Motivatie Flashcards

(30 cards)

1
Q

Motivatie

A

Geheel van interne en externe prikkels die iemand aanzetten tot bepaald gedrag of het nalaten van gedrag
— niet direct waarneembaar , komt tot uiting in gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intrinsieke motivatie

A

Geen externe beloning nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Extrinsieke motivatie

A

Onder invloed van externe prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emoties

A

Reacties op gebeurtenissen die onze belangen raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 aspecten bij emoties

A

Lichamelijk
Cognitief
Subjectief
Gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lichamelijk aspect bij emotie

A

Emoties hebben invloed op het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cognitief aspect bij emotie

A

Met behulp van hersenen schatten wij in of er bedreiging is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Subjectief aspect bij emoties

A

Emotie is niet objectief vanwege ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gedrags aspect bij emoties

A

Aan gezichtsuitdrukkingen zijn emoties te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Motivatietheorie maslow

A

Fysiologische behoeften
Veiligheidsgevoelige
Sociale behoeften
Erkenningsbehoeften
Zelfactualiseringsbehoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fysiologische behoeften maslow

A

Elementaire levensbehoeften
Eten drinken seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Veiligheidsbehoeften Maslow

A

Bescherming tegen gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sociale behoeften

A

Behoeften aan verbondenheid en liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Erkenningsbehoeften Maslow

A

Zelfwaardering en waardering en erkenning van andere en van jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zelfactualiseringsbehoeften Maslow

A

Behoeften het maximale uit ons zelf te halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Motivatietheorie mccleland — aangeleerde behoeften

A

Prestatiebehoeften = voldoening brengen uit het volbrengen van taken

Machtsbehoeften = wens om verantwoordelijkheid te dragen

Aansluitingsbehoeften = wens goede relatie te leggen en houden met andere

17
Q

Zelfbeschikkingstheorie

A

— motivatie door drie basisbehoeften die aangeboren zijn
1 verbondenheid = wens verbonden te zijn met andere

2 competent voelen = zelf in staat zijn resultaat te behalen

3 autonomie = zelf gedrag kunnen bepalen

18
Q

Motivatie door verwachtingen van opbrengst

A

1 eindresultaat aantrekkelijk
2 beloning die volgt
3 verwachting dat resultaat geleverd kan worden
- alleen als je aan alle 3 voldoet ben je gemotiveerd

19
Q

Motivatie door stellen van doelen

A
  • Uitdagende doelen mobiliseren energie
  • doelen motiveren mensen om te denken hoe ze kwaliteit kunnen leveren
  • bereiken van doel kan tevredenheid opleveren
20
Q

Angsten die motivatie tegenwerken

A

Faalangst = presteren slechter dan ze kunnen vanwege stress

Vrees voor succes = vrezen negatieve gevolgen

21
Q

Zelfcontrole en botsende motivatie

A

Zelfcontrole = mate waarin je de kortetermijnbehoeften op zij kunt zetten om langetermijnbehoeften te halen

Uitstelgedrag = mate van zelfcontrole speelt grote rol

22
Q

Attitude

A

Consistentie van voorspelbare manier waarop iemand ten opzichte van attidudeobject voelt, denkt en geneigd is zich te gedragen
1 gevoelens bij attitudeobject
2 cognitief aspect betreft alles wat je kan bedenken over attitudeobject
3 handelingsaspect is het gedrag waartoe we geneigd zijn

23
Q

Aanleren van attitude

A

Zijn niet aangeboren
Leertheorieen spelen een rol

24
Q

Cognitieve dissonantie

A
  • nare spanning die je ervaart
  • gedrag in strijd met denken en voelen binnen jou attitude
  • verschillende attitudes niet in overeenstemming te brengen met elkaar
25
Dissonantiereductie
Spanning verminderen - kan leiden tot verandering van attitude
26
Relatie tussen attitude en gedrag
- er zijn dingen die wij automatisch doen, zoals aankleden eten drinken
27
Attitudeverandering
- Voelen zorgt ervoor dat het lastig is te veranderen - mat Strategien is het makkelijker 1 nadelen verkleinen 2 voordelen vergroten 3 nieuwe voordelen bedenken
28
Waarden in gedrag uiten
Gedrag - gedragsintentie - attitude - emotie - norm - diepe overtuiging - ideaal - waarden
29
Eigenschappen van doelen voor goal settings theory
- specifiek - mogelijk maar haalbaar - door medewerkers geaccepteerd - regelmatige feedback - doel moet rol spelen bij evaluatie van prestatie - deadline helpt
30
Model van aizen - attitude en gedrag
Attitude Sociale druk. — voornemen — gedrag Inschatting Uitvoerbaarheid - mensen nemen zich voor bepaald gedrag te vertonen als gedrag positief waarderen, sociale druk ervaren of als ze de gelegenheid hebben