Perceptie Flashcards
(30 cards)
Perceptie
Waarnemen
Proces waarbij iemand prikkels selecteert, ordent en betekenis geeft
Subliminale perceptie
Prikkels duren zo kort dat je ze niet bewust kunt opmerken
Gewaarworden
Het opmerken van zintuiglijke prikkels
Selectie van prikkels
- prikkels die ons in staat stellen te overleven hebben prioriteit
- dan prikkels voor emotie
Hangt af van - kenmerken van prikkels
- kenmerken van waarnemer
- kenmerken van situatie en omgeving
Kenmerken van prikkels
- zintuigen begrenst
- factoren die bij selecteren van belang zijn:
Grootte van voorwerp
Duur van geluid
Intensiteit
Contrast
Herhaling
Habituatie
Gewenning - de neemt de prikkels niet meer waar omdat ze gewoonte zijn geworden
Kenmerken van waarnemer
Persoonlijkheid - extraverte mensen zoeken sneller sociale prikkels op
Kennis en ervaring - mensen met ervaring herkennen iets sneller, conditionering
Motivatie en verwachting - emoties en belangen, bij honger zal reclame van eten sneller opvallen
Kenmerken van sociale omgeving en situatie
Sociale omgeving heeft invloed op datgene wat opvalt bv als je de enige bent die rood haar heeft
Het ordenen van prikkels
Gestaltswetten = we zien eerst het geheel dan de onderdelen
- resultaat zo eenvoudig en compact mogelijk
- gehelen ontstaan
- op elkaar lijken en eenheid vormen
Visuele illusie
Verwarring bij waarnemen vooral bij onbekende dingen
Het geven van betekenis aan prikkels
- kader nodig - in loop van je leven gevormd
- subjectief
Referentiekader = geheel van ervaringen, waarden, normen, overtuigingen en attitudes die iemand gebruikt bij het ordenen en betekenis geven van waarneming - hierdoor mogelijk om sneller te beslissen
Attributie
Verbinden van oorzaak aan gebeurtenis of aan je gedrag
Attribueren
Oorzaak toekennen aan gebeurtenis of gedrag
Dimensies
Intern-extern
Instabiel-stabiel
Beïnvloedbaar-niet beïnvloedbaar
Valkuilen bij perceptie van mensen
Fundamentele attributiefout
Zelfdienende vertekening
Projectie
Halo effect
Horn effect
Contrast effect
Zelfdienende vertekening
Mensen attribueren hun succes en mislukking op verschillende manier
Projectie
Toeschrijven van eigen emoties op andere
Halo effect
Aan persoon of overvet ook andere positieve eigenschappen toe te schrijven nadat men iets positief beoordeeld heeft
Horn effect
Een aspect bij een persoon is negatief daarom duigd de hele persoon niet
Contrast effect
Je oordeel over iemand wordt beïnvloed door dat je eerder over anderen hebt geoordeeld die zwakke indruk hebben achterlaten
- vergelijken
Stereotype
Algemeen beeld van een groep waarbij je aanneemt dat het voor de hele groep telt
Vooroordelen
Mening die meestal negatief is met sterke emotionele lading
- kan leiden tot discriminatie
Ingroup
Maakt stereotype van outgroup