H4: PARKINSON & andere Flashcards
(53 cards)
HERSENDELEN
FRONTALE kwab
PARTIËLE kwab
TEMPORALE kwab
OCCIPITALE kwab
HERSENSTAM
CEREBELLUM
BASALE GANGLIA
FRONTALE KWAB
= grootste kwab in de hersenen
=> staat in voor heel wat hersenfunties
- MOTORIEK
=> verlies in fijne of grove motoriek - SPRAAK
=> motorische afasie –> bv; BROCA - GEHEUGEN
=> geheugenverlies
=> frontale kwab = !e rol in LT-geheugen - EMPATHIE
=> gebrek aan empathie / zelfgerichtheid - MOTIVATIE
=> motivatieverlies / apathie - AANDACHT
=> aandachtsstoornissen - EF
=> desorganisatie in cognitie en gedrag - PERSOONLIJKHEID
=> persoonlijkheidsveranderingen
PARIËTALE KWAB
- SENSORISCHE VERWERKING
visueel
=> optische ataxie: moeilijkheden met het reiken naar een voorwerp: niet door motorische beperkingen, maar vanwege verstoring in verwerking van visuele info
somatosensorisch: tintelend, dof, brandend…
proprioceptief: proprioceptieverlies, balansstoornissen
- NAVIGATIE + SPATIËLE ORIËNTATIE
OPTISCHE AFASIE
= moeilijkheden met het accuraat reiken naar voorwerpen, door stoornis in verwerking van visuele info
PROPRIOCEPTIE
= monitoring v relatieve positie van het lichaam tov ruimte en van onze ledematen tov elkaar
BALANSSTOORNISSEN
= moeilijkheden met het onderscheiden van LINKS & RECHTS + moeilijkheden met het navigeren in de ruimte
TEMPORALE KWAB
- AUDITIEVE
gehoorstoornissen: niet omwille v probleem aan gehoor, maar vanwege verstoring in de verwerking van de auditieve info - SPRAAK + TAAL
Wernicke: vlot kunnen spreken, maar geen zinnen kunnen maken = word salads (+ ze zijn zich hier niet bewust van) - GEHEUGEN
geheugenverlies - AANDACHT
aandachtsstoornissen - GEZICHTSHERKENNING
prosopagnosie = het niet herkennen/ onvermogen om gezichten te herkennen - EMOTIONELE REGULATIE
veranderingen in emotioneel gedrag
SENSORISCHE AFASIE
= vlot kunnen spreken, maar spraak heeft weinig betekenis + cl zijn zich hier doorgaan niet bewust van
PROSOPAGNOSIE
= onvermogen om gezichten te herkennen
OCCIPITALE KWAB
VISUELE VERWERKING
visus verlies
alexie
VISUOSPATIËLE VERWERKING
balansproblematiek
AFSTAND + DIEPTE PERCEPTIE
veranderingen in diepteperceptie
KLEURHERKENNING
kleuragnosie
OBJECTHERKENNING
visuele agnosie
GEZICHTSHERKENNING
prosopagnosie
ALEXIE
visueel inkomende info kan niet verwerkt worden in de occipitale kwab, wat zich kan uiten in onvermogen om te lezen
VISUELE AGNOSIE
onvermogen om objecten te herkennen
HERSENSTAM
staat in voor ONVRIJWILLIGE LICHAMELIJKE FUNCTIES: functies waar we geen bewuste controle over hebben en die AUTONOOM zijn
Regulering:
- ADEMHALING
stoornissen in respiratoir ritme
- BLOEDDRUK
hypertensie (hoge bloeddruk)
- HARTRITME
hartritmestoornissen
- BALANS & COÖRDINATIE
balansproblemen
duizeligheid
- REFLEXEN
hoest, slikken, braakreflex, kokhalzen
- SLAAPWAAK
insomnie of andere slaapstoornissen
CEREBELLUM = kleine hersenen
COÖRDINATIE & BALANS
ataxie
MOTORISCH LEREN
stoornis in motorisch leren
OOGBEWEGINGEN
nystagmus
SPRAAK
dysarthrie - moeite met zaken uit te spreken (bv; klanken)
dysphagie - slikstoornis
= articulatie en slikstoornissen
COGNITIE
taal: taalstoornissen
aandacht : aandachtstoornissen
executieve functies : executieve dysfuncties
ATAXIE
= ongecoördineerde bewegingen die veroorzaakt worden vanwege verstoorde regulering vd bewegingen (niet door spierzwakte of problemen v visuele info)
NYSTAGMUS
= verstoorde oogbewegingen –> waarbij het lijkt dat de ogen trillen
BASALE GANGLIA
= subcorticaal gelegen
= !! belangrijk bij Parkinson
=> niet toevallig alleen zeer geassocieerd met DOPAMINE
MOTORISCHE CONTROLE
dystonie
tremor = bevingen/ trillingen
MOTORISCHE + PROCEDUREEL LEREN
stoornissen in motorisch leren
EXECUTIEVE FUNCTIES
executieve dysfunctie
BELONINGSYSTEEM & GEWOONTE
verslagingen
OCD
EMOTIONELE PROCESSEN
emotionele herkenning & expressie
DYSTONIE
Dystonie is een neurologische bewegingsstoornis waarbij bepaalde spieren ONVRIJWILLIG en AANHOUDEND SAMENTREKKEN
Dit kan leiden tot:
=> Abnormale houdingen
=> Torsies (verdraaiingen) van lichaamsdelen
=> Herhaalde, onvrijwillige bewegingen
De ernst en locatie van de symptomen kunnen sterk variëren tussen patiënten.
