plasticiteit Flashcards

1
Q

ervaringsonafhankelijke plasticiteit

A

de ontwikkeling van het brein (groei/maturatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

maturatie

A
  • meer vertakkingen en verbindingen
  • toename volume door myelinisatie
  • pruning: afname grijze stof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arboristie

A

uitgroei dendrieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pruning

A
  • afname van grijze stof
  • tijds- en regioafhankelijk: eerst primaire gebieden, dan pariëtaal en als laatst de prefrontale gebieden
  • tot ongeveer 25 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

veroudering

A
  • last in, first out (associatiegebieden)
  • algehele atrofie (afname witte stof)
  • afname doorbloeding
  • verlies synapsen en neurotransmitters
  • neurale dedifferentiatie
  • neurale compensatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neurale dedifferentiatie

A
  • functioneel verlies

- gebieden worden minder specialistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

neurale compensatie

A
  • functie behoud

- taak overload verdelen over meerder gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ervaringsafhankelijke plasticiteit

A

de normale verandering van het brein bij normale stimulering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ferale kinderen

A
  • verstoten en afgezonderd opgegroeid
  • vaak taalachterstand door
  • verminderde omgevingsstimulering
  • stress, ondervoeding, mishandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hubel en wiesel

A

1 oog kat dichtnaaien vanaf geboorte

  • V1 van dat oog onderontwikkeld
  • andere V1 wel goed
  • onomkeerbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

visuele deprivatie

A
  • vroege deprivatie zorgt voor onherstelbare schade V1
  • passief bewegen zorgt voor verstoorde functies
  • tijdelijke deprivatie op latere leeftijd –> omkeerbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kennard principe

A
  • hoe eerder een beschadiging plaatsvindt, hoe beter het herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

scaffolding

A

extra hersenstructuren inzetten voor een taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

theory of vicarious functioning

A

er bestaan plaatsvervangende plekken in de contralaterale hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

theory of equipotentiality

A

de plaatsvervangende gebieden kunnen de functie net zo goed als het oorspronkelijke gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

crowding

A

een functie overnemen heeft consequenties omdat een gebied teveel functies moet uitvoeren

17
Q

crossmodale plasticiteit

A

een ander regionaal gebied neemt de functie over

18
Q

map extension

A

overstimuleren van een gbied zorgft vor een groter gebied op de cortical map

19
Q

smearing

A

de grens tussen gebiedjes vervaagt bij simultane activiteit

20
Q

infiltratie

A

een niet meer gebruikt gebied wordt overgenomen

21
Q

fenomeen van ramachandran

A

fantoomsensaties door positie in de somatotopie

22
Q

branching and pruning

A

verder vertakken van witte stof en het verdwijnen van grijze stof

23
Q

regel van Hebb

A

als cellen synchroon vuren versterkt de verbinding

24
Q

unmasking

A

veranderingen in synaptische activiteit van bestaande connecties; het verbeteren van efficiëntie van connecties en het bevrijden van inhibities