H28: monetair beleid door de ECB Flashcards

1
Q

doelstellingen ECB

A
  • Primaire doelstelling: bewaken van prijsstabiliteit

- Secundaire doelstelling: algemeen economisch beleid van de EU steunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eurosysteem

A

= ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten van de eurozone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

monetair beleid

A

Monetair beleid heeft betrekking op de beslissingen die centrale banken nemen om de prijs en de beschikbaarheid van geld in een economie te beïnvloeden. In het eurogebied heeft het belangrijkste besluit van de Europese Centrale Bank gewoonlijk te maken met de basisrentetarieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevaren van monetair beleid

A

Monetair beleid kan de economie stimuleren
- Door de rente te verlagen
- Daardoor consumptie of investeringen aan te zwengelen
- Maar alleen als er een output gap en geen inflatie is
Maar:
- Op lange termijn is geld neutraal
- te veel geld en te lage rente leiden tot inflatie (MV = PQ, fisher vergelijking)
- Er zijn negatieve neveneffecten die op lange termijn de economische groei bedreigen.

=> Dus ECB zoekt een precair evenwicht tussen prijsstabiliteit en economische stimulans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fisher vergelijking

A

MV = PQ

M (money) = de totale hoeveelheid geld: het chartale en het girale geld, die in die economie in omloop is,
V (velocity) = de omloopsnelheid van het geld (hoe vaak gaat iedere eenheid geld van hand tot hand),
P (price) = het gemiddelde prijsniveau van alle goederen en diensten
T (trade volume oftewel transactions) = het handelsvolume, dat is het aantal goederen dat van hand tot hand gaat, het aantal handelstransacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Monetaire transmissiemechanisme

A

het mechanisme waardoor het monetair beleid invloed heeft op de reële economie. De economische wetenschap bestudeert nog steeds hoe dit mechanisme precies werkt.

  • De effecten op de economische activiteit zijn pas merkbaar na 6 à 9 maanden
  • De effecten op de inflatie pas na 1-2 jaar
  • Eurosysteem als slechte thermostaatkraan: eerste te koud, warmer zetten, nog te koud, warmer zetten, te
    warm.

=> Eurosysteem moet anticiperen, wat kan leiden tot fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ECB 4 basis principes

A
  1. onafhankelijk: Belangrijk om monetaire financiering van begrotingstekorten (die leiden tot inflatie) te vermijden
  2. inflatie op ong 2%
  3. economische groei stimuleren
  4. vrije markt respecteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

conventioneel moneitair beleid van ECB

A

De ECB probeert de economische activiteit te beïnvloeden via het sturen van de intrestvoet of rentevoet i
Er is vraag naar bankreserves door banken, aanbod van bankreserves door ECB, hoe lager die rente, hoe hoger de vraag naar reserves door banken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

minimumreserveverplichting

A

verplichting voor een bank om een bepaald percentage van het ingezamelde spaargeld te deponeren op haar reserverekening bij de centrale bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

veiling van reserves bij de ECB

A

De ECB kan de rente verlagen door meer bankreserves aan te bieden, dit wordt gedaan via veilingen:

  1. ECB bepaalt een doelrente voor het behalen van haar doelstellingen
  2. ECB schat bankvraag naar reserves om haar eigen aanbod reserves te bepalen
  3. ECB kondigt veiling aan: volume & maturiteit van de lening, ondergrens voor de rente
  4. Alle banken bieden gewenste bedragen en rentes (maar minstens de ondergrens)
  5. ECB rangschikt biedingen in volgorde van dalende rente en wijst het bedrag toe
  6. Na verstrijken van de termijn betalen banken de geleende reserves + rente terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onderpand en surpluspercentage

A

wanneer een bank bankreserves wil lenen moet die bank onderpand geven, dit is meer waard dan de reserves die ze lenen (dit is om de ECB te beschermen tegen potentieel verlies).

Op dit onderpant wordt het surpluspercentage toegepast:
= Het verschil tussen de marktwaarde van een financieel actief dat als waarborg wordt gebruikt voor een lening en de
waarde van de gewaarborgde lening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kwantitatieve versoepeling

A

Bij quantitative easing (kwantitatieve verruiming) vergroot de centrale bank de geldhoeveelheid in een poging de economie te stimuleren. Dit gebeurt door het opkopen van effecten (zoals staatsobligaties) met geld dat speciaal voor dat doel is gecreëerd. Hoewel dit kan leiden tot extra bestedingen bestaat er ook het risico op inflatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

staatsobligatie

A

Een staatsobligatie is een vorm van een op schuld gebaseerde investering, waarbij u geld leent aan een overheid tegen een afgesproken rentetarief

de ECB kan zo staatsschulden eigenlijk overkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rentevoeten (4 toaal)

A

rentevoeten van de ECB:
1. rente op basisherfinancieringen: de rente die banken betalen als zij voor een periode van één week geld lenen van de ECB
(met onderpand)
2. depositorente: rente die banken ontvangen op vrije reserves die ze aanhouden op hun rekening bij de ECB.
(negatief)
3. marginale beleningsfaciliteit: Hierop kunnen kredietinstellingen met een zeer kortlopend liquiditeitstekort een beroep
doen tegen over een hoge rente (last resort)

rente op de interbancaire markt
4. EONIA = Europe Overnight Index Average

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

interbancaire markt

A

markt voor gewone banken (niet centraal) om reserves uit de lenen of te herfinanciëren, de rente hierop wordt niet bepaald door de ECB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rentes grafisch p63!

A
17
Q

onconventioneel monetair beleid

A

= veilingen met vaste rente en onbeperkte hoeveelheid

reden: conventionele monetair beleid kan pas werken indien de ECB met enige zekerheid de vraag naar bankreserves kan inschatten. Na de val van Lehman Brothers (2008) slaagde de ECB er niet meer in de vraag naar euro’s te berekenen. Onderlinge gebrek aan vertrouwen van banken vernietigde de bereidheid om aan elkaar te lenen en deed de
interbancaire markt in elkaar storten
=> banken werden afhankelijker van de ECB en voorspelbaarheid van de vraag werd onvoorspelbaarder

18
Q

hoe werkt het onconventioneel moneitair beleid precies

A

gebruik van LTRO = herfinancieringen op lange termijn (6 maanden +) ipv 1 week voordien (long term refinancing operations)

nadeel: met lange looptijden kan de ECB niet snel genoeg de hoeveelheid euro’s in omloop aanpassen

19
Q

doelstellingen LTRO

A
  • bestrijden eurocrisis: banken van crisis landen (vb; griekenland) kunnen schuld van hun land aankopen met LTRO geld wat
    de rente van crisislanden doet dalen.
  • korte EN lange termijn rente weer onder controle brengen.
20
Q

wat gebeurt er op de balans bij gewone banken bij QE dus omgekeerd bij centrale banken

A
  • actiefpost: financiële activa daalt
  • actiefpost: vrije reserve stijgt
  • alle rentes gaan omlaag => investeren/consumeren/lenen en niet sparen
21
Q

wat gebeurt er op de balans bij banken bij QE

A
  • actiefpost: financiële activa daalt
  • actiefpost: vrije reserve stijgt
  • alle rentes gaan omlaag => investeren/consumeren/lenen en niet sparen