Gezondheidspsychologie H9 Flashcards

Slaap (88 cards)

1
Q

Welke typen pijn zijn er?

A
  • acute pijn
  • chronische pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is pijn?

A

Een onaangename sensorische en emotionele ervaring, die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadigingen of wordt toegeschreven aan weefselbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt acute pijn in?

A

3-6 maanden
Eenmalig of terugkerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de chronische pijn in?

A

Progressief: met duidelijke oorzaak
Goedaardig: zonder duidelijke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de aard van pijn?

A
  • type pijn
  • hevigheid van pijn
  • patroon van pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de prevalentie van pijn?

A

België: 96000 mensen
Wereldwijd: 1/5, Be 1/4
Belangrijkste reden voor arts bezoek
Kosten
Vooral in onderrug, buik, hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de belangrijkste reden voor artsbezoek?

A
  • 40% van bezoeken aan eerstelijnsgezondheidszorg
  • 21% 6+ maand pijn
  • 80% meldt beperkt lichamelijk functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke kosten zijn er voor pijn?

A
  • lichamelijk
  • psychologisch
  • economisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgen voor leven met pijn?

A

Ernstig effect op patiënt en omgeving mogelijk
Voordelen/winst of beloning
Problemen door beloningssystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke ernstige effecten van pijn zijn er mogelijk?

A

Lichamelijke/sociale activiteiten
Financiële situatie
Depressie
- pijn als symptoom van depressie
- depressie als gevolg van pijn
- wederkerige relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de voordelen/winst of beloning van leven met pijn?

A
  • primaire winst
  • secundaire winst
  • tertiaire winst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de primaire winst van leven met pijn?

A

Uitingen van pijn zorgen dat een aversieve consequentie afneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de secundaire winst?

A

Pijn heeft positieve gevolgen, sympathie of zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de tertiaire winst?

A

Plezier of voldoening die iemand anders krijgt door degene in pijn de helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de problemen door beloningssystemen van leven met pijn?

A
  • dramatisering
  • niet meer gebruiken lichaamsdeel -> inactiviteit
  • misbruik geneesmiddelen
  • afhankelijkheid van anderen door aangeleerde hulpeloosheid en verwaarloosde copingvaardigheden
    invaliditeit door inactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn biologische modellen voor pijn?

A
  • pijn in afwezigheid van pijnreceptoren
  • ‘pijnreceptoren’ die geen pijn registreren
  • psychologische invloeden op pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat waren de biologische opvattingen van pijn doorheen de geschiedenis?

A
  • specificiteitstheorie
  • 3 typen zenuwen
  • patroontheorie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de specificiteitstheorie?

A

Pijnreceptoren sturen die info naar een deel in hersenen en dat leidt tot gewaarwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke typen zenuwen zijn er?

A
  • aanraking
  • warmte
  • pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt de patroontheorie in?

A

Pijngewaarwording alleen als de zenuwprikkeling een bepaalde drempel overschrijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat wat de theorie van de patroontheorie over baby’s?

A

Dat ze geen pijn voelden, want hersenen niet genoeg ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het gemeenschappelijk basisprincipe van de opvattingen uit de geschiedenis?

A

Pijngewaarwording: directe afspiegeling van mate van lichamelijke beschadiging of gewaarwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn andere onderzoeksresultaten bij de biologische modellen voor pijn?

A
  • pijn in afwezigheid van pijnreceptoren
  • ‘pijnreceptoren’ die geen pijn registreren
  • invloed psychologische factoren op beleving van pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat wordt er gezegd over pijn in afwezigheid van pijnreceptoren?

