Groepen Flashcards
(26 cards)
Groep
Verzameling van 2 tot 40 mensen die gekenmerkt wordt door een gezamenlijk doel, een structuur, gezamenlijke cultuur en de mogelijkheid dat ieder lid met ieder lid direct kan communiceren
Kenmerken van groep
- gezamenlijk doel - vaak helder
- heeft een structuur - iedereen neemt in loop van tijd bepaalde positie in de groep waaraan rollen gekoppeld
- groepsstructuur - netwerk van groepsleden met hun posities ten opzichte van elkaar
- gezamenlijke cultuur - overeenstemming bij de waarden en normen en hoeven niet genoemd te worden
- iedereen kan direct met iedereen communiceren
Soorten groep
Aantal jaar dat de groep bestaat - leeftijd
Aantal leden - grootte
Structuur - eenvoudig of ingewikkeld met veel verschillende posities
Samenstelling - geslacht, leeftijd, nationaliteit van leden
Leden gedwongen of niet gedwongen
Formele groep
- duidelijk doel
- structuur duidelijk vastgesteld
- iedereen weet waar hij aan toe is
Informele groep
- Wisselende positie en rollen
- ontstaan door spontane interacties
Primaire groep
- leren onze basiswaarden en attitudes
- emotioneel verbonden
Secundaire groep
Meer emotionele afstand
Taakgerichte groep
Duidelijke taak
Relatiegerichte groep
- Geen sociale taak te vervullen
- sociale en emotionele behoeften centraal
Groepering
Verzameling van mensen die voldoen aan een of meer gezamenlijke kenmerken
Soort groepering : sociale categorie
Alle mensen die voldoen aan ten minste een sociaal kenmerk
Soort groepering : collectiviteit
Verzameling van mensen die gezamenlijk doel, opvatting of waarden hebben
- meer dan een kenmerk gezamenlijk
Soort groepering : referentiegroep
Mensen vergelijken zich wat betreft waarden attitudes en gedragingen
- positieve referentiegroep - gedrag afstemmen op gedrag wat wij waarnemen in de groep - ingroup
- negatieve referentiegroep - gedrag juist niet willen vertonen - outgroup
Togetherness Situation
Mensen die toevallig tijdelijk bij elkaar zijn
Functies van groepen
Profijtbeginsel - lid zolang voordelen overwegen
Sociale identiteit - wil erbij horen
Referentiegroep
Aspiratiegroep - referentiegroep waar we nog niet bij horen wel willen
Anticiperende socialisatie - oefenen van gedrag wat bij aspiratiegroep hoort
Stadia van een groep
1 vormingfase
2 stormfase
3 normfase
4 uitvoeringsfase
5 oplos fase
Observatiecaterogie van bales
Interactieprofiel = percentage voor iedere Vaterfigur berekend om goede inschatting te maken
- handig om verschillen binnen de groep in kaart te brengen
Rol
Rolgrenzen
Roldistantie
Roloveridentificatie
Verwachtingen van gedrag dat iemand in bepaalde positie zou moeten vertonen
Mag niet overschreden worden
Gedrag past bij positie maar voelt vreemd
Rol dingt door tot persoonlijkheid
Groepsnormen
- ongeschreven regel waaraan groepsleden zich moeten houden
Socialisatie - overnemen en verinnerlijken van gedrag
Taaknormen - normen die helpen taak goed uit te voren
Omgangsnormen
Cohesie
Gehechtheid-sterk wij gevoel
- ken beïnvloed worden
- druk van buitenaf - gezamenlijk doel
Samen opdracht uitvoeren en vieren
Conformeren
Veranderen van mening of gedrag onder invloed van anderen
Macht
Vermogen van een partij om een bepaalde situatie gedrag van een ander te beïnvloeden
- relatief begrip - altijd anders
Gebruik van macht
- dwang
- gezag - macht wordt geaccepteerd door partij met minder macht
- manipulatie - macht is onzichtbaar