PARKINSON’s DISEASE = PD
intellectueel = onaangetast
PD = neurodegeneratieve , progressieve ziekte
gekenmerkt door typische:
MOTORISCHE symptomen
COGNITIEVE stoornissen
NEUROLOGISCHE GEDRAGSAFWIJKINGEN
=> kan je NIET GENEZEN
=> NEURODEGENERATIEF –> ziekte wordt doorheen de tijd erger
=> SNELST GROEIENDE neurologische aandoening (sinds jaren 90 verdubbeld)
=> ziekte zelf is NIET FATAAL: maar velen sterven door secundaire complicaties -> helft vd gevallen gaat het over een LONGINFECTIE = PNEUMONIE = omdat het immuunsysteem verzwakt is
- 1e verschijnselen: vanaf 50-60 JAAR
- man/ vrouw ratio: 1.5/1 –> meer bij mannen dan vrouwen
- overleving: 10 jaar…normaal
- oorzaken = ONBEKEND –> idiopathisch = ongekende oorzaak
- diagnose = klinisch
=> wordt vooral gekeken naar de kardinale motorische symp + familiale voorgeschiedenis (want genetische component)
PATHOFYSIOLOGIE PD
karakteristieke kenmerken
- geen algemene macroscopische breinatrofie = GEEN KRIMPING van de HERSENEN (wel bv; bij dementie)
- VERLIES VAN DOPAMINERGE NEURONEN IN SUBSTANTIA NIGRA (pars compacta)
begin: degeneratie in specifieke regio’s
later: progressief meer een wijdverspreid verlies
substantia nigra bij PD –> veel minder zwart gepigmenteerd
wijdverspreide accumulatie v lewy bodies? –> ophopen v bepaald eiwit = ALFA-SYNUCLEÏNE: eiwit vormt klompje/ groepjes = LEWY BODIES
- waar hopen die op? -> in de SUBSTANTIA NIGRA (wat instaat voor: regelen v bewegingen)
- later gaan die klompjes zich VERDER VERSPREIDEN NAAR ANDERE DELEN VAN DE HERSENEN: waardoor meer functies aangetast worden
BASALE GANGLIA - ANATOMIE
5 onderling subcorticale nuclei die verbonden zijn:
1. NUCLEUS CAUDATUS
2. PUTAMEN
3. GLOBUS PALLIDUS
4. NUCLEUS SUBTHALAMICUS
5. SUBSTANTIA NIGRA
1 +2 = neostriatum
2 + 3 = nucleus lentiformis
1 + 2 +3 = corpus striatum
primaire basale ganglia –> BETROKKEN BIJ CONTROLEREN VAN DOELGERICHTE HANDELINGEN
BASALE GANGLIA - CONNECTIVITEIT
INPUT NUCLEI BG
=> de BN ontvang informatie van verschillende corticale gebieden VIA DE AFFERENTE PATHWAYS/ NEURONEN
- nucleus caudatus
- putamen
= neostriatum
- nucleus subthalamicus
OUTPUT NUCLEI BG
deze communiceren VIA THALAMUS die een soort doorschakel zijn –> heeft INFO TERUG OPNIEUW DOORGESTUURD VIA EFFERENTE PATHWAYS NAAR DE CORTICALE gebieden
- globus pallidus (pars interna)
- SN (pars reticulata)
CBGTC- loop
= CORTICO - BASAL- GANGLIA- THALAMO - CORTICAL LOOP
(p.82)
corticaal gebied –> input nuclei –> output nuclei –> doorschakel station –> thalamus –> opnieuw alles doorgestuurd naar corticale gebied
1e vijf neural circuit vd 7 –> gaan specifiek over frontaal gebied: NEURALE INFO TELKENS FRONTAAL GEBIED NAAR STRIATUM = FRONTO - STRIATAAL NETWERK
FRONTO- STRIATAAL NETWERK
organismen hebben 2 systemen nodig voor GEDRAGSCONTROLE
- GEMEDIEERD DOOR BASALE GANGLIA: waarbij je een ROUTINEUZE respons op een GEKENDE stimuli uit de omgeving (bv; auto rijden, kleren aandoen…)
- pre-geprogrammeerd gedrag
- stimulus based
- procedureel
- automatisch - GEMEDIEERD DOOR FRONTALE CORTEX: waarbij je REFLECTIEF + PROBLEEMOPLOSSEND gedrag in NIEUWE SITUATIE (bv; voor het eerst autorijden)