A

Bewijs dat basisprincipe ‘pijn is een directe afspiegeling van lichamelijke beschadiging’ onjuist is
70% ervaart in 1e week na operatie
50% maanden tot jaren na operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de behandeling van fantoompijn?
Moeilijk te behandelen Behandeling: mirror visual effect
26
Waardoor pijn als de 'pijnreceptoren' geen pijn registreren?
CUIP: congentinal universal intensitivity to pain - ongevoeligheid voor pijn - reageren niet op waarschuwingssignalen - zenuwbanen voor pijn zijn intact Ook dit spreekt basisprincipe tegen
27
Wat zijn de psychologische invloeden op pijn?
- stemming - aandacht - cognities - sociale context
28
Wat is de invloed van stemming op pijn?
Experiment: negatieve stemming gebracht en positieve stemming -> negatieve stemming -> meer gewaarwording pijn
29
Wat is de invloed van aandacht op pijn?
Experiment: cold pressure test (hand in water, computer) -> aandacht op pijn -> meer pijn ervaring
30
Wat is de motivationele verklaring van aandacht en pijn?
Meer aandacht naar pijn, minder ruimte voor aandacht naar andere zaken
31
Wat is de invloed van cognitie op pijn?
Stemming kan pijnbeleving beïnvloeden via gedachten over aard en gevolgen van pijn - causale attributie - pijn verdragen - pijn beheersen - verwachting over pijnstilling Experiment: cold pressure test: gevoel controle -> minder pijn
32
Wat is de verwachting over pijnstilling?
Placebo vs noreboreactie Interne keuekn: geconditioneerd - ik zal wel beter worden placebo - hersenen reageren daarop -> lichaam maakt pijnstillers aan Poortcontroletheorie
33
Wat is de poortcontroletheorie?
Pijn wordt bepaald door 2 systemen - pijnreceptoren in huid en organen - bij lichamelijke beschadiging van ervaren we gerelateerde cognities en emoties
34
Wat doen de systemen van de poortcontroletheorie?
Pijnreceptoren in huid en organen - info naar reeks van poorten in ruggenmerg - binnen de poorten zijn zenuwenverbonden met andere zenuwen die langs ruggenmerg loepen - zenuwen langs ruggenmerg geven info door naar pijncentra in de hersenen Bij lichamelijke beschadiging van ervaren we gerelateerde cognities en emoties - activering van zenuwvezels: info vanuit hersenen langs ruggenmerg naar de poort waar pijnsignalen het ruggenmerg binnenkomen
35
Waarvan hangt de hevigheid van de pijn af volgens de poortcontroletheorie?
De 2 systemen - pijnreceptoren in huid en organen - bij lichamelijke beschadiging van ervaren we gerelateerde cognities en emoties
36
Wat zorgt ervoor dat de poort opent volgens de poortcontroletheorie?
De activering van de sensorische zenuwen tussen de plaats van de pijn en het ruggenmerg -> activeert zenuwen die naar pijncentra lopen waar gewaarwording als pijn wordt herkend
37
Wat kan invloed hebben op het openen en sluiten van de poort?
Routes omlaag: door emotionele/cognitieve factoren - angstige gedachten of aandacht pijn -> poort open - kalmerende of afleidende gedachten -> poort sluit
38
Wat zijn nocireceptoren?
Zenuwen die de pijngewaarwordingen doorgeleid van de poort naar het ruggenmerg
39
Welke nocireceptoren zijn er?
- A-deltavezels - polymodale C-vezels
40
Wat doen A-deltavezels?
- lichte aanraking, mechanische en thermische prikkels - info over kortdurende, scherpe pijn - heel sterke schadelijke prikkels - ervaring van korte duur - geleiden ook tactiele info, meestal in relatie tot zachte aanraking - leveren info die bij het ruggenmerg concureert met A-delta en polymodale C-vezels
41
Wat doen polymodale C-vezels?
- geleiden traag - info over doffe, kloppende pijn, gedurende langere tijd gevoeld
42
Wat is het belangrijkste verschil tussen A-deltavezels en polymodale C-vezels?
Snelheid van geleiden
43
Wat wordt er bedoeld met de snelheid van geleiden?
Reactie op verwonding in 2 fasen - gewaarwording scherpe pijn: door A-deltavezels - chronische kloppende pijn: door polymodale C-vezels
44
Wat is de 2e groep zenuwen?
A-bètavezels - geleiden ook tactiele info, meestal in relatie tot zachte aanraking - leveren info die bij ruggenmerg concurreert met A-delta en polymodale C-vezels
