H5: De Europese bedrijfsomgeving: de EU en het project voor Europese integratie Flashcards

1
Q

wat is economische integratie

A

Integratie combineert onderdelen om een geheel te maken
Economische integratie op basis van het wegnemen van barrières die de stroom van goederen, diensten, kapitaal, arbeid en communicatie over de grenzen
beperken, integratie is een proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stadia van economische integratie

A
> Preferential Trade Area
> Free Trade Area
> customs union 
> common market
> monetary union
> fiscal union 
> political union
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Economische reden voor integratie

A

welzijn en concurrentievermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Economische reden voor integratie

A
  1. Access to resources

2. more efficient resource allocation, 3. wealth creation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zakelijke kansen van integratie

A
> grotere intensiteit van
binnenlandse concurrentie
• meer kansen op buitenlandse
markten
• diverse inkoop mogelijk
• stimulans voor
productinnovatie
• herstructurering van productie
en distributie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zakelijke uitdagingen van integratie

A
> kosten en prijsdruk
• schaalvoordelen
• specialisatie
• grotere prijstransparantie
• rationalisatie van productlijnen
• netwerkmogelijkheden
• financieringsmogelijkheden via
geïntegreerde financiële
markten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De Europese Economische Ruimte (EEA)

A

EEA: EU + IJsland, Liechtenstein en Noorwegen (EFTA zonder Zwitserland)
• In 1994 verenigde de Europese Economische Ruimte (EEA) -overeenkomst de lidstaten van
de EU en drie landen van de EFTA in een interne markt
• In plaats van contributie hebben IJsland, Liechtenstein en Noorwegen tussen 1994 en 2014
3,3 miljard euro verstrekt via opeenvolgende subsidieregelingen. In de financieringsperiode
2014-2021 is nog eens 2,8 miljard euro beschikbaar gesteld.
• De EEA-overeenkomst wordt regelmatig herzien om deze in overeenstemming te brengen met
de ontwikkelingen in de relevante EU-wetgeving (het “acquis communautaire”).
• De EEA-overeenkomst heeft geen betrekking op cruciale EU-beleidsdomeinen zoals de douane-unie en het gemeenschappelijk handelsbeleid; gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid; justitie en binnenlandse zaken (Schengen))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Europese Unie nu?

A

> Gedeelde waarden: vrijheid, democratie, respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtsstaat.
Grootste economische orgaan ter wereld.
Het meest succesvolle model ter wereld voor het bevorderen van vrede en democratie.
Een unieke instelling - de lidstaten geven op veel gebieden vrijwillig nationale soevereiniteit af om gemeenschappelijk beleid en bestuur uit te voeren.
Geen superstaat om bestaande staten te vervangen, ook niet enkel een organisatie voor internationale samenwerking.
‘S Werelds meest open markt voor goederen en
grondstoffen uit ontwikkelingslanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom heeft Europa zich beziggehouden met het integratiepad?

A

2 kernmotieven
> geopolitiek
> economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom bloeide de Europese samenwerking na 1945? (1)

A

Om herhaling van eerdere fouten te voorkomen
> om economieën open te stellen voor handel en samenwerking.
> protectionisme van de jaren 1920 en 1930 beschouwd als de hoofdoorzaak van instabiliteit
→ groei van het vooroorlogse fascisme.
> om een verslagen Duitsland op te nemen in de naoorlogse wederopbouw
> verzoening van Frankrijk en Duitsland beschouwd als essentiële voorwaarde voor vrede in
West-Europa.
> om extremen van nationalisme en het natiestaatsysteem te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom bloeide de Europese samenwerking na 1945? (2)

A

Economische wederopbouw
> Om economische ontwrichting recht te zetten veroorzaakt door
vernietiging in oorlogstijd.
Politieke / veiligheidsredenen
> e.g de opkomst van twee superkrachten met concurrerende
politieke en economische ideologieën.
> om een bolwerk tegen het communisme te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorspronkelijk in het Verdrag van Rome (1958)

A
Fundamenten van de Gemeenschap
• Agricultuur (landbouw)
• Transport
• Vrij verkeer van goederen
• Vrij verkeer van capital, services, mensen
Gemeenschappelijk beleid
• Competitie
• Economisch
• Sociaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Twee dimensies van Europese integratie

A

> Verdieping
vooruitgang boeken in de integratiefasen naar een steeds diepere unie
Verbreding
Toenemende ledenaantallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de interne Europese markt?

A

De interne markt van de Europese Unie (EU) is een gemeenschappelijke markt waarin vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen wordt verzekerd, en waarbinnen de Europese burgers vrij kunnen wonen, werken, studeren of zakendoen.

