Geneesmiddelenallergie Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wat zijn de symptomen van immunologische overgevoeligheidsreacties voor geneesmiddelen?

A

Koorts, exantheem, gestoorde lever- en nierfunctie, pneumonie, mucosale laesies, hematologische afwijkingen zoals auto-immuun hemolytische anemie of auto-immuun trombocytopenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem drie geneesmiddelenreacties waarbij het geneesmiddel acuut gestopt moet worden.

A
  • Anafylaxie (immunologisch/ niet-immunologisch)
  • Trombocytopenie/ hemolytische anemie
  • Ernstige huidreacties (SCAR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is anafylaxie?

A

Een acute en ernstige gegeneraliseerde reactie, meestal veroorzaakt door een IgE-gemedieerde allergische reactie op voedsel, geneesmiddelen of insectengif.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen van anafylaxie?

A
  • Jeuk
  • Urticaria
  • Angio-oedeem
  • Erytheem
  • Levensbedreigende anafylactische shock.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem enkele frequent verantwoordelijke geneesmiddelen voor anafylactische reacties.

A
  • β-lactam-antibiotica
  • NSAID’s
  • Spierverslappers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de risicofactoren voor anafylactische reacties?

A
  • Frequente blootstelling
  • Immuun activatie (chronische virale infecties)
  • Astma/atopie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de preventieve maatregelen tegen anafylactische reacties?

A

Rationeel voorschrijven van medicatie en controleren op allergieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt een ernstige anafylactische reactie behandeld?

A
  • Adrenaline toedienen
  • Antihistaminica
  • Corticosteroïden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de stappen voor de behandeling van anafylactische reacties?

A
  • Stap 1: STOPPEN verdacht geneesmiddel
  • Stap 2: Adrenaline 0.5 i.m.
  • Stap 3: Nogmaals adrenaline 0.5mg i.m.
  • Stap 4: Vervolgbehandeling MC/IC.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen een anafylactische reactie en een anafylactoïde reactie?

A

Anafylactische reacties vereisen sensibilisatie; anafylactoïde reacties zijn dosisafhankelijk en kunnen optreden zonder sensibilisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de vier graden van symptomen bij anafylaxie.

A
  • Graad 1: Jeuk, erytheem, urticaria
  • Graad 2: Gegeneraliseerd oedeem, gastro-intestinale klachten
  • Graad 3: Stridor, dysfagie, dyspnoe
  • Graad 4: Cyanose, hypotensie, collaps.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de frequent verantwoordelijke geneesmiddelen voor trombocytopenie/hemolytische anemie?

A
  • Heparines
  • β-lactam-antibiotica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de risicofactoren voor trombocytopenie/hemolytische anemie?

A
  • Frequente blootstelling
  • Immuun activatie (chronische virale infecties)
  • Astma/atopie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de stappen voor de behandeling van trombocytopenie/hemolytische anemie?

A
  • Stap 1: STOPPEN verdacht geneesmiddel
  • Stap 2: Trombocyten transfusie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is heparine geïnduceerde trombopenie (HIT)?

A

Een complicatie van heparine waarbij antistoffen tegen het heparine- en plaatjesfactor-4 complex ontstaan, leidend tot trombocytopenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de twee typen HIT?

A
  • Type I: Niet immuungemedieerde trombocytopenie
  • Type II: Immuungemedieerde trombocytopenie.
17
Q

Wat zijn de belangrijkste veroorzakers van geneesmiddel geïnduceerde hemolytische anemie?

A
  • β-lactam-antibiotica.
18
Q

Hoe wordt de maculopapuleuze eruptie gekarakteriseerd?

A

De frequentst voorkomende geneesmiddeleneruptie, vooral gezien bij penicillinen, carbamazepine en allopurinol.

19
Q

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Stevens-Johnson (SJS)?

A

Aangedaan lichaamsoppervlak <10%, conjunctivitis, orale mucositis.

20
Q

Wat is de behandeling voor ernstige huidreacties zoals SJS en TEN?

A
  • Medicatie direct stoppen
  • Pijnbestrijding
  • Infectiebestrijding.
21
Q

Wat zijn de frequent verantwoordelijke geneesmiddelen voor ernstige huidreacties?

A
  • Antibiotica
  • Carbamazepine
  • Allopurinol.
22
Q

Wat zijn de risicofactoren voor ernstige huidreacties?

A
  • Frequente blootstelling
  • Immuun activatie (chronische virale infecties)
  • Astma/atopie.