H1: REGULATIE & HUID ALS SOCIAAL ORGAAN Flashcards
(59 cards)
Twee transdiagnostische factoren
PSCYHOFYSIOLOGISCHE (ZELF) REGULATIE & TOUCH
=> twee zijn met elkaar verbonden
=> spelen een rol in ons functioneren
AUTONOOM ZS
SYMPATISCHE ZS = staat in voor de ACTIVATIE v ons systeem –> FIGHT/ FLIGHT
PARASYMPATISCHE ZS = staat in om tot RUST te komen/ te KALMEREN
verder als we het neurologisch gaan bekijken hebben we in totaal 12 HERSENZENUWEN
=> 10e = VAGUS NERVUS X –> staat in parasympatische regulatie en autonoom functioneren
PSYCHOFYSIOLOGIE
we willen een zo integratief en hollistisch mogelijk kader schetsen waarbij we gaan focussen op het psychologisch functioneren : CZS & AZS
=> hollistisch mogelijk beeld schetsen
=> gevoelens, gedachten en gedrag - volledig lichamelijk functioneren
=> mind-body perspectief
PSYCHOFYSIOLOGIE = studie dat zich bezighoudt met de relatie tss psychologische en fysiologische gebeurtenissen, waarbij het AZS een grotere rol zal spelen dan enkel het CZS (!! AZS nooit loskoppelen v CZS)
hollistische kijk op psych functioneren staat CENTRAAL IN DE NEUROVISCERALE INTEGRATIEMODELLEN = MIND BODY PERSPECTIEF
NEUROVISCERALE INTEGRATIEMODELLEN –> zien AZS ALS LINK TUSSEN PSYCHOLOGIE & FYSIOLOGIE
BELANG VAN AZS in psychofysiologie
ANS = link tss fysiologie en psychologie –> AANPASSINGSMECHANISME VOOR VERANDERENDE OMSTANDIGHEDEN
VERBAND TUSSEN CZS & AZS = !er dan voorheen gedacht
CZS = ruggenmerg en hersenstam
PERIFEER ZS = autonoom en somatosensorische (zintuigen)
best bestudeerde functie vh AZS
= STRESS- RESPONS
beschrijving hiervan leert ons veel over het functioneren v AZS
homeostase?
HOMEOSTASE = het behouden/ terugkeren naar een vast evenwicht, stabiliteit door gelijkheid
= constante milieu/ hetzelfde niveau intern behouden + terugkeren naar de baseline –> STABIELE INTERNE TOESTAND HANDHAVEN
bv; zweten om ons lichaam af te koelen wanneer je het warm hebt
allostase
ALLOSTASE = stabiliteit door verandering, flexibel aanpassen aan veranderende omstandigheden
evenwicht is een dynamisch proces –> veronderstelt een dynamische regulatie
bv; hartslag past zich aan de metabole vereisten van je lichaam aan –> anders in rust dan tijdens lopen
stress - pathologie
STRESS LAAT ONS TOE OM ONS AANTE PASSEN AAN VERANDERENDE OMSTANDIGHEDEN
om goed psych te functioneren moet je ook flexibel kunnen zijn
wanneer je reacties verstarren + rigide worden –> leiden tot PATHOLOGIE
zowel ZELFREGULATIE (CZS) & ADAPTIEF GEDRAG (AZS) - EMOTIEREGULATIE
!! dynamische regulatie
STRESSOR
= elke factor die de ALLOSTATISCHE BALANS VERSTOORT –> wat verandering vereist/ aanpassing vereist
de metabole vereisten vh lichaam veranderen
er moet een evenwicht gevonden worden
acute <- -> chronische stress
STRESSRESPONS
hoe ons lichaam reageert op veranderende eisen vd omgeving om te voldoen
contact met stressor –> ons lichaam gaat zich aanpassen –> 2 !e zaken:
1. DE REACTIE IN HPA-as = hypothalmays - hypofyse bijnier as = stresssysteem ->dat zal zorgen voor een verhoging van ons cortisol (stresshormoon) door bijnieren
2. DE ROL VAN PREFRONTALER CORTEX –> PFC is verantwoordelijk voor COGNITIEVE CONTROLE + EMOTIEREGULATIE + IMPULSCONTROLE
=> eveneens controleert/ reguleert het ook de AMYGDALA: ! is bij angst en dreigingsdetectie
=> er zijn dus connecties tussen de hogere, corticale structuren en de subcorticale structuren
CHRONISCHE STRESS –> PREFRONTALE CORTEX het NIET WINNEN EN BLIJVN DE SUBCORTICALE DELEN ACTIEF
=> ook een chronische activatie v HPAas wat voor heel wat nadelige gevolgen zal leiden
hoe reageert ons lichaam om aan de veranderende eisen vd omgeving te voldoen
acute stess - PFC: PFC (cortico) en hippocampus (subcortico) bevatten GC en signaleren aan de hypothalamus om negatieve feedback te ondersteunen
acute stress - AMGYGDALA: amygdala activatie stimuleert hypothalamus en activeert zo stressrespons
chronische stress - PFC: langdurige cortisol overspoelt de PFC (en hippocampus), die verliest controle, negatieve feedbackloop verzwakt
chronische stress - AMYGDALA: amygdala vrij spel –> hyperactivatie HPA
LINK TUSSEN BEIDE: LANGDURIGE BLOOTSTELLING AAN CORTISOL –> heb je een VERLIES AAN SYNPASEN EN NEURALE CONNECTIES
LOCUS COERULEUS = STIJGING NORADRENALINE = ! voor arousal + aandacht: deel vh perifeer ZS
=> wordt door negatieve feedbackloop en cortisol geremd
WINDOW OF TOLERANCE
chronische stress –> beschadigt PFC –> waardoor je window kleiner wordt en je veel makkelijker uit je venster treedt
hyper- hypo-arousal
= subcorticale activiteit verhoogd
=> hypo: vaak na een lang periode v stress, extreme vagale activatie
=> in beide gevallen is de PFC niet voldoende aan het reguleren
NEUROVISCERALE INTEGRATIE
CZS & AZS connectie
er is een verschil in corticale en subcorticale structuren binnen CZS
CORTICO- CENTRISCHE VISIE
= subcorticale zien als slaaf v corticale
=> subcorticale processen kunnen ook dirigent zijn vd corticale processen en de corticale infoverwerking en ontwikkeling ondersteunen
GEEN HIËRARCHIE, maar WEL EEN DYNAMISCH SYSTEEM
=> bottom up & top down
=> feedback!!
