H3 opvoedstijlen en praktijken Flashcards

(48 cards)

1
Q

opvoedstijl

A

de algemene manier waarop een ouder zich gedraagt naar een kind in verschillende opvoedsituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

opvoedgedrag

A

het gedrag dat ouders laten zien in specifieke situaties tijdens de opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

opvoeding

A

het gedrag van de ouder dat een kind helpt zich goed te ontwikkelen en zijn doelen te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

basale behoeften

A

waarborgen van fysieke veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zelfverantwoordelijke zelfbepaling

A

kind moet ondersteunt worden via een geleidelijke proces totdat het kind een moreel en betrouwbaar deelnemer is van de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontwikkelingsopgaven

A

vaardigheden of taken die het kind zich eigen moet maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

opvoedingsopgave

A

ouders moeten hun opvoedstijl aanpassen om de ontwikkeling optimaal te ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

auoritair

A

strenge regels, weinig warmte, straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

autoritatief

A

duidelijke regels, warmte, stimuleren en communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

permissief

A

weinig regels, veel warmte en zelf beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verwaarlozend

A

weinig controle, geen regels, ouders afwezig, geen ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

love withdrawal

A

manipulatie zodat een kind gehoorzaamt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

curling ouders ( helikopterouders)

A

overbeschermend, geen autonomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vrije uitloop ouders

A

vroeg blootstellen aan risico’s , vroege autonomie ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

optimum aan controle

A

balans tussen controle en veel controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

good enough parenting

A

ouders zijn goed genoeg als ze een stabiele omgeving bieden voor het kind en zo de emotionele en cognitieve ontwikkeling ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

model van de vicieuze cirkel van dwang

A

hoe negatieve interacties tussen ouders en kind erger kunnen worden en in herhaling vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

evidence-based werken

A

opvoedingsmethoden die gebaseerd zijn op pedagogische theorieen en wetenschappelijke onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

interventiestudies

A

manier om behandelmethoden systematisch te onderzoeken en te toetsen op effectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

sociaal leertheorie

A

positief moet beloond worden en negatief genegeerd

21
Q

coercive cycle

A

ongehoorzaam gedrag blijven herhalen door beloning

22
Q

differentiële ontvankelijkheid

A

sommige kinderen zijn gevoeliger voor invloed van opvoeding dan andere

23
Q

randomized controlled trial

A

is een voor- en nameting, controlegroep gebruikt en deelnemers random worden toegewezen

24
Q

discipline

A

grenzen stellen en reguleren van moeilijk of ongehoorzaam gedrag van kind

25
de algemene manier waarop een ouder zich gedraagt naar een kind in verschillende opvoedsituaties
opvoedstijl
26
het gedrag dat ouders laten zien in specifieke situaties tijdens de opvoeding
opvoedgedrag
27
het gedrag van de ouder dat een kind helpt zich goed te ontwikkelen en zijn doelen te behalen
opvoeding
28
waarborgen van fysieke veiligheid
basale behoeften
29
kind moet ondersteunt worden via een geleidelijke proces totdat het kind een moreel en betrouwbaar deelnemer is van de maatschappij
zelfverantwoordelijke zelfbepaling
30
vaardigheden of taken die het kind zich eigen moet maken
ontwikkelingsopgaven
31
ouders moeten hun opvoedstijl aanpassen om de ontwikkeling optimaal te ondersteunen
opvoedingsopgave
32
strenge regels, weinig warmte, straffen
auoritair
33
duidelijke regels, warmte, stimuleren en communicatie
autoritatief
34
weinig regels, veel warmte en zelf beslissen
permissief
35
weinig controle, geen regels, ouders afwezig, geen ondersteuning
verwaarlozend
36
manipulatie zodat een kind gehoorzaamt
love withdrawal
37
overbeschermend, geen autonomie
curling ouders ( helikopterouders)
38
vroeg blootstellen aan risico's , vroege autonomie ontwikkelen
vrije uitloop ouders
39
balans tussen controle en veel controle
optimum aan controle
40
ouders zijn goed genoeg als ze een stabiele omgeving bieden voor het kind en zo de emotionele en cognitieve ontwikkeling ondersteunen
good enough parenting
41
hoe negatieve interacties tussen ouders en kind erger kunnen worden en in herhaling vallen
model van de vicieuze cirkel van dwang
42
opvoedingsmethoden die gebaseerd zijn op pedagogische theorieen en wetenschappelijke onderzoek
evidence-based werken
43
manier om behandelmethoden systematisch te onderzoeken en te toetsen op effectiviteit
interventiestudies
44
positief moet beloond worden en negatief genegeerd
sociaal leertheorie
45
ongehoorzaam gedrag blijven herhalen door beloning
coercive cycle
46
sommige kinderen zijn gevoeliger voor invloed van opvoeding dan andere
differentiële ontvankelijkheid
47
is een voor- en nameting, controlegroep gebruikt en deelnemers random worden toegewezen
randomized controlled trial
48
grenzen stellen en reguleren van moeilijk of ongehoorzaam gedrag van kind
discipline