Geschiedenis H9 Algemene Vragenronde Flashcards

(32 cards)

1
Q

Welke elementen zijn er allemaal in een processie?

A
  • de heilige hostie
  • de priester
  • de misdienaars
  • de leden van religieuze broederschappen
  • de gewone gelovigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaraan herken je een middeleeuwse priester?

A
  1. Lang duur gewaad
  2. Tonsuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Met welk hedendaags evenement kan je een middeleeuwse processiedag vergelijken?

A

Carnaval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Som de beroepen op die je moet kennen en hun patroonheiligen

A
  1. Smid
    P: Eligius
  2. Tandarts
    P: Cosmus en Damianus
  3. Bouwvakker
    P: De Vier Gekroonde Martelaren
  4. Timmerman
    P: Jozef
  5. Parfumier
    P: Maria Magdalena
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kwam het Christendom in de stad tot uiting?

A

Door grote processies zoals deze en kerkenbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe was het Christendom in de stad verweven met het beroepsleven van de mensen

A

Veel ambachtslui en gilden hadden hun eigen patroonheiligen en kappelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat begonnen de Christenen niet leuk te vinden aan het Christendom?

A

Hoe dat de clerus in alle rijkdom leefde terwijl de burgers sobers moesten leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaraan is de rijkdom van een bisschop te merken?

A

een bonte jas en een paars gewaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie heeft de kerk ingeschakeld voor de Christendom weer populair te maken en hoe deden ze dat?

A

de Fransiscanen en Dominicanen en door te prediken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaraan merk je de soberheid van een Fransciscaan?

A

Geen schoenen, zelfde en eenvoudige kleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom was een dominicanenkerk leeg?

A

Zodat er meer plaats was voor toeschouwers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke waarden wouden de predikanten hun toehoorders bijbrengen

A

eenvoud, bescheidenheid, naastenliefde, soberheid, zorgen voor zwakken in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Preken waren saai / boeiend entertainment

A

Boeiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe leerden de stedelingen de christelijke ideeën en waarden kennen?

A

De kerk stuurde predikanten naar de stad om het Christendom te promoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem de 7 sacramenten op

A
  • Doopsel
  • Vormsel
  • Communie (Eucharistie)
  • Biecht
  • Huwelijk
  • Ziekenzalving
  • Priesterwijding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie is telkens de bedienaar van een sacrament?

17
Q

Welke 2 sacramenten zijn een uitzondering en door wie worden ze toegediend?

A

Het Vormsel en de Priesterwijding worden door een bisschop toegediend

18
Q

Wat was de rol van de sacramenten in de 2e middeleeuwen voor de mens:

A

Je had het nodig om een goede Christenen te zijn, en voor in de hemel te geraken.

19
Q

Wat was de rol van de sacramenten in de 2e middeleeuwen voor de kerk:

A

Versterking van de kerkelijke macht

20
Q

Waarom werd de priester dan belangrijk?

A

Hij heeft een exclusieve rol in de bediening

21
Q

Noem de 4 bedevaartsoorden en in welk land ze liggen

A

Santiago de Compstela (Spanje), Canterbury (Engeland), Mont-Saint-Michel (Frankrijk), Rome (Italië)

22
Q

Wat is een pelgrim?

A

Iemand die op bedevaart gaat

23
Q

Hoe is deze pelgrim uitgerust?

A

Heel simpel, met een wandelstok en een reistas

24
Q

Hoe kon een pelgrim dat doen?

A

Mensen boden pelgrims een schuilplaats omdat dat verplicht is in het naastenliefde

25
Waarom gaat iemand op bedevaart?
Voor genezing, als bedanking, vergiffenis voor zonden, als straf, tegen betaling (opdracht)
26
Licht toe waarom een kathedraal een voorbeeld is van beroepsspecialisatie
Er zijn heel veel verschillende mensen met heel veel verschillende beroepen aanwezig
27
Verklaar waarom zulke ondernemingen (bouw van een kathedraal) pas in de 2e Middeleeuwen mogelijk waren
1. Pas vanaf 2e Middeleeuwen beroepsspecialisatie 2. Handelaars en ambachtslui investeerden hun winst in hun geloof
28
Benoem de organen van en kathedraal
kruisribgewelf luchtboog rondboog spitsboog steunbeer tongewelf
29
Licht aan de hand van de foto in het boek toe hoe de technische vernieuwingen de vormgeving mee bepalen
De technische vernieuwingen lieten toe om vanaf de 2e eeuw hoger en groter te gaan bouwen
30
Waarom wou men in de hoogte bouwen?
1. Hoe hoger, hoe dichter bij God 2. Steden willen met hun kathedralen uitpakken voor te tonen hoe rijk ze zijn
31
Wat zijn de elementen van een Romaanse kerk (denk aan centrale thematiek, emoties, vormgeving, tijd)
Centrale Thematiek: Het Laatste Oordeel Emotie's: gekweld, angstig Vormgeving: niet realistisch Tijd: 1000-1150
32
Wat zijn de elementen van een Gotische kerk (denk aan centrale thematiek, emoties, vormgeving, tijd)
Centrale Thematiek: Kroning van Maria Emoties: liefdevom Vormgeving: realistisch Tijd: 1150-1300