H4 Cognitieve benadering Flashcards
(63 cards)
Mediator
Het proces in de persoon die geleverd wordt tussen de respons en de stimulus
Cognitieve map
Een term voor een mentale representatie van geleerde relaties tussen stimuli
Inzicht
Een plotselinge verandering in de manier waarop men een probleemsituatie organiseert, meestal gekenmerkt door een plotselinge verandering in gedrag
Mentale set
Een cognitief schema dat een individu gebruikt om zijn perceptie van een situatie (bv een probleem) te organiseren
Latent leren
Een term die situaties beschrijft waarbij leren onderscheiden wordt van het uitvoeren van gedrag dus dieren kunnen het patroon van een doolhof leren, maar nog niet direct uitvoeren tot zij een beloning krijgen)
Dieren leren het patroon van doolhof, maar kunnen het nog niet uitvoeren
Informatieverwerking
Een term uit de computerwetenschap om de mentale functies die voorkomen tussen de stimulus en de respons te beschrijven
Leren
Het vergaren van informatie, en het organiseren in mentale schemata
Geheugen
Het behoud en gebruik van eerder leren
Recall
Het actief terughalen van informatie. Herinnering zonder hulp
Wat heb je gisteren gegeten? je probeert het uit je geheugen te halen
Recognitie
Informatie als bekend identificeren dus herkenning met een cue
“Had je dit gegeten?” Je herkent de foto “Ja, dat is wat ik gisteren had
Relearning
We herkennen iets niet gelijk, maar na het nader te hebben bekeken lijkt het al snel vertrouwd.
Bij kookles leer je opnieuw koken, nu gaat sneller want vroeger gedaan
Priming
Eerdere blootstelling aan informatie heeft invloed op het terughalen van iets dat gerelateerd is
Elderly priming effect
Sensorische geheugen
Dient als buffer tussen zintuigen en korte termijn geheugen
De informatie is zeer tijdelijk opgeslagen. Als het niet geselecteerd wordt door aandacht zal de inhoud snel verloren gaan.
Korte termijn geheugen (STM)
Hier kan input vervangen worden en vergeten we het dus. Ook kan de input in het STM herhaald worden
Langetermijngeheugen (LTM)
Input gaat via kortetermijngeheugen hiernaartoe gaan. Hier kan het weer terugkeren naar kortetermijngeheugen. Ook kan het verloren hier kgaan of niet beschikbaar zijn
Aandacht
Selecteert de informatie die beschikbaar komt in ons geheugen
Achtergrondgeluiden zachter maken zodat het gesprek beter te verstaan is
Coderen
Het verwerken van stimulusinformatie vor de opslag in het geheugen. Het is vooral verbonden met het LTM
Opslaan
Het behoud van informatie in het geheugen en is vooral verbonden met het LTM
Maintenance rehaersal
Verbale informatie herhalen om langer vast te houden in STM
Elaborative rehearsal
Hierbij wordt de stimulusinformatie op een bepaalde manier gemanipuleerd (effectieve manier van coderen)
Door nadruk te leggen op zintuiglijke kenmerken (het geluid bv)
Procedureel geheugen
Slaat ‘hoe’ informatie op
Hoe speel ik piano of hoe kook ik een ei
Semantisch geheugen
Behelst algemene (feiten)kennis van de wereld
Denk aan hoofdsteden, presidenten etc
Episodisch geheugen
Omvat persoonlijke ervaringen
Je herinnert het eten met vrienden, incl wat je at en grappige momenten.
Vrije associaties
Een techniek voor het bestuderen van de geest, gebaseerd op het vragen aan een persoon wat er in hun gedachten omgaat, en dan zoeken naar patronen