frans mission 3 Flashcards
(41 cards)
1
Q
un appareil électroménager
A
een huishoudstoestel
2
Q
une coifeuse
A
een kaptafel
3
Q
un décorateur d’intérieur
A
een interieurdecorator
4
Q
une décoratrice d’intérieur
A
een interieurdecoratrice
5
Q
l’éclairage
A
de verlichting
6
Q
une lampe ( de table)
A
een (tafel) lamp
7
Q
un lave-vaisselle
A
een vaatwasmachine
8
Q
un lit
A
een bed
9
Q
un loyer
A
een huur
10
Q
une personnalité
A
een persoonlijkheid
11
Q
une pisciine extérieure
A
een buitenzwembad
12
Q
un porte-manteau
A
een kapstok
13
Q
un pouf
A
een poef
14
Q
un style
A
een stijl
15
Q
ambitieux, ambitieuse
A
ambitieus
16
Q
citron
A
citroengeel
17
Q
discret, discrète
A
discreet, onopvallend
18
Q
impulsif, impulsive
A
impulsief
19
Q
marron
A
kastanjebruin
20
Q
perfectionniste
A
perfectionistisch
21
Q
ponctuel, ponctuelle
A
stipt
22
Q
prudent, prudente
A
voorzichtig
23
Q
réfléchi, réfléchie
A
bedachtzaam
24
Q
romantique
A
romantisch
25
superficiel, superficielle
oppervlakkig
26
à l'exterieur
buiten, aan de buitenkant
27
à l'intérieur
binnen, aan de binnenkant
28
avoir les pieds sur terre
met beide voeten op de grond staan = realistisch
29
être de bonne humeur
goedhumeurd zijn
30
être de mauvaise humeur
slechthumeurd zijn
31
dans
in
32
sur
op, boven
33
à coté de
naast
34
en face de
tegenover
35
sous, en dessous de
onder
36
à droite de
rechts van
37
à gauche de
links van
38
devant
voor
39
derriere
achter
40
près de
dichtbij
41
au milieu de
in het midden
