frans mission 2 Flashcards
(46 cards)
1
Q
des affaires (f.)
A
spullen
2
Q
une affiche
A
een affiche
3
Q
un balcon
A
een balkon
4
Q
une bibliothèque
A
een bibliotheek
5
Q
un buffet
A
een dressoir
6
Q
un canapé
A
een zetel
7
Q
un coussin
A
een kussen
8
Q
une couverte
A
een deken
9
Q
la décoration
A
de decoratie
10
Q
un endroit
A
een plaats, ruimte
11
Q
un espace de détente
A
een ontspanningsruimte
12
Q
un fauteuil
A
een armstoel, zetel
13
Q
un instant
A
een ogenblik
14
Q
un investissement
A
een investering
15
Q
un lampadaire
A
een schemerlamp
16
Q
un, une locataire
A
een huurder, huurster
17
Q
la location
A
de verhuur
18
Q
un matelas
A
een matras
19
Q
un meuble
A
een meubel
20
Q
un miroir
A
een spiegel
21
Q
le mobilier
A
een spiegel
22
Q
une peinture
A
een schilderij
23
Q
un rideau
A
een gordijn
24
Q
le sol
A
de vloer
25
une table à manger
een eettafel
26
une table basse
een salontafel
27
un tableau
een schilderij
28
un tapis
een tapijt
29
une toile
een doek, een schilderij
30
un vase
een vaas
31
afficher
tonen, afficheren
32
agir
handelen, doen
33
décorer
decoreren
34
déplacer
verplaatsen
35
s'empiler
zich opstapelen
36
habiller
aankleden
37
investir
investeren
38
peidre
schilderen
39
se ressembler
lijken op elkaar
40
clair(e)
licht, helder
41
décoratif(ve)
decoratief
42
épais(se)
dik
43
foncé(e)
donker
44
vif, vive
levendig
45
à l'aise
op zijn gemak
46
se sentir chez soi
zich tuis voeler bij mij