Geschiedenis H7 Begrippen Flashcards

Begrippen Geschiedenis H7 "Leven en Werken in de Stad" (23 cards)

1
Q

Bevolkingsgroei

A

Bevolkingsgroei betekent dat het aantal mensen in een gebied toeneemt doordat er meer geboorten zijn dan sterfgevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontginning

A

Ontginning is het geschikt maken van onbewerkte of woeste grond (zoals bossen of moerassen) voor landbouw of bewoning. In de middeleeuwen zorgde ontginning voor meer akkerland en daardoor meer voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Migratie

A

Migratie is het verhuizen van mensen van de ene plek naar een andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bemesting

A

Bemesting is het toevoegen van voedingsstoffen aan de bodem, zoals mest of compost, om de vruchtbaarheid te verbeteren en de opbrengst van gewassen te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drieslagstelsel

A

Drieslagstelsel is een landbouwmethode waarbij de landbouwgrond wordt verdeeld in drie delen: één deel wordt beplant, één deel ligt braak, en één deel wordt ingezaaid met gewassen die de bodem verbeteren. Elk jaar wisselen deze delen van functie, waardoor de bodem vruchtbaar blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beroepsspecialisatie

A

Beroepsspecialisatie betekent dat doordat de samenleving groeit en complexer wordt, mensen zich gaan richten op één specifieke taak of beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gesloten landbouwsamneleving

A

Gesloten landbouwsamenleving is een samenleving waarin bijna alles wat mensen nodig hebben (voedsel, kleding, werktuigen) lokaal wordt geproduceerd, meestal op het platteland. Er is weinig handel met andere gebieden, en mensen leven vooral van hun eigen opbrengst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Open landbouwsamenleving

A

Open landbouwsamenleving is een samenleving waarin boeren niet alleen voor zichzelf produceren, maar ook voedsel en goederen ruilen of verkopen. Er is meer handel, contact met steden en andere gebieden, en dus ook meer economische ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eenzijdige voeding

A

Eenzijdige voedingen zijn voedingspatronen waarbij mensen langdurig bijna altijd hetzelfde eten, met weinig variatie in voedingsstoffen. Dit kan leiden tot tekorten aan vitaminen en mineralen, en daardoor gezondheidsproblemen zoals bloedarmoede of scheurbuik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ambachtslui

A

Vakmensen die met hun handen producten maken, zoals smeden, bakkers of wevers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Handelaars

A

Personen die goederen kopen en verkopen, zowel lokaal als over langere afstanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grondstoffen

A

Ruwe materialen uit de natuur (zoals hout, wol of ijzer) die gebruikt worden om producten te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afgewerkte Producten

A

Goederen die door ambachtslui zijn bewerkt of gemaakt, zoals kleding, gereedschap of meubels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lokale Markt

A

Een plaats in het dorp of de stad waar mensen uit de buurt goederen kopen of ruilen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Regionale Handel

A

Handel tussen dorpen en steden in dezelfde streek of regio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Langeafstandshandel

A

Handel over grote afstanden, vaak tussen landen of zelfs werelddelen.

17
Q

Verstedelijking

A

Het groeien van dorpen tot steden, doordat steeds meer mensen in de stad gaan wonen en werken.

18
Q

Waterwegen

A

Rivieren, kanalen en zeeën die gebruikt worden voor transport en handel.

19
Q

Burcht

A

Een versterkt gebouw of kasteel dat bescherming biedt, vaak gebouwd op een strategische plaats.

20
Q

Luxeproducten

A

Dure en zeldzame goederen zoals zijde, specerijen of goud, die niet voor dagelijks gebruik zijn.

21
Q

Jaarmarkten

A

Grote markten die één of enkele keren per jaar plaatsvinden en handelaars van ver aantrekken.

22
Q

Maritieme handel

A

Handel over zee, vaak tussen havensteden of verschillende landen.

23
Q

Geldeconomie

A

Geldeconomie is een economie waarin mensen goederen en diensten kopen en verkopen met geld in plaats van ruilhandel. In de middeleeuwen kwam dit geleidelijk op gang, vooral door handel en groeiende steden.