat zijn de bijwerkingen van metronidazole?

Answer 32

Hoofdpijn, nausea, droge mond, metaalsmaak

Question 33

wat is metronidazole | FK?

Answer 33

≠ azole-antimycotica = nitro-imidazoolderivaten (zoals orniadzol & tinidazol) | snelle & volledige absorptie na PO

Question 34

interacties metronidazol

Answer 34

disulfiram-effect + CYP2C9-inhibitor

Question 35

Wat is meropenem?

Answer 35

Carbapenem ## Footnote Het wordt vaak gebruikt in de ICU.

Question 36

interacties meropenem? | + bijwerking?

Answer 36

verlaging valproaatspiegels | verlaging convulsiedrempel ## Footnote => gelijktijdige behandeling valproaat & meropenem vermijden, als toch noodz: plasmaspiegels valproaat controleren

Question 37

Wat is rifampicine gebruikt voor?

Answer 37

TBC

Question 38

Wat zijn de bijwerkingen van rifampicine?

Answer 38

Verhoogde transaminasen en bilirubinemie, overgevoeligheidsverschijnselen & oranje-rode verkleuring van urine, zweet, speeksel, tranen en feces | zelden hepatotox (maar verhoogd risico als toedienen met isoniazide) ## Footnote regelmatig leverenzymen checken!!

Question 39

interacties rifampicine

Answer 39

inductie van CYPs & P-gp, hormonale anticonceptie, immuunsuppresiva, sommige antiretrovirale middelen, VKA's

Question 40

Wat zijn azoolderivaten? | gebruikt voor?

Answer 40

Fluconazol, itraconazol, ketoconazol, miconazol, posaconazol, voriconazol | Ze worden gebruikt als antimycotica tegen dermatofyten en schimmels.

Question 41

Wat zijn de bijwerkingen van azoolderivaten?

Answer 41

long QT (torsades des pointes), hepatotoxiciteit

Question 42

interacteis azoolderivaten

Answer 42

inhibitie CYPs & versterken VKA effecten