geheugen Flashcards

1
Q

modal-model

A

geheugen is een serieel proces

  1. Sensorisch geheugen: heel kortdurend
    - Echoic memory: auditief
    - Iconic memory: visueel
  2. Kortetermijngeheugen / werkgeheugen (STM)
  3. Langetermijngeheugen (LTM)
  • klopt niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anterograde amnesie

A

er worden tijdelijk geen nieuwe herrineringen gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

retrograde amnesie

A

niet meer terug kunnen halen wat een tijdje geleden gebeurt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tijdsafhankleijke retrograde amnesie (Ribot’s law):

A

vaak is er nog wel herinnering aan dingen die langer geleden zijn, maar niet meer over dingen die kort gelden gebeurd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hersengebieden

A
  • werkgeheugen: (pre)frontaalkwab

- LTG: temporaalkwab, MTL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Alzheimer

A
  • aandoening MTL en hippocampus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Korsakoff

A
  • aandoening dorsomediale thalamus en corpus mamillare
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

confabulatie

A

verhalen verzinnen om te maskeren dat je iets niet weet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

episodisch geheugen

A

Bewust herinneren van persoonlijke en specifieke aan tijd en plaats gebonden informatie (contextueel en autobiografisch)
Onthouden wanneer je wat geleerd hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

semantisch geheugen

A

Feitenkennis, weten

Niet weten hoe en wanneer je iets geleerd hebt, maar het wel weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

anomia

A

moeite met benoemen van objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Expertise induces amnesia:

A

voor geautomatiseerde bewegingen (expertise) is er een beperkt episodisch geheugen. Er is wel veel semantische kennis. Bij beginners is dit andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werkgeheugen

A
  • Reactivatie/maintanance (kortetermijngeheugen) en manipulatie van informatie voor de actuele situatie
  • ## Capaciteitsbegrensd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HAROLD

A

hemisferische reductie in asymmetrie –> van unilaterale naar bilaterale activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PASA

A

posterior-anterior shift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

priming

A
  • verandering in snelheid, nauwkeurigheid of bias ten aanzien van een stimulus door eerdere exposure
  • los van hippocampus
17
Q

perceptuele priming

A

priming op basis van iets wat je eerder gezien of gehoord hebt

18
Q

semantische priming

A

prime woorden die gerelateerd zijn aan een gevoel die invloed hebben op een taak (bijv. langzamer lopen na woorden over veroudering)
- Meer prefrontale activatie bij semantische dan bij perceptuele priming