45
Wat is de werking bij een verwonding?
- A-deltavezels worden eerst geactiveerd - instinctieve reactie: wrijven op plaats - A-bètavezels worden geactiveerd (door de wrijving) - geleiden info sneller dan C-vezels - deze info bereikt de hersenen sneller dan de C-vezels - vermindert mate van activering die door de c-vezels alleen zou vereikt zijn - a-bètavezels sluiten poort = verwonding minder pijn - a-deltavezels en C-vezels openen de poort - geleiden info naar gebieden in ruggenmerg 'de substantia gelatinosa' - zenuwimpulsen veroorzaken afgifte van de stof P - door de stof P worden de T-vezels geactiveerd - T-vezels geleiden de pijngewaarwording naar de hersenen
46
Wat gebeurd er met info van A-vezels?
Info van A-vezels -> thalamus -> cortex: initiale planning en handelingen om zich van de bron van de pijn te verwijderen
47
Wat gebeurd er met info van C-vezels?
Info van C-vezels -> limbisch systeem, hypothalamus en autonoom zenuwstelsel -> snelle reactie, verwijdering van schadelijke prikkel
48
Naar waar is de richting van de neurale activiteit?
Vanuit hypothalamus is omlaag, langs ruggenmerg via zenuwbanen naar het spinaal poortmechanisme
49
Wat is de zenuwbaan die geleid van het ruggenmerg naar het spinaal poortmechanisme?
Reticulospinale vezels
50
Wat doen de reticulospinale vezels?
- geleiden omlaag langs ruggenmerg, naar spinale poort - afgifte van verschillende stoffen in substantia gelatinosa waarvan de belangrijkste lichaamseigen opiaten
51
Door wat wordt de activiteit in het systeem gemedieerd?
- zich op de pijn concentreren - emotionele en cognitieve factoren - lichamelijke factoren
52
Wat sluit ook de poort?
Pijnstillers
53
Wat is er bij de poort openen?
Fysiek - uitgebreidheid van het letsel - gevoeligheid centraal zenuwstelsel - onaangepast activiteitsniveau Affectieve - depressie - angst - agressie Cognitieve - aandacht voor pijn - engagement in activiteiten - positieve attitude
54
Wat is de situering van leren met pijn om gaan?
Acute pijn - eerstelijnszorg: farmacologische behandeling - tweedelijns: psychologische interventies Chronische pijn
55
Hoe wordt pijn gemeten?
- lineaire numerieke schaal - reeks bijvoeglijke naamwoorden - MPQ - meten van pijngedrag
56
Wat is de MPQ?
Multidimensionele vragenlijst - plaats - type pijn - tijdsduur - intensiteit
57
Wat is de beperking van MPQ?
Geen aandacht reacties op pijn
58
Wat houdt het meten van pijngedrag in?
- verbaal - motorisch - medische hulpmiddelen - functionele beperkingen
59
Waarop ligt de nadruk bij het leren omgaan met acute pijn?
- controle - aanleren copingvaardigheden - hypnose
60
Wat gebeurd er als patiënten meer controle voelde bij het omgaan van acute pijn?
Patiënt bepaalt zelf hoeveel pijnstillers -> gebruiken minder medicatie, hoge tevredenheid over pijnbestrijding
61
Welke copingvaarigheden werden aangeleerd voor acute pijn?
Afleiding - focus op pijn maakt pijn erger - afleiding vermindert pijn - gerichte afleiding is effectiever dan negeren Ontspanning - vermindering van spierspanning -> vermindering pijnbeleving - ontspanning als vorm van afleiding - concentratie nodig voor ontspanning -> afleiding pijn - ontspanning bevordert afgifte enderfinen -> directe invloed op pijnbeleving
62
Hoe werkt hypnose voor het leren omgaan met acute pijn?
- groot direct effect op acute pijn - minder pijn na operatie - bevordert lichamelijk herstel na operatie
63
Welke interventies zijn er voor het leren omgaan met chronische pijn?
- behavioristische interventie - cognitief-behavioristische interventies - ontspanning en biofeedback
64
Waarop is de behavioristische interventie van chronische pijn gebaseerd?
Operante conditionering
65
Wat is het basisprincipe van de behavioristische interventie van chronische pijn?
Pijn uit zich door pijngedrag - verbaal, vocaal, niet-verbale gedragingen Pijn wordt bekrachtigd dus - pijngedrag niet langer belonen - niet-pijngerelateerd adaptief gedrag bekrachtigen - bekrachtigen van lichaamsbeweging - ontzeggen van aandacht of andere beloningen bij pijngedrag - verstrekken van pijnstillers op vaste tijdstippen
