H8 Perspectieven op sociaal gedrag Flashcards
(24 cards)
Sociale psychologie
De studie naar hoe interacties met andere mensen het gedrag en de gedachten van iemand kan beïnvloeden
Niet hetzelfde als sociologie
Sociaal gedrag
Het gedrag van het individu wordt beïnvloed door een sociale dimensie
Wanneer je shopt, en denk aan wat anderen van het shirt vinden
Sociaal georiënteerd gedrag
Sociale beïnvloeding
Wanneer iemand direct in contact staat met anderen en door hen beïnvloed wordt
Groepsdruk
Experimenteel realisme
Het belang van natuurlijke reacties. De kwaliteit van de betrokkenheid, waarbij de participanten reageren zonder dat ze het idee hebben dat ze in een laboratorium zitten.
Conformiteit
Een tendens om iemands mening of gedrag te regelen en te schikken naar de groepsnormen in de reacties
Iemand draagt hetzelfde merk als vrienden, ook al vindt hij het niet leu
Impliciet of expliciet sociale druk
Persoon-situatie debat
Het debat gaat over de vraag in hoeverre gedrag wordt bepaald door persoonlijke eigenschappen (zoals karakter en temperament) of door de situatie waarin iemand zich bevindt.
Extravert persoon gedraagt zich terughoudend in een onbekende situatie
Directe (proximale) oorzaken
Directe, onmiddellijke factoren die gedrag veroorzaken
Iemand is boos omdat hij net een vervelende opmerking kreeg
Indirecte (distale) oorzaken
Verre, onderliggende invloeden
Iemand heeft stressvolle jeugd gehad, wat zijn huidige gedrag beïnvloedt
Agressie
Gedrag dat opzettelijk schade veroorzaakt bij anderen
Lorenz
Sign stimuli
De expressie van agressief gedrag wordt gecontroleerd door omgevingssignalen
Vacuüm activities
Verwijst naar het gedrag dat ontstaat wanneer agressie door de samenleving geheel onderdrukt wordt en iemands systeem overloopt, hij uitbarst in geweld
Oplossing: agressie uiten in sport om confrontaties met mensen te voorkomen
Instrumentele agressie
Gedrag dat in stand gehouden wordt doordat het positief wordt bekrachtigd
Iemand duwt ander om vooraan te staan met doel sneller bediend te worden
Moreel wordt dit vaak afgekeurd
Frustratie-agressie hypothese
Frustratie is de enige oorzaak van agressie
De intensiteit van agressie wordt bepaald door intensiteit van frustratie
Priming
Een fenomeen waarbij een herinnering de activatie of associatie verhoogd
Na “zomer” denk je sneller aan “strand”
Cognitieve neo-associatietheorie
Gewelddadige gedachten of beelden kunnen leiden tot agressief gedrag, doordat negatieve associaties in de geest worden geactiveerd.
Het zien van geweld op tv kan agressief gedrag uitlokken bij iemand.
Anderson en Bushman
General agression model (GAM)
Een theorie van agressie dat probeert cognitieve sociale leertheorie, de cognitieve neo-associatie theorie en de biologische data te integreren
Persoonlijke kenmerken (temperament) & omgevingsfactoren -> agressie
Een theorie die agressief gedrag verklaart door verschillende factoren te combineren: cognitieve, sociale, biologische en emotionele invloeden
Prosociaal gedrag
Wenselijk gedrag, dat anderen of de maatschappij ten goede komt
Men spreekt hierbij van altruïsme
Altruïsme
Gedrag dat de intentie heeft om anderen te helpen
2 soorten: ethical hedonism & genuine altruism
Ethical hedonism
Helpen omdat het iets oplevert voor die persoon
Een postieve reactie, erkenning, prijs of hulp van anderen in vergelijkb
Genuine altriusm
Zonder enig voordeel voor de persoon zelf
De vraag die onderzoekers stellen: is dit mogelijk?
Biologisch
Kin altruïsme
Het idee dat mensen geneigd zijn om anderen in hun familie te helpen, omdat het hen helpt om hun genetisch materiaal door te geven
‘Kin’ staat voor verwanten of familie
Reciprocal (wederkerig) altruïsme
Hulp bieden leidt tot hulp ontvangen in andere situaties, en zo vervolgens een grotere kans op overleven vormt
Bystander intervention
Het fenomeen waarbij een omstander hulp biedt in een noodsituatie, vooral wanneer anderen ook aanwezig zijn.
Diffusion of responsibility
Mensen voelen zich niet zo verantwoordelijk voor het aanbieden van hulp in het bijzijn van anderen, dan wanneer ze alleen zijn
Bystander intervention hangt samen met sociale invloed en gebrek aan verantwooordelijkheidsgevoel in het bijzijn van anderen