Geschiedenis H7 Begrippen Flashcards
Begrippen Geschiedenis H7 "Leven en Werken in de Stad" (23 cards)
Bevolkingsgroei
Bevolkingsgroei betekent dat het aantal mensen in een gebied toeneemt doordat er meer geboorten zijn dan sterfgevallen.
Ontginning
Ontginning is het geschikt maken van onbewerkte of woeste grond (zoals bossen of moerassen) voor landbouw of bewoning. In de middeleeuwen zorgde ontginning voor meer akkerland en daardoor meer voedsel.
Migratie
Migratie is het verhuizen van mensen van de ene plek naar een andere.
Bemesting
Bemesting is het toevoegen van voedingsstoffen aan de bodem, zoals mest of compost, om de vruchtbaarheid te verbeteren en de opbrengst van gewassen te vergroten.
Drieslagstelsel
Drieslagstelsel is een landbouwmethode waarbij de landbouwgrond wordt verdeeld in drie delen: één deel wordt beplant, één deel ligt braak, en één deel wordt ingezaaid met gewassen die de bodem verbeteren. Elk jaar wisselen deze delen van functie, waardoor de bodem vruchtbaar blijft.
Beroepsspecialisatie
Beroepsspecialisatie betekent dat doordat de samenleving groeit en complexer wordt, mensen zich gaan richten op één specifieke taak of beroep
Gesloten landbouwsamneleving
Gesloten landbouwsamenleving is een samenleving waarin bijna alles wat mensen nodig hebben (voedsel, kleding, werktuigen) lokaal wordt geproduceerd, meestal op het platteland. Er is weinig handel met andere gebieden, en mensen leven vooral van hun eigen opbrengst.
Open landbouwsamenleving
Open landbouwsamenleving is een samenleving waarin boeren niet alleen voor zichzelf produceren, maar ook voedsel en goederen ruilen of verkopen. Er is meer handel, contact met steden en andere gebieden, en dus ook meer economische ontwikkeling.
Eenzijdige voeding
Eenzijdige voedingen zijn voedingspatronen waarbij mensen langdurig bijna altijd hetzelfde eten, met weinig variatie in voedingsstoffen. Dit kan leiden tot tekorten aan vitaminen en mineralen, en daardoor gezondheidsproblemen zoals bloedarmoede of scheurbuik.
Ambachtslui
Vakmensen die met hun handen producten maken, zoals smeden, bakkers of wevers.
Handelaars
Personen die goederen kopen en verkopen, zowel lokaal als over langere afstanden.
Grondstoffen
Ruwe materialen uit de natuur (zoals hout, wol of ijzer) die gebruikt worden om producten te maken.
Afgewerkte Producten
Goederen die door ambachtslui zijn bewerkt of gemaakt, zoals kleding, gereedschap of meubels.
Lokale Markt
Een plaats in het dorp of de stad waar mensen uit de buurt goederen kopen of ruilen.
Regionale Handel
Handel tussen dorpen en steden in dezelfde streek of regio.
Langeafstandshandel
Handel over grote afstanden, vaak tussen landen of zelfs werelddelen.
Verstedelijking
Het groeien van dorpen tot steden, doordat steeds meer mensen in de stad gaan wonen en werken.
Waterwegen
Rivieren, kanalen en zeeën die gebruikt worden voor transport en handel.
Burcht
Een versterkt gebouw of kasteel dat bescherming biedt, vaak gebouwd op een strategische plaats.
Luxeproducten
Dure en zeldzame goederen zoals zijde, specerijen of goud, die niet voor dagelijks gebruik zijn.
Jaarmarkten
Grote markten die één of enkele keren per jaar plaatsvinden en handelaars van ver aantrekken.
Maritieme handel
Handel over zee, vaak tussen havensteden of verschillende landen.
Geldeconomie
Geldeconomie is een economie waarin mensen goederen en diensten kopen en verkopen met geld in plaats van ruilhandel. In de middeleeuwen kwam dit geleidelijk op gang, vooral door handel en groeiende steden.