66
Waar zijn sterke aanwijzingen voor bij behavioristische interventies van chronische pijn?
Positieve gevolgen door mate gemelde pijn, mobiliteit, vermogen tillen, gedrag buiten kliniek
67
Wat is de focus van cognitief-behavioristische interventies?
Focus op de rol van cognities -> bij behavioristische programma's cognities indirect veranderd 'ik kan het aan'
68
Wat zijn de doelstellingen van cognitief-behavioristische interventies?
- geloof in behandelbaarheid en omgaan met pijn - herkennen relaties gedachten - pijn - strategie voor pijnmanagement en ontwikkelen van adaptief denken, voelen, gedrag
69
Hoe gebeuren cognitief-behavioristische interventies?
Individuele of groepstherapie
70
Wat zijn de doelstellingen van de individuele of groepstherapie bij de cognitief-behavioristische interventies?
- patiënten leren geloven dat problemen wel te behandelen zijn - patiënten helpen relaties te herkennen tussen gedachten, emoties en gedrag - patiënten voorzien van een strategie voor management van pijn
71
Wat zijn de fasen in cognitieve verandering?
- herkennen maladaptieve gedachten door gesprekken - gedachten veranderen tot adaptieve gedachten via zelfinstructie en geheugensteuntjes
72
Waarmee gaan cognitieve veranderingen gepaard?
Met lichaamsbeweging: minimaliseren van beperking van activiteiten
73
Wat is het fear avoidance model?
Dingen waarvan iemand bang is toch doen? - blootstellen aan angst - PHODA: foto's dagelijkse activiteit -> patiënt moet ordenen met engste - kinefobie: bewegingsvrees
74
Wat moet je doen volgens het feer avoidance model?
Altijd meer te weten komen over klacht: info verzamelen over klacht - bespreek instrumenten die je gezien hebt - stap : info geven
75
Welke technieken ontspanning en biofeedback zijn er?
- EMG biofeedback - galvanische huidreactie - thermische biofeedback - VR-bril
76
Wat houdt de EMG biofeedback in?
Elektromyografische biofeedback: zwakke elektrische stroom die met spieractiviteit gepaard gaat
77
Wat houdt de techniek galvanische huidreactie in?
Algehele spanning in het lichaam meten via veranderingen in het vocht
78
Wat houdt de techniek thermische biofeedback in?
Hoofdpijn verlichten via verwarmen huid
79
Hoe zou de techniek van de VR-bril werken?
Auditief of visueel
80
Hoe is het idee van een pijnkliniek ontstaan?
Basisidee: oud-militairen met chronische pijn Verschillende invalshoeken
81
Voor wie zijn pijnklinieken?
Voor mensen met een behandeling van minstens 6 maanden
82
Hoe ziet week 1 in de pijnkliniek eruit?
- introductie gang van zaken - filosofie pijnverlichting - wat is chronische pijn + beantwoorden vragen - inleiding tot oefeningen - zitten & staan - tempo bepalen van alledaagse activiteiten - stressreactie & inleiding middenrifademhaling
83
Hoe ziet week 2 in de pijnkliniek eruit?
- herhaling tempo bepalen - doelstelling & werkplan - inleiding tot oefeningen - liggen - zitten & stoelen - inleiding tot strekken & ontspannen - video-opnamen als vergelijkingsmateriaal
84
Hoe ziet week 3 in de pijnkliniek eruit?
- hoe pijn werkt: de gate control theory + zenuwbanen pijn - gedachten & gevoelens pijn - oefeningen - strekken en ontspannen - werkplannen
85
Hoe ziet week 4 in de pijnkliniek eruit?
- aanbevelingen medicatiegebruik chronische pijn - communicaties & relaties - lezing afgewogen perspectief pijnmanagement - oefeningen - inleiding geestelijke ontspanning - werkplannen
86
Hoe ziet week 5 in de pijnkliniek eruit?
- tillen & buigen - reguleren alledaagse activiteiten - seksuele relaties - voordelen lichaamsbeweging - oefeningen - geestelijke ontspanning - werkplannen
87
Hoe ziet week 6 in de pijnkliniek eruit?
- inleiding tot fitness - lezing arts: medicatie, behandelingen & chirurgie voor chronische pijn, slapen & bedden, houdingen pijnverlichting - werkplannen - ontspanning
88
Hoe ziet week 7 in de pijnkliniek eruit?
- opflakkeringen & terugvallen - nuttige slaapgewoonten - video-opname van oefeningen en vergelijking begin - inleiding tot korte ontspanningstechnieken - bespreken vorderingen en doelen stellen vervolgsessies