Sinds de totstandbrenging ervan in 1993 heeft de interne markt zich meer opengesteld voor concurrentie en heeft ze banen gecreëerd en vele handelsbelemmeringen verminderd. De Akte voor de interne markt​​ werd in twee gedeelten naar voren geschoven, in 2011 en 2012. Ze bevat voorstellen om de voordelen van de interne markt verder te benutten om zo de werkgelegenheid te stimuleren en om het vertrouwen in het Europese bedrijfsleven te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe Europa de stadia van integratie volgde

A
Douane-unie (compleet 1968)
> geen tarieven tussen leden
> Gemeenschappelijk extern tarief
> Statische effecten - handelsschepping en handelsomleiding
> Dynamische effecten - specialisatie,
schaalvoordelen, meer concurrentie
Interne markt (1992)
Economische en monetaire unie (TMaastricht 1992 - Euro 1999)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De vier vrijheden van de SEM

A

Vrij verkeer van

  1. Goederen
  2. Kapitaal
  3. Services
  4. Mensen
  5. (Informatie)
17
Q

SEM Belang

A

> Katalysator van commerciële verandering
Gestimuleerde re-organisatie over de grenzen heen
Benadrukt de overheersing van het liberalisme als reactie op de globalisering

18
Q

Belangrijkste SEM-principes

A

> Harmonisatie = gemeenschappelijke regels tijdrovend, complex, niet flexibel
Non-discriminatie (non-discrimination): op nationale gronden
Wederzijdse erkenning (mutual recognition): zodra een product voldoet aan de
vereisten van de ene lidstaat, kan de toegang tot een andere niet worden ontzegd (Cassis
de Dijon 1979, Reinheitsgebot 1987)
Controle door het thuisland (home market control): een bedrijf kan zijn activiteiten in
alle lidstaten uitvoeren, op voorwaarde dat het is goedgekeurd door de autoriteiten in het
eigen land (met name relevant voor financiële diensten)

19
Q

Fundamenteel: non-discriminatie

A

Oorspronkelijk werden de fundamentele vrijheden uitsluitend geïnterpreteerd als een
verbod op discriminatie
• het zijn dus specifieke uitingen van het algemene discriminatieverbod dat is vastgesteld
in artikel 18 VWEU.
• HvJ (ECJ): discriminatie ontstaat door de toepassing van verschillende regels op
vergelijkbare situaties of de toepassing van dezelfde regel op verschillende situaties.
• Het discriminatieverbod is inherent aan alle fundamentele vrijheden.
• Dassonville uitspraak (1974): het vrije verkeer van goederen verbiedt niet alleen
discriminatie, maar verbiedt ook volledig elke beperking van deze vrijheid. In dit arrest
definieerde de rechtbank een beperking van de vrijheid van goederen om het even
welke handelsregel “die het intracommunautaire handelsverkeer direct of indirect,
feitelijk of potentieel kan belemmeren”.

20
Q

Wederzijdse erkenning (1)

A

• Het beginsel van wederzijdse erkenning houdt rekening met het feit dat er in de rechtsorden van
de lidstaten verschillende normen bestaan waaraan een product moet voldoen om op de markt
te worden gebracht (“kwalificatienormen”)
• Naleving van deze normen bepaalt of het product als verkoopbaar goed wordt gekwalificeerd.
• Deze kwalificatienormen vormen geen probleem vanuit het oogpunt van de interne markt,
zolang ze alleen van toepassing zijn op binnenlandse producten
• Ze belemmeren de grensoverschrijdende marketing van een product zodra de lidstaten hun
eigen kwalificatienormen toepassen op buitenlandse producten, waartoe zij over het algemeen
vrij zijn zolang de fundamentele vrijheden niet anders bepalen.

21
Q

Wederzijdse erkenning (2)

A

probleem:
Lidstaat A eist een isolator van drie millimeter rubber voor de isolatie van elektrische kabels
Lidstaat B eist een (mogelijk even effectieve) isolator van twee millimeter bakeliet
Probleem: een interne markt voor elektrische kabels wordt onmogelijk (zelfs zonder dat een van de
lidstaten intentief heeft gehandeld bij het vaststellen van de relevante kwalificatienorm).
Dit probleem kan op twee verschillende manieren worden opgelost:
1. door de - politiek niet altijd afdwingbare - harmonisatie van de respectieve kwalificatienormen
door de Europese wetgever
2. door wederzijdse erkenning door de lidstaten.

22
Q

wederzijdse erkenning

A

oplossing:
HvJ en de uitspraak van Cassis de Dijon (1979) hebben de weg geëffend voor een verplichting tot
wederzijdse erkenning
Specifiek: Franse gedistilleerde dranken (zoals Cassis de Dijon) kunnen alleen in Duitsland op de
markt worden gebracht omdat ze rechtmatig (d.w.z. in overeenstemming met de relevante Franse
kwalificatienormen) in Frankrijk zijn geproduceerd en op de markt gebracht; de Duitse wetgever
moet zijn kwalificatie als verkoopbaar goed door zijn Franse tegenpartij aanvaarden.
Formulering van het principe: als een product eenmaal voldoet aan de vereisten van de ene lidstaat,
kan het de toegang tot een andere niet worden ontzegd

23
Q

thuislandcontrole

A

Een bedrijf kan zijn activiteiten in alle lidstaten uitoefenen, op voorwaarde dat het is
goedgekeurd door de autoriteiten in het ‘thuisland’
• Als een bedrijf een lidstaat (gastland) van een andere lidstaat (thuisland) bedient
• Vooral relevant in financiële dienstverlening