Motivatie Flashcards
(30 cards)
Motivatie
Geheel van interne en externe prikkels die iemand aanzetten tot bepaald gedrag of het nalaten van gedrag
— niet direct waarneembaar , komt tot uiting in gedrag
Intrinsieke motivatie
Geen externe beloning nodig
Extrinsieke motivatie
Onder invloed van externe prikkel
Emoties
Reacties op gebeurtenissen die onze belangen raken
4 aspecten bij emoties
Lichamelijk
Cognitief
Subjectief
Gedrag
Lichamelijk aspect bij emotie
Emoties hebben invloed op het lichaam
Cognitief aspect bij emotie
Met behulp van hersenen schatten wij in of er bedreiging is
Subjectief aspect bij emoties
Emotie is niet objectief vanwege ervaringen
Gedrags aspect bij emoties
Aan gezichtsuitdrukkingen zijn emoties te zien
Motivatietheorie maslow
Fysiologische behoeften
Veiligheidsgevoelige
Sociale behoeften
Erkenningsbehoeften
Zelfactualiseringsbehoeften
Fysiologische behoeften maslow
Elementaire levensbehoeften
Eten drinken seks
Veiligheidsbehoeften Maslow
Bescherming tegen gevaar
Sociale behoeften
Behoeften aan verbondenheid en liefde
Erkenningsbehoeften Maslow
Zelfwaardering en waardering en erkenning van andere en van jezelf
Zelfactualiseringsbehoeften Maslow
Behoeften het maximale uit ons zelf te halen
Motivatietheorie mccleland — aangeleerde behoeften
Prestatiebehoeften = voldoening brengen uit het volbrengen van taken
Machtsbehoeften = wens om verantwoordelijkheid te dragen
Aansluitingsbehoeften = wens goede relatie te leggen en houden met andere
Zelfbeschikkingstheorie
— motivatie door drie basisbehoeften die aangeboren zijn
1 verbondenheid = wens verbonden te zijn met andere
2 competent voelen = zelf in staat zijn resultaat te behalen
3 autonomie = zelf gedrag kunnen bepalen
Motivatie door verwachtingen van opbrengst
1 eindresultaat aantrekkelijk
2 beloning die volgt
3 verwachting dat resultaat geleverd kan worden
- alleen als je aan alle 3 voldoet ben je gemotiveerd
Motivatie door stellen van doelen
- Uitdagende doelen mobiliseren energie
- doelen motiveren mensen om te denken hoe ze kwaliteit kunnen leveren
- bereiken van doel kan tevredenheid opleveren
Angsten die motivatie tegenwerken
Faalangst = presteren slechter dan ze kunnen vanwege stress
Vrees voor succes = vrezen negatieve gevolgen
Zelfcontrole en botsende motivatie
Zelfcontrole = mate waarin je de kortetermijnbehoeften op zij kunt zetten om langetermijnbehoeften te halen
Uitstelgedrag = mate van zelfcontrole speelt grote rol
Attitude
Consistentie van voorspelbare manier waarop iemand ten opzichte van attidudeobject voelt, denkt en geneigd is zich te gedragen
1 gevoelens bij attitudeobject
2 cognitief aspect betreft alles wat je kan bedenken over attitudeobject
3 handelingsaspect is het gedrag waartoe we geneigd zijn
Aanleren van attitude
Zijn niet aangeboren
Leertheorieen spelen een rol
Cognitieve dissonantie
- nare spanning die je ervaart
- gedrag in strijd met denken en voelen binnen jou attitude
- verschillende attitudes niet in overeenstemming te brengen met elkaar