H16 Infections of the hand Flashcards

1
Q

Wat is de meest voorkomende plek anatomische locatie van handinfectie?

A

Vingertop, gevolgd door dorsum hand en handpalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren zijn van invloed op ernst van infectie?

A
  1. anatomische lokatie
  2. doorbloeding/vitaliteit weefsel
  3. gezondheidsstatus pt
  4. virulentie van organisme
  5. timing van interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem paar risico factoren van pt die meer vatbaar zijn voor infectie

A

immunosuppresiva
gebruik corticosteroïden
alcohol of iv drugs gebruik
diabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Meest voorkomende verwekkers?

A

Staph. aureus
Streptococcus

Staph. aureus = bijzonder virulent, maakt leukocidine (necrofiel toxine).

In USA MRSA meeste!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bacterie mensenbeet?

A

Eikenella corrodens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bacterie jonge, seksueel actieve pt zonder duidelijke infectie haard?

A

Neisseria gonorroe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bacterie dierenbeet?

A

Pasteurella multocida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bacterie vissen, aquarium, zwembaden?

A

Mycobacterium marinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bacterie na werken in de tuin, of met rozen?

A

Sporothrix schenckii
Enterovacter agglomerans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Basis principes behandelplan bij handinfectie?

A

Rust, elevatie en immobilisatie
Start AB na afname kweek
I&D en debridement
Indien niet opknapt binnen 24-48 uur na interventie, opnieuw spoelen
HT zodra pijn en zwelling dit toelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Paronychia is meest voorkomende handinfectie (30%, meestal dig 1-2).

  1. Waardoor wordt het veroorzaakt?
  2. Behandeling?
  3. Wat staat in je DD?
A
  1. S. aureus, streptococcus of pseudomonas
  2. Acuut incisie/drainage. Chronisch eponychiale marsupialisatie
  3. Reiters syndroom, psoriasis, herpes pantritium, evt Candida albicans (bij >6 wk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Panaritium subcutaneous = fijt

Behandeling?

A
  • Infectie subcutane pulpa door s. aureus (vaak door MRSA)
  • Longitudinale incisie, spoelen. Mid volair of mid lateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe loopt synodale sheet (gevormd tussen viscerale laag en parietale laag van flexorpeesschede)?

A

Gesloten systeem tussen = synoviale sheat om flexorpezen van A1 pulley tot DIPJ

Duim/pink: loopt tot radiale/ulnaire palmaire bursa, in 80% verbonden met elkaar en breiden uit tot carpale tunnel en ruimte van Parona (hoefijzervorming abces)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem risico factoren voor slechte uitkomst pantritium tendineum?

A

Delay
leeftijd >43 jaar
DM
PAV
NF
Subcutaan pus
Digitale ischemie
Polumicrobiele infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

6 compartimenten van Kanavel waar abcessen kunnen opstaan?

A
  1. subaponeurotisch abces
  2. thenar compartiment
  3. midpalmaire compartiment
  4. hypothenar compartiment
  5. interdigitale webspaces
  6. ruimte van Parona
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Acuut CTS bij infectie, waar zit de infectie?

A

Parona

17
Q

Abductie stand vingers, waar zit infectie?

A

Collar button infectie, interdigital webspace wv volaire en dorsale incisie

18
Q

Wat is pathognostisch voor necrotiserende fasciitis?

A

Pathognomisch: ‘dishwater’ fluid

  • Slechts 50% klassieke kenmerken: necrose huid, blaren, subcutaan lucht en crepitaties, SRR<90mmHg
19
Q

Risico factoren voor necrotiserende fasciitis?

A

Drugsgebruik, roken, immunosuppressiva, DM, leverziekte, PAV

20
Q

Welke verwekker necrotiserende fasciitis? Welke AB dekking?

A

Mn groep A B-hemolytische streptokok, vaak polymicrobieel

Empirische AB:
- cefalosporine = gram +
- gentamicine = gram -
- penicilline = anaerobe

21
Q

Septische artritis: wat zijn oorzaken en wat zijn verwekkers?

A
  1. penetrerend trauma, hematogeen, nabijgelegen infectie (ook fight bite)
  2. s. aureus, streptococcus, n. gonorroe (jong adol) of influenza (kids)
22
Q

Stijfheid PIPJ na septische artritis?

A

PIPJ 24gr extensie + 30gr flexie beperking

23
Q

Wat is een sequesterum involucrum?

A

Door osteomyelitis microtrombi in oksalen bloedvaatjes + perinatale elevatie -> osteolyse -> ontstaat sequestrum = bot abces -> sclerotische marge hier om heen = sequestrum involucrum

24
Q

Osteomyelitis = 6% van handinfecties

Hoevaak is 1 bot aangedaan? Hoe zie je dit op X?

A

70% 1 bot aangedaan, vaak P3

X: osteolyse, osteopenie, osteosclerose, afwijkingen periost en metaphyse in begin (2-3 wk) moelijk te zien; radionuclide WBC scans of MRI voor vroege detecti

25
Q

Verschil jicht en pseudojicht?

A

Jicht
= afw urinezuurmetabolisme
Beh: NSAIDs, (bij recidief) dieet of colchicine

Pseudojicht
= crystalisatie van calciumpyrofostfaat
Beh: dieet aanpassen heeft geen effect! wel immobilisatie, NSAID of cortico per of

26
Q

Pyogenic granuloma vs pyoderma gangrenosum?

A

Granuloma = granulatie achtig weefsel vaak na trauma wv zilvernitraat of excisie met 1 mm marge

Gangrenosum = ulceratieve huidaft geassocieerd met colitis ulcerosa, reumatoïde artritis en DM.
beh: geen chirurgie, conservatief, cortico’s

27
Q

Clench fist injurie, waar denk je aan?

A

Proximaal pees letsel
Eikenella corrodes