GrandesLignes Chap 5 Fr-Ne Flashcards
(71 cards)
1
Q
les fringues v mv
A
de kleding (jongerentaal)
2
Q
les vêtements m mv
A
de kleren
3
Q
le jean
A
de spijkerbroek
4
Q
le pantalon
A
de broek
5
Q
la chemise
A
het overhemd
6
Q
le T-shirt
A
het T-shirt
7
Q
la taille
A
de maat
8
Q
la pointure
A
de schoenmaat
9
Q
beau
A
mooi
10
Q
nouveau
A
nieuw
11
Q
vieux
A
oud
12
Q
cher m, chère v
A
duur
13
Q
dernier m, dernière v
A
laatste
14
Q
préférer
A
de voorkeur geven aan, leuker vinden
15
Q
porter
A
dragen
16
Q
essayer
A
passen
17
Q
acheter
A
kopen
18
Q
trouver
A
vinden
19
Q
entrer
A
binnengaan
20
Q
j’aimerais
A
ik zou graag willen
21
Q
il coûte
A
hij kost
22
Q
l’argent m
A
het geld
23
Q
le centre commercial
A
het winkelcentrum
24
Q
le magasin préféré
A
de lievelingswinkel
25
toujours
altijd
26
seulement
slechts, alleen maar
27
argent de poche m
het zakgeld
28
l'ordinateur m
de computer
29
la BD
het stripverhaal
30
le jeu vidéo
het videospelletje
31
le magazine
het tijdschrift
32
la chaussure
de schoen
33
l'avenir m
de toekomst
34
par mois
per maand
35
payer
betalen
36
faire des économies
sparen
37
gagner
winnen
38
entre
tussen
39
moins
minder
40
plus
meer
41
le fils unique
het enig kind (jongen)
42
la fille unique
het enig kind (meisje)
43
la marque
het merk
44
pas du tout
helemaal niet
45
tout à fait
helemaal
46
content(e)
blij, tevreden
47
important(e)
belangrijk
48
intéressant(e)
interessant
49
la robe
de jurk
50
la jupe
de rok
51
le pull
de trui
52
la botte
de laars
53
la chaussette
de sok
54
les lunettes v mv
de bril
55
le sac à dos
de rugzak
56
faire du shopping
winkelen
57
la boutique
het winkeltje
58
la boulangerie
de bakker
59
la pharmacie
de apotheek, de drogisterij
60
le visiteur
de bezoeker
61
participer à
deelnemen aan
62
changer
veranderen
63
moche
lelijk
64
la couleur
de kleur
65
bleu(e)
blauw
66
vert(e)
groen
67
rouge
rood
68
jaune
geel
69
noir(e)
zwart
70
gris(e)
grijs
71
blanc m, blanche v
wit