CZS ?
SUBCORTICALE structuren = MEER aan het werk -> ondersteunen corticale functies
SUBCORTICALE routes = werken als PRECURSOR voor het VASTLEGGEN VAN DE CORTICALE REGIO’s
SUBCORTICALE FACE PROCESSING
=> baby’s aangetrokken tot gezichten = BOTTOM UP
=> volwassenen: subcorticale processen ondersteunen het corticale functioneren
SUBCORTICAL ACTIVATIE = nodig als STURING EN ONDERSTEUNING VAN HET CORTICALE –> dat is ook ! voor ontwikkeling v sociale vaardigheden
SUBCORTICALE FACE PROCESSING –> emotionele expressie –> amygdala
CORTICAL FACE PROCESSING –> identificatie (FFA), intenties interpreteren (PFC)
ONTOGENESE volgt de FYLOGENESE
ONTOGENESE
= ontwikkeling vh individu
FYLOGENESE
= evolutionaire ontwikkeling vd soort
SOCIAAL BREIN - SOCIAL BRAIN HYPOTHESE
= evolutionaire kracht vd mens
=> hechting
=> belang vd zintuigen
BIOLOGISCH VOORGEPROGRAMMEERD OM SOCIAAL TE ZIJN –> ZINTUIGELIJKE ERVARINGEN HELPEN OM DAT SOCIALE BREIN TE ONTWIKKELEN
=> zintuigelijke prikkels zorgen ervoor dat je verbinding in de hersenen maakt –> verbinding tss subcorticaal en corticaal prefrontaal brein
RUST –> SOCIAAL BREIN = NETWORK BY DEFAIULT ACTIEF = PREDISPOSITIE TOT INTERPRETATIE VD WERELD ALS SOCIAAL
NEUROVISCERALE INTEGRATIE & SOCIAAL BREIN
SUBCORTICALE structuren:
- AMYGDALA
=> staan in voor emoties
- HYPOTHALAMUS
=> staat in voor de HPA-as
- STRIATUM
=> staat in voor beloning
CORTICALE STRUCTURELEN
- FFA
=> herkennen van gezichten
- ACC = anterior cingulate cortex
=> verbinden v gevoelens met gedrag + emotieregulatie
- pSTS = posterior superior temporal sulcus
=> ligt aan de zijkant vh brein
=> helpt bij oogcontact + lezen v lichaamstaal + begrijpen v intenties
- INSULA
=> voelt wat er in je lichaam gebeurd + empathie
- mPFC
=> speelt rol bij TOM
GEZONDE NEUROVISCERALE INTEGRATIE
= flexibele sociale interacties + goede emotieregulatie
DISFUNCTIONELE NEUROVISCERALE INTEGRATIE
verminderde PFC regulatie + minder sociale connecties
Psychofysiologische regulatie
hierbij gaan we kijken hoe goed je lichaam kan SCHAKELEN TUSSEN RUST EN ACTIE –> AFHANKELIJK VAN WAT ER OM JE HEEN GEBEURD
2!e systemen:
1. SYMPATISCHE: systeem dat voor ACTIE/ ACTIVATIE zorgt –> fight/ flight
2. PARASYMPATHISCHE: systeem dat voor RUST/ KALMTE/ ONTSPANNING zorgt
AUTONOMISCHE FLEXIBILITEIT = VEERKRACHT –> een gezond lichaam kan SOEPEL WISSELEN tussen de 2 systemen
SNEL kunnen reageren op stress, maar ook weer SNEL tot RUST TERUGKEREN wanneer gevaar voorbij is
=> SWITCH VAARDIGHEID = AUTONOME FLEXIBILITEIT
=> als je goed kan switchen heb je MEER VEERKRACHT = resilience
REGULATIE IS NIET AANGEBOREN, maar ontwikkel je
als mens blijven wij regelmatig voort piekeren = RUMINEREN –> waardoor STRESSYSTEEM VAAK ONNODIG ACTIEF
ADAPTABILITEIT
Adaptabiliteit = ook een van de grote krachten van ons menselijk bestaan binnen de evolutie!
METING v psychofysiologische regulatie
HRV = HART RITME VARIABILITEIT = HARTSLAG VARIATIE
RSA + RESPIRATOIR SINUS ARRYTHMIA
HRV
= HOEVEEL VARIATIE zit er TUSSEN DE HARTSLAGEN
=> weergave v TOP DOWN REGULATIE: van PFC via NERVUS VAGUS
concreet: AFWISSELING IN TIJD TUSSEN DE HARTSLAGEN: afstand tussen de R-pieken op een RCG: dat noem je een RR-interval
GEZOND HART KLOPT DUS NIET ALS METRNOOM MET BEETJE VARIATIE!!