GrandesLignes Chap 7 Fr-Nl Flashcards
(62 cards)
1
Q
bienvenue
A
welkom
2
Q
le week-end
A
het weekend
3
Q
l’anniversaire m
A
de verjaardag
4
Q
le film
A
de film
5
Q
la musique
A
de muziek
6
Q
le tube
A
de hit
7
Q
la fête
A
het feest
8
Q
passer
A
doorbrengen
9
Q
fêter
A
vieren
10
Q
rater
A
missen
11
Q
oublier
A
vergeten
12
Q
préparer
A
voorbereiden
13
Q
raconter
A
vertellen
14
Q
réviser
A
herhalen
15
Q
chanter
A
zingen
16
Q
terminer
A
afmaken
17
Q
tu connais
A
jij kent
18
Q
j’ai fait
A
ik heb gedaan, ik heb gemaakt
19
Q
comme ci comme ça
A
zo, zo
20
Q
rien de spécial
A
niets bijzonders
21
Q
formidable
A
geweldig
22
Q
le mois
A
de maand
23
Q
le nom (de famille)
A
de achternaam
24
Q
le prénom
A
de voornaam
25
la date
de datum
26
le lieu
de plek
27
la profession
het beroep
28
le mariage
het huwelijk
29
l'empereur m
de keizer
30
premier, première
eerste
31
deuxième
tweede
32
envoyer
sturen
33
décider
besluiten
34
inventer
bedenken
35
mesurer
meten
36
chaque
elk(e)
37
propre
eigen
38
les gens m mv
de mensen
39
le concert
het concert
40
la chanteuse
de zangeres
41
le chanteur
de zanger
42
le groupe
de band
43
l'artiste m/v
de artiest
44
l'album m
het album
45
le concours
de wedstrijd
46
à partir de
vanaf
47
pendant
gedurende, tijdens
48
depuis
sinds
49
maintenant
nu
50
espérer
hopen
51
commencer
beginnen
52
arrêter
stoppen
53
la guitare
de gitaar
54
la batterie
het drumstel
55
la flûte
de fluit
56
le violon
de viool
57
le piano
de piano
58
le saxophone
de saxofoon
59
la trompette
de trompet
60
la clarinette
de klarinet
61
l'accordéon m
de accordeon
62
les claviers m
het keyboard
